Boer Jappie Riedstra uit Veenhuizen maakte zelf een plan om toekomstbestendig te kunnen blijven boeren. Foto: Rens Hooyenga
We moeten anders omgaan met ons landschap. Maar hoe dan? Als de politiek niet thuis geeft, gaan negen boeren rondom het Fochteloërveen zelf maar aan de slag. En een groep RUG-studenten daagt bestuurders uit om buiten de gebaande paden te denken.
,,Wat is nou typisch voor Nederlanders? Die vraag krijg ik geregeld van mijn familie in Servië’‘, vertelt een studente planologie in het Engels. Een beamer strooit veelkleurige vlakjes licht over haar gezicht en haar T-shirt; verder is het schemerig in restaurant Norgerholt in Norg. In de zaal wacht een publiek van enkele tientallen mensen geboeid af wat haar antwoord op die vraag is.
,,Nederlanders kunnen als de beste samenwerken’‘, zegt het meisje vol overtuiging. ,,Ze weten hoe belangrijk teamwork is. Je ziet dat in de geschiedenis van dit gebied, en ik denk dat het dit gebied ook gaat redden.’‘
Je kunt gerust stellen dat het Fochteloërveen gered moet worden. Net als zoveel landelijk gebied in Nederland dreigt het langzaam maar zeker te stikken in een cocktail van droogte, stikstof en klimaatverandering. Naarmate de mensen steeds meer van de schaarse grond nodig hebben voor huizen en landbouw, is er voor de planten en dieren die oorspronkelijk bij het hoogveen horen steeds minder ruimte. Het zal anders moeten. Maar hoe dan?
De politiek heeft voorlopig weinig antwoord op die vraag. De provincie, in dit geval Drenthe, moet een plan maken – maar die kijkt naar Den Haag. Daar had een Landbouwakkoord moeten zijn gesloten, met meer duidelijkheid over wat er moet gebeuren en hoeveel geld daarvoor beschikbaar is – maar alle overleggen zijn gestrand en inmiddels zit er niet eens meer een kabinet.
De studenten dompelen zich drie dagen lang onder in het Fochteloërveen
Wie wil dat er iets gebeurt, moet het blijkbaar zelf doen. Dat is precies wat de Servische studente en haar klasgenoten hier in Norgerholt proberen.
Verdeeld in vijf teams dompelen de studenten zich afgelopen juni drie dagen lang onder in het Fochteloërveen, met al z’n problemen, mogelijkheden, schoonheid en bedreigingen. Ze ontmoeten boeren en boswachters, luisteren, kijken, en bedenken originele oplossingen. Die presenteren ze uiteindelijk aan een vakjury met onder meer gedeputeerde Henk Jumelet, boer Henri de Groot en projectmanager John Tukker van Natuurmonumenten.
Mark (20) studeert Spatial Design & Planning aan de Rijksuniversiteit Groningen en bedacht samen met klasgenoten oplossingen voor de problemen van het Fochteloërveen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Meerdere teams stellen voor om de nieuwe kades in het natuurgebied uit te rusten met een wateropslagsysteem – handig bij piekregenbuien in de winter en bij droogte in de zomer. Eén groepje wil het Fochteloërveen een kaboutermascotte geven, om bij toeristen tussen de oren te krijgen dat ze voorzichtig moeten omgaan met de natuur.
Een gloedvol betoog voor een compleet nieuwe tak van landbouw: rijstteelt
Het team van Ilaria (22, uit Italië), Luca (een 24-jarige Duitser) en Kharisma (22, Indonesië) voert een gloedvol betoog voor een compleet nieuwe tak van landbouw rondom het Fochteloërveen: rijstteelt. Dan kan het waterpeil omhoog én is er veel minder mest nodig. ,,En de markt is er sowieso, want wie eet er nou geen rijst?’‘ aldus Kharisma.
Over één ding zijn alle studententeams het roerend met elkaar eens: het belang van samen. ,,Deze grond zit vol met tweede kansen’‘, zegt Mark (20). ,,Het veen kalft nu af, maar als we samenwerken, hoeft dat niet zo te blijven.’‘
Studenten geven presentaties over het Fochteloërveen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Wat de studenten in Norg niet weten, is dat een groep Veenhuizer boeren zelf al volop met die samenwerking bezig is. Niet dat ze direct overstappen op rijstteelt, maar ze willen het wel degelijk anders gaan doen. In hun visie is ruimte voor water, natuurherstel én voor hen als boeren, terwijl de stikstofneerslag in het Fochteloërveen fors daalt.
We hebben hier met negen collega’s de koppen bij elkaar gestoken
Veehouder Jappie Riedstra is de kartrekker van het plan, dat ontstond toen vorig jaar het inmiddels beruchte stikstofkaartje werd gepresenteerd. ,,We hebben hier met negen collega’s de koppen bij elkaar gestoken: we kunnen de kont tegen de krib gooien, of zelf een plan maken voor ons eigen gebied’‘, vertelt Riedstra. ,,We kozen voor het laatste.’’
