Horecaondernemer Jan Akkermans (inzet) wil dat muziekcentrum De Oosterpoort in de binnenstad van Groningen blijft. Foto: Corné Sparidaens
Na Groninger Museum en Forum staat Stad opnieuw voor een kostbaar cultuurbesluit: een nieuw muziekcentrum. In de discussie erover krijgt het economisch belang te weinig aandacht, vinden ondernemers. Akoestiek versus vestigingsfactor.
Het concert van Rammstein in het Groninger Stadspark maakte afgelopen zomer veel los. Voor hotels in de stad was het een toptijd. Ze zaten ramvol, bevestigt Jan Akkermans, voorzitter van de Groninger tak van Koninklijke Horeca Nederland.
Akkermans wil wegblijven bij een discussie over de akoestiek van een concertzaal. Hij kijkt naar het belang ervan voor de hotels, restaurants en cafés. Grote evenementen hebben hun weerslag op de horeca, meent hij. ,,Dat merk je aan alles, restaurants, cafés en hotels, die hebben het dan allemaal drukker. Wij blijven zeggen dat we gebaat zijn bij een bruisende binnenstad. Daarom is een nieuw muziekcentrum in de binnenstad voor ons belangrijk.’’
Oosterpoort Groningen wordt een sterfhuis
Dat muziekcentrum heet nu nog De Oosterpoort. Een halve eeuw oud en opvolger van de ooit in Groningen geliefde Harmonie.
In 2017 besluit de gemeente dat De Oosterpoort als gebouw geen toekomst meer heeft. Er komt onderzoek naar een nieuw muziekcentrum. Het gebouw aan de Trompsingel wordt geoormerkt als sterfhuis. Het betekent dat alleen nog noodzakelijk onderhoud wordt uitgevoerd.
De organisatie achter de Oosterpoort, SPOT Groningen, stelt een Programma van Eisen op. Dat programma moet garanderen dat Groningen de komende halve eeuw opnieuw over een succesvol muziekpodium beschikt. Een muziekcentrum waar liefhebbers van klassiek en pop terecht kunnen. Een zaal die garandeert dat Stad op concertgebied blijft aanschurken bij de landelijke top.
Aantal bezoekers Oosterpoort vervijfvoudigd
In de behoorlijk verre omtrek van Groningen is er niet een zaal te vinden zoals De Oosterpoort. Dat gecombineerd met een brede programmering, leverde het cultureel centrum de afgelopen jaren een forse groei op. Het aantal bezoekers vervijfvoudigde.
Het NNO speelt werk van Mahler in De Oosterpoort. Foto: Marijn Boeré
Bezoekers die grotendeels afkomstig zijn uit dezelfde behoorlijk verre omtrek, aangevuld met Randstedelingen die naar Groningen komen voor festivals als Noorderslag of omdat een artiest in zalen in de Randstad is uitverkocht.
Op haar website heeft SPOT aan de hand van beleidsvoorstellen, onderzoeken en documenten een tijdlijn gebouwd vanaf 2017. Om serieus mee te blijven doen in Nederland is, zo concludeert de organisatie, een popzaal van serieuze omvang onmisbaar. Daarvoor keek de organisatie naar haar positie in de markt, haar publiek en programmering.
Popzaal met 3200 plekken
Het levert uiteindelijk een plan voor nieuwbouw op van vier zalen: een popzaal met 3200 plaatsen, een zaal voor klassiek, een derde zaal die een kopie is van de huidige kleine zaal in de Oosterpoort en een vierde zaal voor amateurs en jong talent. Deze zaal dient ook als praktijkruimte voor studenten die een deel van hun opleiding in de Oosterpoort doorbrengen.
Daarmee verwacht SPOT impact te kunnen maken, maar ook te kunnen voldoen aan de toenemende vraag, die ook vanuit Stad en Ommeland zelf komt. Concerten, zoals die van Kraantje Pappie enkele weken geleden, zijn geregeld in een mum van tijd uitverkocht. In de grote zaal van De Oosterpoort passen 1800 mensen.
In de podcast De Linkse Mannen lossen het op zei oud-wethouder Paul de Rook enkele jaren geleden dat De Oosterpoort in haar huidige jas niet meer mee kan met de ontwikkelingen op vooral de popmuziek.
