Bollentelers leiden in juli 2022 belangstellenden rond tijdens de open dag op de proefvelden. Foto: Martijn Bijzitter
Al twee jaar lang houden Drentse bollentelers en HLB, een bedrijf dat zich bezighoudt met innovatie in de landbouw, proeven voor een schonere en meer duurzame bollenteelt. Wat werkt en wat niet? Inmiddels druppelen de eerste resultaten uit het Programma Duurzame Bollenteelt Drenthe binnen. En die zijn heel hoopgevend, zegt Janny Peltjes van HLB.
„Er kunnen flinke stappen gezet worden in vermindering van de milieubelasting”, reageert Peltjes. „Je ziet wel dat het uiteraard afhankelijk is van omstandigheden en vooral weersinvloeden kunnen roet in het eten gooien. Maar al met al zijn we erg blij met de geboekte resultaten. Ze bieden veel perspectief om de teelt heel duurzaam te kunnen maken.” Woensdagmiddag worden de resultaten toegelicht tijdens een informatiebijeenkomst in Fluitenberg.
Een waarschuwingssysteem voor bestrijding van de schimmel vuur, en gebruik van biologische olie. Dat lijken op dit moment de meest succesvolle proeven. „De resultaten in de vuurbeheersing zijn op een aantal soorten spectaculair, bij deze supersterke soorten kun je zonder chemie.” Ze voegt eraan toe dat er dan wel het een en ander moet veranderen op gebied van vraag en afzet, zodat telers ook echt kiezen voor soorten die milieuvriendelijker geteeld kunnen worden.
Proeven
Telers en HLB hebben in 2021 en 2022 diverse proeven gedaan. Naast de experimenten rond vuur en luizen kregen bollen een plantgoedbehandeling, werd getest met middelen met een lage milieubelasting uit andere teelten en is in 2022 een start gemaakt met biologische teelt.
Het leidde, ook per jaar, tot wisselende resultaten. De proef met het waarschuwingssysteem laat een goed resultaat zien. Vuur verspreidt zich heel snel tijdens nat weer. Het jaar 2021 was een nat jaar waarin de schimmel veel voorkwam. Het jaar 2022 startte nat, maar kende een heel droge zomer. Het waarschuwingssysteem, dat de teler advies geeft wanneer het nodig is gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken, bleek een goed middel om vuur onder controle te houden.
Daarnaast wordt het aantal toepassingen afgestemd op de gevoeligheid van soorten. Bij mindergevoelige soorten leidde dit tot een vermindering van de milieubelasting van 27 tot 44 procent. Gevoelige soorten scoorden laag met een vermindering van 3 procent. Daarnaast was de besparing in het natte 2021 hoger dan in het droge 2022. Een experiment met plantversterkers heeft nog onvoldoende resultaten laten zien. Het is de bedoeling dat er een rassenlijst komt met de verschillen tussen leliesoorten, zodat telers zelf een duurzamere keuze kunnen maken.
Luizen
Dan heb je luizen, die virussen verspreiden op de bollenvelden. Om deze te weren is geëxperimenteerd met akkerranden en bloemstroken. De bloemen trekken de natuurlijke vijanden van de luizen aan. Dit werkte in 2021 positief, in 2022 was het effect niet duidelijk zichtbaar. De akkerranden en bloemstroken lijken onvoldoende robuust om virusaantasting te voorkomen, maar hebben wel een gunstig effect op natuurlijke vijanden en biodiversiteit.
Een andere proef bij bestrijding van luizen was die met biologische olie. De planten moeten zeer regelmatig bespoten worden, bleek uit de experimenten, maar er hoeven dan wel minder chemische gewasbeschermingsmiddelen gebruikt te worden. Ook hier is een groot verschil tussen soorten te zien en ook hier moet een rassenlijst met verschillen beschikbaar komen voor de sector.
Middelen uit andere teelten
Er is ook getest met gebruik van middelen die een lagere milieubelasting kennen en die nu in andere teelten worden gebruikt. Een aantal middelen liet een goed resultaat zien. De leliesector kan de milieubelasting dus verder verlagen als de overheid deze middelen toestaat in de bloembollensector.
Het Programma Duurzame Bollenteelt Drenthe besteedt ook aandacht aan biologische teelt van lelies. Er wordt niet alleen gekeken naar haalbaarheid, maar ook naar verwerking en afzetmogelijkheden van biologische lelies. De voorbereidingen zijn eind 2022 gestart en krijgen een vervolg in 2023.