Zijn familie boert al vijftig jaar aan de Eikenlaan in Veenhuizen. ,,We wonen hier heel mooi, maar ook in een kwetsbare omgeving. We zijn de derde generatie en we gaan ervoor dat we hier nog drie generaties lang kunnen blijven boeren. Maar dan moeten we ons wel aanpassen.’’
De negen Veenhuizer agrariërs vroegen Henk Kosters als onafhankelijk voorzitter. Tot maart 2022 was Kosters acht jaar lang wethouder in Noordenveld, daarvoor werkte hij bij de Dienst Landelijk Gebied van het Rijk.
Het plan is gebaseerd op ruilverkaveling
Het plan dat de boeren onder supervisie van Kosters uitwerken, is gebaseerd op ruilverkaveling. Daarbij wisselen verschillende grondeigenaren percelen uit op zo’n manier dat alle betrokken partijen er voordeel van hebben.
Het helpt dat er in de omgeving van Veenhuizen sowieso al veel was nagedacht over een andere indeling van het landelijk gebied. De Nederlandse overheid had hier veel grond, wegen en gebouwen waar ze eigenlijk wel vanaf wilde. Dat gaf mogelijkheden om landruil op gang te brengen.
,,Voor de agrarische sector zou ook al eerder een landinrichtingsplan komen, maar dat lukte toen niet’’, vertelt Kosters. ,,Nu, met de stikstofdoelen, diende zich een nieuwe gelegenheid aan en nu is het wel gelukt.’’ Althans: er ligt een plan waarmee 80 procent van de noodzakelijke reductie van de stikstofneerslag op het Fochteloërveen wordt gehaald.
Grote vraag is of dat voldoende is. En de ‘financiële paragraaf’ is nog niet klaar. ,,Maar’’, zegt Kosters, ,,deze boeren zijn de eersten in Drenthe die dit zo oppakken. Daar heb ik veel respect voor.’’
Hoe zijn ze te werk gegaan? ,,Een gebiedsplan begint met een inventarisatie van wat er allemaal is’’, vertelt Kosters. ,,Welke bedrijven zijn er, welke vergunningen hebben ze, hoeveel dieren zijn er op elk bedrijf, wat zijn de toekomstplannen, enzovoorts. Dan moet je weten welke doelstellingen er voor je gebied zijn. In dit geval: hoe ver moet je de uitstoot van stikstof terugdringen? Dan kun je samen bekijken hoe je dit kunt bereiken.’’
Riedstra weet dat er boeren zijn die op termijn hun bedrijf wel van de hand willen doen; dat geeft ruimte. ,,Het algemene beeld in Nederland is, dat 30 tot 40 procent van de melk wordt geproduceerd door veehouders die ouder zijn dan 55 jaar en geen opvolger hebben.’’
Kosters: ,,Door te schuiven met grondposities, en veebedrijven weg van het Fochteloërveen te verplaatsen, kun je de belasting ook verminderen. Bedrijven die dichtbij het Fochteloërveen zitten, belasten de natuur aanzienlijk meer dan boerderijen die er wat verder vanaf liggen. ‘‘
Omschakelen van veeteelt op akkerbouw
Langs de Kolonievaart, die tussen Veenhuizen en het Fochteloërveen in ligt, stelt de groep een bufferzone voor waar geen of hooguit extensieve veeteelt plaatsvindt. ,,Sommige boeren kunnen omschakelen van veeteelt op akkerbouw. Natuurlijk voeren de boeren op hun eigen bedrijf ook maatregelen uit. En er zijn plannen om dicht bij het dorp een terrein te creëren met bijvoorbeeld een voedselbos, pluktuinen, dat soort dingen. Dat past heel goed in het erfgoed van de Koloniën van Weldadigheid. We denken erover na hoe we hiervoor een coöperatie kunnen oprichten, of iets dergelijks.’’
Henk Kosters: ,,Deze boeren zijn de eersten in Drenthe die dit zo oppakken. Daar heb ik veel respect voor.'' Foto: Rens Hooyenga
Het plan voorziet niet alleen in minder stikstofdruk, maar ook in een andere waterhuishouding. Kosters: ,,Het waterpeil langs het natuurgebied kan omhoog, waardoor we zowel in het Fochteloërveen als in het landbouwgebied het water beter kunnen vasthouden. Dat is ook een belangrijk element om de natuur te versterken en de gevolgen van de stikstofneerslag te verminderen.’’
Een schone bodem en schoon water en het terugdringen van CO2-uitstoot
,,We wilden echt een plan maken waar we twintig, dertig jaar mee vooruit kunnen’‘, vult Riedstra aan. ,,Dus denken we ook aan een schone bodem en schoon water en het terugdringen van CO2-uitstoot. Want anders moet je over een paar jaar weer aan de gang.’‘
Het plan is zo goed als af, Kosters en Riedstra willen het in september aan de provincie aanbieden. Riedstra is er nog niet helemaal gerust op. Vooral omdat uit hun berekeningen een tegenvaller naar voren is gekomen: zelfs al verdwijnt al het vee uit Veenhuizen, dan nog halen ze de doelstellingen qua stikstofdepositie niet voor 100 procent. Hun plan lost ‘slechts’ 80 procent van de opgave op.