,,We zien dat er meer nodig is. Wil je de Oosterpoort renoveren en houden zoals het nu is, ben je 100 tot 120 miljoen kwijt. Maar wat we zien is dat de huidige Oosterpoort drukker wordt en zich steeds minder verhoudt tot de omgeving. Wil je de komende 40 jaar succesvol zijn dan heb je meer nodig dan op de huidige plek kan. Artiestenboekers, zeker in de popmuziek, kijken naar het aantal plaatsen in een zaal: hoeveel kaarten kun je verkopen. Als ze terecht kunnen in andere en grotere zalen, kiezen ze minder snel voor Groningen’’, aldus De Rook.
Een bedrag van 300 miljoen dat nog kan oplopen
Een nieuw muziekcentrum met vier zalen, waarvan de grootste bijna twee keer zoveel mensen kan herbergen dan de huidige grote zaal. Dat komt met een prijs. Een flinke ook. Gerekend wordt op een kleine 300 miljoen. Een bedrag dat afgezet tegen de huidige tijd van hoge bouwkosten en dito rente zomaar kan oplopen.
Ernaar gevraagd stelt SPOT dat 300 miljoen het bedrag is voor een kant-en-klaar theater. Het gebouw zelf kost volgens de organisatie 130 miljoen. Wat er vervolgens bovenop komt zijn kosten voor de techniek en installaties in het gebouw. Geld dat je, zegt SPOT, ook kwijt zou zijn, als je bijvoorbeeld de huidige Oosterpoort aanpakt.
Voor het nieuwe muziekcentrum leek het voormalige rangeerterrein achter het verbouwde Hoofdstation de aangewezen plek. Maar de gemeente Groningen heeft niet de beschikking over een geldpakhuis en hikt bovendien aan tegen andere geldverslindende projecten. Daarom wordt gekeken naar manieren om geld te besparen, eventueel ook naar nieuwbouw van het muziekcentrum bij de nieuw te bouwen woonwijk Suikerzijde, op het terrein van de oude Suikerfabriek bij Hoogkerk.
Een muziektheater is meer dan geld
Besparen of niet: een bedrag dat optelt naar 300 miljoen is geen kattendrek. Logisch dat de discussie zich toespitst op dat bedrag.
Jouke van Dijk betreurt het. Een nieuw muziekcentrum is veel meer dan geld alleen, betoogt hij.
Van Dijk is hoogleraar arbeidsmarktanalyse en voorzitter van SER-Noord. Als het om cultuur gaat, haalt hij graag uitspraken aan van Harm Post, oud-directeur van Groningen Seaports. ,,Harm zei: ‘Als er in Groningen niet een goede schouwburg is, krijg ik geen bedrijven in de Eemshaven. Het eerste wat directeuren van bedrijven die hier naartoe willen me vragen is of er goede scholen in Groningen zijn, en een schouwburg’.’’
Vanuit de arbeidsmarkt kijkt Van Dijk met interesse naar de ontwikkelingen rond een nieuw muziekcentrum. Een theater dat voor bedrijven een vestigingsfactor kan zijn, meent hij. ,,Maar ook een theater dat banen kan opleveren in de sector vrije tijd.’’
Jouke van Dijk. Foto: Corné Sparidaens
En die vrijetijdssector is volgens de hoogleraar lang een ondergeschoven kind geweest in Groningen. ,,Terwijl in de vrijetijdseconomie wel serieus werk zit. Vaak gaat dat om werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt en in deze tijd van krapte zit juist aan de onderkant van de arbeidsmarkt nog wel ruimte. Daarom vind ik het weleens jammer dat zo’n nieuw theater vaak als een kostenpost wordt gezien. Je zou het ook kunnen zien als een publiekstrekker en vestigingsfactor.’’
Bezoekers Unzipped geven 13 miljoen uit
Van Dijk trekt dat door naar Stad en Ommeland. Mensen die naar Groningen komen voor een concert gaan ook de stad uit. Sommige maken er misschien een weekendje Groningen van en gaan de provincie in, denkt hij. Van Dijk wijst op een onderzoek uit de coronatijd. Noodgedwongen brachten veel mensen de zomer in eigen land door. Groningen scoorde hoge cijfers bij toeristen, zeker bij hen die Stad en Ommeland voor het eerst aandeden.
Maar geven mensen die op de trein stappen voor een cultureel uitje in Groningen nu geld uit in de stad? En zo ja hoeveel dan? Het Groninger Museum deed vorig jaar onderzoek.
In het museum stond afgelopen jaar The Rolling Stones centraal. Sinds de zomer trok de tentoonstelling Unzipped volle zalen, half december werd de 100.000ste bezoeker verwelkomd. De tentoonstelling liep daarna nog een maand door. Tussen oktober en begin januari dit jaar liet het museum een publieksonderzoek uitvoeren door Cigarbox. Het biedt enig inzicht.
