Tijdens de lezing wordt ingegaan op uiteenlopende sporen, zoals prenten, vraatsporen, veren en uitwerpselen. Foto: IVN Westerveld
IVN Westerveld geeft in januari een korte cursus spoorzoeken, waarin deelnemers leren hoe zij sporen van dieren in de natuur kunnen herkennen en interpreteren. De cursus bestaat uit een lezing en een praktijkexcursie en richt zich op sporen van zoogdieren, vogels en andere dieren die in het landschap hun aanwezigheid verraden.
De cursus start op donderdagavond 15 januari met een lezing bij Oens Huus in Wapse. De bijeenkomst begint om 19.30 uur en wordt verzorgd door René Nauta, die ruime ervaring heeft met het herkennen van dierensporen. Tijdens de lezing wordt ingegaan op uiteenlopende sporen, zoals prenten, vraatsporen, veren en uitwerpselen, en wat deze kunnen vertellen over het gedrag van dieren.
Op zaterdag 17 januari volgt het praktijkgedeelte met een excursie op het Aekingerzand, van 10.00 tot 12.00 uur. Tijdens deze wandeling leren deelnemers in het veld sporen te herkennen en te duiden. Daarbij wordt aandacht besteed aan onder meer wissels van reeën en vossen, sporen van vogels en aanwijzingen die duiden op roofdieren.
René Nauta schreef samen met Aaldrik Pot het Prentenboek en geldt als deskundige op het gebied van dierensporen. Volgens IVN biedt de cursus deelnemers een andere manier van kijken tijdens wandelingen en vergroot zij het inzicht in de natuur en de leefomgeving van dieren.
Natuurbeleving
IVN Westerveld organiseert regelmatig korte cursussen waarin natuurbeleving en praktische kennis centraal staan. Met de cursus spoorzoeken wil de organisatie laten zien dat ook wanneer dieren zelf niet zichtbaar zijn, hun aanwezigheid vaak duidelijk af te lezen is aan de sporen die zij achterlaten in het landschap. „Vaak horen we dat er tijdens wandelingen teleurstellend weinig dieren worden gezien. Maar als je goed om je heen kijkt kun je vaak wel zien dat er allerlei dieren zijn geweest”, zegt Wilma Bast namens IVN Westerveld.
Hoe zoek je de marter in het wild? Foto: IVN Westerveld
Dieren laten sporen achter, waaraan je ook nog kunt zien welk dier die sporen heeft gemaakt. „Soms zelfs wat het dier daar heeft gedaan. Iedereen kent wel de gaatjes in hout, gemaakt door diverse kevers. Of de haksporen van een specht die geprobeerd heeft om zo’n kever of zijn larve te pakken te krijgen. En dan zijn er natuurlijk de spechtenholen in de bomen waar ze broeden. In prikkeldraad vind je soms de haren van een das, of op het pad de keutel van een wolf. Wissels tonen de paadjes van ree, vos en das. Ook vinden we wel eens een veer die je kunt herleiden tot zijn eigenaar. Als er meer veren bij elkaar liggen kan dit erop duiden dat deze vogel is gepakt door een ander dier. Aan het plukken of het afbijten van de veren kun je soms zien wie de dader is geweest.”