Gedeputeerde Henk Jumelet in Diever: 'We willen komen tot de teelt van kwalitatief goede bloembollen waarmee je de leefomgeving zo min mogelijk belast.' Foto: Arjan Jonkers
Er is de deelnemers aan het Programma Duurzame Bollenteelt Drenthe alles aan gelegen om het project te laten slagen. Naast het verder verduurzamen en vitaliseren van de sector, is het herstellen van het onderlinge vertrouwen tussen omwonenden, bewoners en telers een groot onderwerp.
De Drentse bollenteelt gaat de komende jaren onder regie van de provincie Drenthe op zoek naar een schonere teelt die minder vatbaar is voor ziektes en de leefomgeving zo min mogelijk belast. Dat kan ook de relatie met de omgeving verbeteren, zo werd vrijdagmiddag duidelijk tijdens de start van het project in het gemeentehuis in Diever.
De pilot moet praktijkrijpe oplossingen opleveren voor minder milieubelasting en de spanning met omwonenden verminderen. Of zoals wethouder Jelle de Haas het omschreef: „het project moet bijdragen aan het behoud van de leefbaarheid op het platteland door te werken aan herstel van onderling vertrouwen, maar bovenal respect voor elkaar en elkaars eigendommen.”
Nieuwe stijl
In het drie jaar durende project willen onderzoekers, overheden en middelenleveranciers samen met telers en omwonenden meer ervaring opdoen met een bollenteelt nieuwe stijl. Dit moet niet alleen in Drenthe, maar ook op andere plaatsen in Nederland leiden tot een meer duurzame en vitale bollenteelt met respect voor en door de omgeving. Niet toevallig is dat Westerveld de basis is voor het project. Voor de pilot in Westerveld is een bedrag van 1,2 miljoen euro uitgetrokken, waarvan het bedrijfsleven 5 ton inbrengt. Ook bollentelersvereniging KAVB werkt mee aan het Drentse proefproject. De te houden veldproeven zijn overigens niet nieuw. Er is al geëxperimenteerd met strokenteelt, meer natuurlijke plaagbestrijding en natuurranden om de percelen.
Start Duurzame Bollenteelt Drenthe in Diever. Foto: Arjan Jonkers
Tegenstanders
Al jaren staan in Westerveld de tegenstanders van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen lijnrecht tegenover de gebruikers van die middelen: de bollentelers. Inwoners maken zich ernstige zorgen over hun gezondheid en hun directe leefomgeving. De gewasbeschermingsmiddelen die telers gebruiken, worden door de tegenstanders als grote boosdoeners gezien. De telers willen het gebruik van de middelen die ziekten en plagen tegengaan en wettelijk wel zijn toegestaan, ook wel verminderen. Ze hebben dan wel leliesoorten nodig die beter bestand zijn tegen de gevaren die bij de teelt op de loer liggen.
Belasten leefomgeving
In het project wordt volgens de Drentse gedeputeerde Henk Jumelet juist op die punten de nadruk gelegd. „Het doel is te komen tot de teelt van kwalitatief goede bloembollen waarmee je de leefomgeving zo min mogelijk belast. Of dat een andere manier van spuiten is, met andere middelen, of door aanleg van bufferstroken met bloemrijke akkerranden, daarnaar zijn de telers samen met onderzoekinstituut HLB uit Wijster op zoek.” De zoektocht naar de voor alle partijen beste oplossing wordt via veldproeven gedaan. Die zijn volgens voorzitter Jaap Bond van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor de Bloembollensector (KAVB) erg belangrijk. „En niet alleen voor Westerveld.”
Delen
Belangrijk noemt Bond ook het in contact zijn met alle betrokken in gesprek te zijn en te blijven. „Van onderzoekers en telers tot inwoners en aanwonenden van agrarische percelen, teeltadviseurs en de overheden. Waar loop je tegenaan, wat zijn de alternatieven, waar kun je nog meer verbeteren?” Jelle de Haas voegde daar nog aan toe dat de deelnemende partijen samen de verantwoordelijkheid hebben om het platteland leefbaar te houden. „En om voor een fijne leefomgeving te zorgen met respect voor elkaar. De pilot draagt aan een gemeente Westerveld waarin partijen elkaar respecteren en vinden in de dialoog.”
Het Programma Duurzame Bollenteelt Drenthe is onderdeel van het landelijke uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 van het ministerie van LNV en wordt uitgevoerd door HLB research en consultancy, KAVB, gemeente Westerveld, provincie Drenthe, WDODelta, Agrifirm, CAV Agrotheek, de telers en WPA Robertus.