Beeld: Infographics DVHN
Zo blijkt uit het onderzoek dat bezoekers van Unzipped bijna 13 miljoen hebben uitgegeven in de stad. Ruim 4 miljoen euro verdween in de kassa’s van hotels in Groningen. Iets meer dan 3 miljoen werd uitgegeven in restaurants, de snackbar of het café.
De Oosterpoort is onvergetelijk
Van Dijk haast zich te zeggen dat hij niet alleen naar toerisme wil kijken. ,,Zo’n muziekcentrum is zeker een trekker. Maar het is ook goed dat er zo’n plek is waar Groningers zelf naartoe kunnen gaan. Dat hoort bij een klimaat van prettig wonen in de stad en de omgeving. Ik trek dat ook door naar de braindrain. We willen graag dat jonge talentvolle mensen na hun opleiding in Groningen blijven. Dan moet je ze ook wat te bieden hebben.’’
De vraag is wel of je daar een nieuw, duur muziekcentrum voor moet bouwen. De Oosterpoort met haar prachtige akoestiek, en met een speciale plaats in het hart van menige Groninger, ligt ook in de binnenstad. Het is bovendien een plek met herinneringen aan mooie concerten, decor van eerste ontmoetingen en onvergetelijke Noorderslagavonden.
Heb je niet het beste van twee werelden als je dat gebouw moderniseert en renoveert?
Nee, vindt Van Dijk, ,,want dan kun je die popzaal niet maken. Daar heb je dan geen ruimte voor. Je hoeft De Oosterpoort niet te slopen, je kunt er een andere invulling voor bedenken. Maar een muziekcentrum met een grote popzaal is de trekker waarmee je ook de komende jaren als stad een rol speelt als het gaat om vestigingsfactor en economische bestedingen.’’
Naar het suikerterrein? Niet logisch
Volgens de hoogleraar is het daarom van belang dat het gebouw in de buurt van de binnenstad blijft. ,,Er wordt ook gekeken naar het terrein van de Suikerfabriek in het westen van Stad. Dat vind ik geen logische locatie. Natuurlijk hoop je dat mensen concertbezoek combineren met een bezoek aan de binnenstad. Dat is vanaf de Suikerfabriek al lastiger. En ik weet natuurlijk dat bij de Suikerfabriek restaurants zitten. Maar bedenk ook: je komt van ver en je wilt niet de stad in maar na het concert met de laatste trein terug, dan kan de locatie Suikerfabriek een reden zijn om helemaal niet te komen.’’
Nee, niet bij de Suikerfabriek, roepen in elk geval ondernemers in de binnenstad hard, want niet goed voor de binnenstad. In zo ongeveer elk overleg dat hij heeft met de gemeente probeert Jan Akkermans van KHN het duidelijk te maken. Akkermans is eigenaar van twee hotels en een restaurant in de Groninger binnenstad.
Met dat toerisme in Groningen gaat het anders niet heel slecht?
Akkermans: ,,Nee, klopt. Dat is zo. Maar we hebben meer nodig dan alleen de toerist. We hebben meer spin-off nodig dan alleen de gasten in de weekenden. Als je dan nabij de binnenstad een grote locatie hebt waar veel geprogrammeerd kan worden, ook op doordeweekse dagen, dan merken wij dat enorm. We hebben zeven dagen in de week nodig om de operatie draaiende te houden.’’
En dan is de locatie Suikerfabriek wat Akkermans betreft te ver weg. ,,Natuurlijk, op de fiets is het best te doen. Maar de winst voor de horeca zit hem erin dat mensen na een voorstelling eenvoudig de stad in kunnen lopen. En dan is de Suikerfabriek toch een stuk verder. Daarom zeggen wij samen met de Groningen City Club dat we voor de locatie in het stationsgebied gaan.’’
Jullie willen spin-off voor de binnenstad. Maar dan zou het dus niet uit hoeven maken of een nieuw muziekcentrum op de huidige Oosterpoort zit of in het stationsgebied?
,,Nee, nee dat is zo. Maar ik laat de specialisten maar bepalen of een pand al dan niet voldoet. Als zij zeggen dat de Oosterpoort niet meer voldoet, neem ik dat aan. En als je dan de kans hebt het helemaal nieuw te doen, zeggen wij: ‘we willen het graag in de stad houden met meer programmering en ruimte voor meer cultuur’. Dat kan blijkbaar niet op de plek van de huidige Oosterpoort, dus zeggen wij ‘ga voor het stationsgebied’.’’