Er loopt een autoweg door één van de kwetsbaarste natuurgebieden van Noord-Nederland. Die kost elk jaar het leven aan tientallen dieren - maar is ook geliefd als snelle route van Appelscha naar Veenhuizen. De gemeente Ooststellingwerf sluit de weg dit najaar tijdelijk af, tot vreugde van Natuurmonumenten. In de omgeving gaat een dode-slangen-complottheorie rond.
Als je in de omgeving van het Fochteloërveen over doodgereden slangen begint, kun je daar twee soorten reacties op krijgen, afhankelijk van wie je voor je hebt.
Er zijn mensen die direct hun telefoon pakken en foto’s tonen. Een doodgereden slang is een erg verdrietig gezicht. Alleen al hoe open en bloot het dier erbij ligt, terwijl je weet dat het zich het liefste verstopt. Op de plaatsen waar zijn groene of bruine schubben het afgelegd hebben tegen de zwarte banden van een auto of een motor, is hij roze en rood opengebarsten.
Er zijn ook mensen die zichtbaar de neiging onderdrukken om met hun ogen te rollen.
,,Ik zie dus zelf nooit doodgereden slangen op die weg’‘, zegt Eppie van den Berg uit Appelscha. ,,Echt waar, nog nooit gezien, en ik fiets er vaak.’‘
Het zou me niks verbazen als ze die beesten zelf op de weg neerleggen
,,Ze zéggen wel dat er heel veel slangen sneuvelen’‘, stelt een man uit Fochteloo, die niet met zijn naam in de krant wil. ,,Maar ze houden dat volgens mij helemaal niet bij. Het zou me niks verbazen als ze die beesten zelf op de weg neerleggen. En dit hoor ik ook om me heen in de rest van het dorp.’‘
Dat dode slangen tot zoveel scepsis en speculatie leiden, komt doordat er een nogal ingrijpende verandering op til staat in november. Dan sluit de gemeente Ooststellingwerf de weg door het Fochteloërveen af voor gemotoriseerd verkeer, voor de duur van twee jaar.
Voor de slangen, kikkers, padden en salamanders wordt het gebied daardoor een stuk veiliger, hoopt gebiedsbeheerder Natuurmonumenten. Voor automobilisten betekent het een eind omrijden. Inwoners van met name Ravenswoud en Appelscha gebruiken de weg als snelle route richting Veenhuizen en Assen. Boeren uit de omgeving rijden er geregeld langs met zwaar materieel.
Adder, ringslang en gladde slang
Er komen in Nederland drie slangensoorten voor, en in het Fochteloërveen vind je ze allemaal. In theorie tenminste, want de dieren zijn schuw en meestal goed verstopt. Ze jagen op kleine vogels en zoogdieren, overwinteren in holen en liggen in het voorjaar graag op warme plekjes te zonnen.
Foto: Natuurmonumenten / Ricardo Atsma
De adder is de enige soort die giftig is. Hij heeft een driehoekige kop, verticale pupillen, en een donkere zigzagstreep over z’n bruine rug.
Foto: Natuurmonumenten / Andries de la Lande Cremer
Gladde slangen lijken wel wat op adders, maar hun pupillen zijn rond, hun huid gevlekt en ze bijten niet.
Foto: Natuurmonumenten / Wendy Labbé
De ringslang is duidelijk te herkennen aan gele vlekken rondom z’n kop. Hij is een stuk langer dan de andere soorten (tot 1,20 meter, terwijl adders en gladde slangen gemiddeld slechts een centimeter of 60 halen).
De slangen staan alle drie op de Rode Lijst van beschermde soorten; adder en ringslang als ‘kwetsbaar’, gladde slang als ‘bedreigd’.
Het zou beter zijn als die weg eruit gaat, en logischer ook
Écht druk is het in weekenden met mooi weer, als de toeristen komen. ,,Zaterdag en vooral zondag is het filerijden’‘, zegt Herman Feenstra, die al dertig jaar aan de weg woont. ,,Motoren, oldtimers, ouwe Dafjes, van alles. Het begint om een uur of tien en gaat door tot het eind van de middag. Ik ga zelf steeds vaker het huis uit op zondag. Het zou beter zijn als die weg eruit gaat, en logischer ook.’‘
De weg – Google Maps noemt ‘m ‘Fochteloërveen’, net zoals het natuurgebied, maar in de omgeving spreekt iedereen vaak gewoon van ‘de weg’ - hoort eigenlijk bij het vorige leven van het veen, toen het nog een landbouw- en industriegebied was. Hij verschafte toegang tot een aantal boerenerven en tot twee fabrieken, die gedroogd veen tot turfstrooisel verwerkten. De turfstrooiselfabrieken zijn tot aan de jaren 80 in bedrijf geweest. Daarna stopte de ontginning. De fabrieken werden gesloten en gesloopt, de boeren zijn op een enkeling na verhuisd.
