Het kabinet wil geen doorstart van de Groninger gashandelsonderneming GasTerra, maar bekijkt of er een vergelijkbaar bedrijf moet komen dat zorgdraagt voor de leveringszekerheid van gas.
Dat schrijft staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw) in een brief aan de Tweede Kamer. Hij reageert daarmee op een motie die de Kamerleden Pieter Grinwis (CU) en Henri Bontenbal (CDA) vorige week indienden tijdens een debat met minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) en gisteren steun kreeg van een ruime Kamermeerderheid.
Mijnraad
De motie verzoekt het kabinet ‘te bezien of GasTerra een doorstart kans maken als nationaal of Europees handelshuis voor gas’. Ook de Mijnraad heeft geadviseerd de gashandelsonderneming voort te zetten vanwege zijn kennis van de in- en verkoop van gas.
Het kabinet voelt daar niet voor, schrijft Vijlbrief, maar wil de gedachte achter de motie onderzoeken ‘om een coördinerende partij aan te wijzen om publieke taken op het gebied van voorzieningszekerheid uit te voeren’.
Internationale ervaring
De staatssecretaris spreekt daarbij van ‘een grote speler zoals GasTerra met internationale ervaring, die niet alleen commerciële belangen nastreeft maar die ook maatschappelijk belangen zoals leveringszekerheid behartigt’.
Een doorstart van GasTerra zit er volgens Vijlbrief niet in omdat de oorspronkelijke taak van het bedrijf, de verkoop van gas uit Groningen, wegvalt nu de winning uit het Slochterenveld stopt. Bovendien heeft de Staat (voor 50 procent eigenaar) te maken met de aandeelhouders Shell en Esso (elk 25 procent van de aandelen). Zij besloten in 2019 gashandelsonderneming af te bouwen. Eind 2024 met de sluiting van het bedrijf een feit zijn.
Russisch gas
Vijlbrief schrijft dat in Europees verband wordt bekeken hoe afhankelijkheid van Russisch gas kan worden beperkt en tegelijkertijd de leveringszekerheid veilig kan worden gesteld. Als dat is gebeurd, kan worden bekeken of er plaats is voor een opvolger van GasTerra.