,,We hebben berekend dat je alle boeren van hier tot Zwolle moet weghalen wil je dat ene plantje in het Fochteloërveen redden. De totale neerslag op dit natuurgebied is 1800 mol, ons bedrijf met 400 koeien weghalen scheelt 2 mol. Ik realiseer me dat ik de uitstoot moet verminderen, maar ik kan niet terug tot nul. Er zal altijd een effect zijn van een boerderij op een natuurgebied, zo realistisch moet je zijn.’’
De afweging is: vind je voor nu een 8 voldoende, of blijf je gaan voor een 10?
Kosters is wat optimistischer. ,,Gaandeweg het proces hebben we vaak contact gehad, met de gedeputeerde en met ambtenaren. Er is veel waardering voor het initiatief van de boeren en het gebiedsproces. De afweging is: vind je voor nu een 8 voldoende, of blijf je gaan voor een 10? En het alternatief is: er gebeurt niks… Lastig is natuurlijk wel dat er geen Landbouwakkoord is gekomen.’’
En de financiën? ,,We hebben onze financiële paragraaf nog niet af’’, zegt Kosters. ,,En nee, ik kan niet zeggen hoeveel geld we nodig hebben. Ik denk wel dat het goed zou zijn als alle verschillende potjes voor gebiedsontwikkeling worden samengevoegd tot één. Want nu zijn er diverse, met allemaal een eigen verantwoordingstraject. Dat maakt het erg ingewikkeld.’’
,,Duidelijk is dat wij een deel van ons land moeten afwaarderen, omdat we het niet meer intensief kunnen gebruiken’’, voegt Riedstra eraan toe.
Is het project in Veenhuizen een voorbeeld voor de andere gebiedsplannen rondom de Natura 2000-gebieden? Kosters: ,,Ik denk het wel. De aanpak van inventariseren, doelstelling formuleren en gebieden uitruilen is een goede. Je hebt ook een onafhankelijk voorzitter nodig. Als voormalig wethouder en tegenwoordig zzp’er kon ik die rol op mij nemen.’’
Boer Jappie Riedstra uit Veenhuizen maakte zelf een plan om toekomstbestendig te kunnen blijven boeren. Foto: Rens Hooyenga
Belangrijk was ook, zegt Kosters, dat Jappie Riedstra de trekkersrol op zich nam. ,,Hij wist zijn buren mee te krijgen. In andere gebieden zul je te maken hebben met een grotere groep boeren en dan is dat natuurlijk lastiger. Maar uiteindelijk zullen de meesten zich realiseren dat er wel wat moet gebeuren. Je kunt dan maar beter het heft in eigen hand nemen.’’
Behalve een flinke oorkonde en eeuwige roem krijgen de studenten 500 euro
In restaurant Norgerholt is de jury, na kort beraad, het meeste onder de indruk van het studententeam met het plan voor Drentse rijst. Behalve een flinke oorkonde en eeuwige roem krijgen de studenten 500 euro. En een kritische vraag van gedeputeerde Henk Jumelet. ,,Heel inspirerend hoe jullie van buitenaf je licht op dit gebied laten schijnen. Maar is jullie plan wel uitvoerbaar voor de boeren?’’
De drie studenten denken even na. Dan zegt Ilaria: ,,Iedereen heeft er baat bij om te verkennen wat er mogelijk is. Of het echt kan, weet je pas als je het probeert. Maar er móét hier iets veranderen.’‘
Serie over het Fochteloërveen
Het Fochteloërveen was ooit een machtig moeras, duizenden jaren oud, honderdduizenden hectares groot. Tot de mensen met schoppen kwamen. In slechts een eeuw groeven we het veen af tot een flintertje. Wat we verloren terwijl we turf wonnen, realiseerden we ons pas toen het bijna te laat was.
Nu gloort er hoop. Het water keert terug. Zeldzame vogels zingen en broeden, slangen verstoppen zich in oude boomstammen, het veenmos groeit. Maar langs de randen van het natuurgebied duwen nog altijd de mensen.
Sinds ‘de stikstofkaart’ woedt in Nederland een steeds fellere strijd om de schaarse ruimte. Dagblad van het Noorden verkent welke dilemma’s dat oplevert in en rond het Fochteloërveen. Hoe blijft één van de belangrijkste natuurgebieden van Nederland in leven, terwijl nieuwbouwwoningen, landbouw, verkeer en toerisme steeds dichterbij komen?
Dit was het laatste deel in een vijfdelige serie verhalen, die tot stand kwam dankzij subsidie van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.