De uitkijktoren op het Aekingerzand wordt gesloopt, boswachter Lysander van Oossanen kijkt over het mistige landschap. Foto: Rens Hooyenga
De uitkijktoren op het Aekingerzand (Drents-Friese Wold) is gammel en wordt gesloopt. Geld voor een nieuwe is er nog niet, tot spijt van boswachter Lysander van Oossanen. „Als de toren verdwijnt, is dat een groot gemis.”
Voor 1 maart zal de beeldbepalende toren in het Nationaal Park Drents-Friese Wold weggehaald worden. De toren uit 1995 is afgeschreven en ieder jaar vertoont hij meer mankementen bij de keuring. Geld voor dat onderhoud loopt uit de klauwen.
Dat geld is er ook helemaal niet bij Staatsbosbeheer, vertelt boswachter Lysander van Oossanen. „We hebben een klein budget om wandel- en fietspaden te onderhouden. Zo’n toren is extra, daar krijgen we geen vergoeding voor.” Rond de kerst waren er gaten ontstaan. Een plank op de bovenste verdieping brak af. Dat was niet voor het eerst. Kortom: de uitkijk is niet veilig meer.
Favoriete fotoplek
Van Oossanen benadrukt dat hij weet hoe geliefd de toren is in de omgeving van Appelscha. Bovenop kijk je uit over duinen en heide. „Hier komen veel mensen om foto’s te maken. Ik ook: hier zijn mijn trouwfoto’s gemaakt. We zijn ons dus echt wel bewust dat er een eye catcher weggaat.”
Staatsbosbeheer wil graag een nieuw uitkijkpunt. Daarvoor zoekt de organisatie nog naar geld, bij gemeenten, provincie en ondernemers. Van Oossanen schat de kosten op minimaal een ton.
Locatie uitkijkpunt is slecht voor vogels
Als de financiering lukt, moet de nieuwe toren op een andere plek komen. Eentje die de natuur minder verstoord. Op de huidige plek zitten grondbroeders zoals de boomleeuwerik en tapuit op hun eitjes. De natuurbeheerders zijn zuinig op die tapuit. Deze populatie van zwart-wit vogeltjes (ze lijken op kwikstaartjes) is de laatste inheemse binnenlandse broedpopulatie. De tapuiten die langs de kust en op de eilanden broeden, zijn genetisch anders.
Bovenop de uitkijktoren op het Aekingerzand kijkt Lysander van Oossanen uit over duinen en heide. Foto: Rens Hooyenga
Natuurbeheerders zagen in coronatijd hoe verstorend wandelaars in dit gebied kunnen zijn. „Het Aekingerzand werd toen onder de voet gelopen”, vertelt Van Oossanen. Bezoekers liepen massaal op de schapenpaadjes over de heide. Toen Staatsbosbeheer die paadjes afsloot met borden, verdubbelde het aantal overlevende kuikens. De volwassen dieren hoefden zich minder schuil te houden en konden voedsel zoeken, zodat zwakkere kuikens (die later uit het ei komen) ook groot werden.
De nieuwe toren moet dichterbij de parkeerplaats bij de zandverstuiving komen. Daar is minder verstoring en is hij bereikbaarder voor gezinnen en mensen die slechter ter been zijn. „Het zou mooi zijn als de nieuwe voorziening ook toegankelijk is voor rolstoelgebruikers en mensen in een scootmobiel.”
Volgens de boswachter heeft ook de beoogde plek de ‘wauw-factor’. „Ik vind het zelf nog mooier dan de oude plek. Je kunt nog steeds ver weg kijken en ziet de zandvlakten ook beter.”
Seizoen zonder toren
Ideeën genoeg, maar nog geen geld. De afgelopen jaren was Staatsbosbeheer in gesprek met defensie, die de toren bij wijze van oefening zou aanleggen. „Maar toen viel Poetin Oekraïne binnen, sindsdien zijn de prioriteiten verlegd.”
Van Oossanen hoopt desondanks dat een nieuwe uitkijkpunt dit najaar wordt gebouwd. „Dat er komend seizoen niets staat, vind ik heel zuur. Wij vinden het belangrijk dat er een toren komt, zo houdt het gebied zijn belevingswaarde. Maar goed, dan moeten we er met z’n allen de schouders onder zetten.”
Het houtwerk van de toren is in slechte staat, zo staat in de keuringen. Foto: Rens Hooyenga