Maar de weg ligt er nog. Midden in het Natura2000-gebied, dat daar last van heeft. ,,Niet alleen de dieren’‘, zegt woordvoerder Ine Kelderman van Natuurmonumenten. ,,Water is ook een belangrijke reden om die weg anders in te richten.’‘
Natuurmonumenten is druk bezig om het jarenlang afgegraven, omgeploegde en uitgedroogde veen weer tot nat moeras te maken. Zo wordt het een betere woonplek voor de dieren en planten die er van nature voorkomen, én kan het helpen klimaatverandering tegen te gaan. Levend veen dat onder water staat, slaat namelijk broeikasgassen op.
Hoogveengebied ligt hoger dan het omliggende land, als een spons op een tafel
Het gebied vernatten is alleen geen sinecure. Anders dan een laagveenmoeras, dat je relatief simpel onder water kunt laten lopen, ligt een hoogveengebied hoger dan het omliggende land, als een spons op een tafel. Daar loopt het water uit zichzelf eerder uit dan in.
De oplossing, bedacht Natuurmonumenten in de jaren 80, is kades. Het veen werd verdeeld in tientallen compartimenten en voorzien van damwanden, om het regenwater vast te houden. Eerst werd gewerkt met kades van kunststof, later van hout. Het waterpeil werd geleidelijk stabieler en hoger, waardoor de veenmossen zich konden uitbreiden; het idee werkt dus uitstekend. Helaas schort er iets aan de uitvoering.
,,Hout is niet zo duurzaam als we hadden gehoopt. Als dat een tijd onder water staat en daarna droog komt te staan, gaat het rotten en raakt het lek’‘, verklaart Kelderman.
Het water sijpelt door de lekke kades weg uit het veen, en ondertussen worden de zomers sinds 2018 steeds droger. Reden voor een grootscheeps kadeherstelplan. Natuurmonumenten is vorig jaar begonnen met de megaklus, die nog minstens vijf jaar zal duren en zo’n 30 miljoen euro kost. Maar daarna ligt er ook echt iets toekomstbestendigs, verwacht Kelderman: een stelsel stevige dijken van zand en leem.
Als je op de weg om je heen kijkt, zie je heel veel gras en berk
Terug naar die autoweg. Die fungeert namelijk ook als een soort dijk, maar dan op de verkeerde plaats. Letterlijk hoog en droog snijdt hij dwars door het veen, en dat frustreert het vernattingsproces. ,,Als je op de weg om je heen kijkt, zie je heel veel gras en berk’‘, beschrijft ecoloog Jacob de Bruin van Natuurmonumenten. ,,Puur omdat het water daar te laag staat. De weg is een barrière voor het water, net zoals-ie dat is voor de slangen.’‘
Ine Kelderman en Jacob de Bruin horen tot de categorie mensen met telefoons vol bloederige slangenfoto’s. Die krijgen ze van de vrijwilligers die de verkeersslachtoffers tellen, oprapen en nauwgezet noteren.
,,Ja, natuurlijk houden we die slachtoffers wél bij’‘, zegt Kelderman. ,,Minutieus. Ik moet toegeven dat we er niet altijd even actief over hebben gecommuniceerd; het is negatief nieuws, daar stuur je niet aan het eind van het jaar een leuk persbericht over. Maar ik kan je zo de aantallen geven.’‘
De vrijwilliger raapt in een jaar tussen de vijftig en de honderd dode slangen van de weg. ,,Dat heeft echt impact op de populaties’‘, zegt De Bruin. ,,Vooral de adder en de gladde slang gaan achteruit, en gladde slangen hadden we al niet gek veel in Nederland. Dus ja, we maken ons daar best wel zorgen over.’‘
Natuurmonumenten broedt al jaren op een plan om de autoweg om te vormen tot een fiets- en wandelpad. Maar dat mag de vereniging niet in haar eentje beslissen. De gemeente Ooststellingwerf, die eigenaar is van de weg, moet eraan meewerken.
,,Het is een heel traject geweest, en deels vóór mijn tijd’‘, blikt verkeerswethouder Gerben But van Ooststellingwerf terug. ,,Mijn voorganger Marian Jager heeft er veel over gesproken met de gemeenteraad en Natuurmonumenten.’‘
De gemeenteraad was niet onverdeeld enthousiast, maar wethouder Jager zette het plan door
Uit dat overleg kwam het idee voor een pilot van tweeënhalf jaar, waarin de weg autovrij is, en waarin de gemeente en Natuurmonumenten nauwkeurig bijhouden wat dat doet met het verkeer en de dieren. De gemeenteraad was niet onverdeeld enthousiast, maar wethouder Jager zette het plan door. Haar opvolger But staat er hetzelfde in als zij.
,,Die weg is ooit aangelegd als toegang voor een aantal erven’‘, zegt But. ,,Nu gebruiken we ‘m als doorgaande route, maar zo is hij nooit bedoeld. En er zijn genoeg alternatieven om naar Veenhuizen of Assen te rijden.’‘
Het lijkt mij heel goed om te proberen het gebied de rust en de ruimte te geven die het verdient
Als de auto’s van de weg gaan, schetst But, kan het een veel prettiger pad worden voor mensen die het veen graag van dichtbij willen leren kennen. ,,Het lijkt mij heel goed om te proberen het gebied de rust en de ruimte te geven die het verdient. Dat het een oase wordt voor de soorten die daar leven, en voor mensen die van natuur willen genieten.’‘
In de dorpen rondom het Fochteloërveen klinkt minder optimisme.
,,Het is hier een heikel punt’‘, zegt Sipke van Belle, de voorzitter van Dorpsbelangen Fochteloo. ,,Mensen zijn bang voor verkeersoverlast, dat al het verkeer straks door Fochteloo heen rijdt. En ze vrezen dat oudere mensen die slecht ter been zijn niet meer het natuurgebied in kunnen. Het is vooral veel emotie, hè? Je maakt je hele leven al gebruik van een weg, en dan gaat-ie ineens dicht.’‘
Er zijn mensen die Natuurmonumenten gewoon niet geloven
Maar de onvrede zit dieper dan de weg alleen, weet Van Belle. Koopt Natuurmonumenten bijvoorbeeld grond langs de rand van het Fochteloërveen, om een buffer te creëren tussen het hoge natte natuurgebied en het lage droge akkerland, dan wordt dat geïnterpreteerd als heerszucht en boerenpesten.
,,Sommigen hebben het gevoel dat Natuurmonumenten hier alles probeert op te kopen, en de mensen eruit wil drukken.’‘ Hij zucht. ,,Ik houd m’n hart wel eens vast. We leven in een tijd waar overal vraagtekens bij worden geplaatst, en er zijn mensen die Natuurmonumenten gewoon niet geloven.’‘
Wat denkt hij er zelf over? ,,Nou ja, ik weet dat de doodgereden dieren geteld worden en ik weet wie het doet’‘, zegt Van Belle. ,,Als je hem spreekt, klopt het aardig. Dit weekend kreeg ik nog een foto van hem van een gladde slang op de weg – die kan ik je zo doorsturen.’‘
In inspraak- en gemeenteraadsbijeenkomsten liepen de gemoederen ook hoog op, herinnert wethouder But zich. ,,Inwoners van Fochteloo zeiden dat het mijn schuld is als hun kind straks onder een trekker komt. En de gemeenteraad heeft me wel vier keer opnieuw gevraagd: waarom moet die weg nou dicht?’‘ Hij begrijpt de weerstand, zegt hij. ,,Natuurlijk. Je omgeving verandert en dat roept emotie op. Maar juist daarom is het belangrijk om die pilot te gaan doen.’‘
Ik wil graag uitgaan van feiten in plaats van aannames
Tijdens de tweejarige wegsluiting gaat de gemeente in totaal acht keer een meting doen op de wegen in de omgeving, om erachter te komen hoe druk het verkeer daar is. Dit jaar, nu de weg nog open is, hebben er al nulmetingen plaatsgevonden om straks goed te kunnen vergelijken.
,,Ik wil graag uitgaan van feiten in plaats van aannames’‘, zegt But. ,,Als er echt gevaarlijke verkeerssituaties ontstaan, moet de Fochteloërveenweg wellicht weer open. Maar als dat niet uit de metingen komt, en de natuur herstelt wél goed – dan moeten we als gemeenschap toch die afgesloten weg accepteren.’‘
Ine Kelderman benadrukt dat Natuurmonumenten níét van plan is alle toeristen uit het Fochteloërveen te weren. ,,Juist niet. We willen die weg uiteindelijk zo inrichten dat je nog beter kunt zien hoe mooi het veen is – alleen niet meer vanuit de auto.’‘
,,Je kunt het ook een keertje omdraaien’‘, zegt ecoloog Jacob de Bruin. ,,We hebben als mensen al 90 procent van het veen opgebrand. We zijn er rijk van geworden. Het minste wat we kunnen doen, is die laatste 10 procent een beetje beschermen, in plaats van te klagen dat je er niet meer doorheen kunt rijden.’‘
Serie over het Fochteloërveen
Het Fochteloërveen was ooit een machtig moeras, duizenden jaren oud, honderdduizenden hectares groot. Tot de mensen met schoppen kwamen. In slechts een eeuw groeven we het veen af tot een flintertje. Wat we verloren terwijl we turf wonnen, realiseerden we ons pas toen het bijna te laat was.
Nu gloort er hoop. Het water keert terug. Zeldzame vogels zingen en broeden, slangen verstoppen zich in oude boomstammen, het veenmos groeit. Maar langs de randen van het natuurgebied duwen nog altijd de mensen.
Sinds ‘de stikstofkaart’ woedt in Nederland een steeds fellere strijd om de schaarse ruimte. Deze krant verkent in vijf verhalen welke dilemma’s dat oplevert in en rond het Fochteloërveen. Hoe blijft één van de belangrijkste natuurgebieden van Nederland in leven, terwijl nieuwbouwwoningen, landbouw, verkeer en toerisme steeds dichterbij komen? Volgende week deel 4: het stikstofspook bezorgt zowel boeren als theatermakers nachtmerries.
Deze verhalen kwamen tot stand dankzij subsidie van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.