Tijdens de informatiebijeenkomst wisselde de Rob Faasen Wisselbokaal (voor initiatieven die problemen aanpakken op het gebied van bestrijdingsmiddelen en waterkwaliteit) van eigenaar. Jaap Bond van de Koninklijke Algemene Vereeniging voor Bloembollencultuur overhandigde de prijs aan het project Uitvoeringsprogramma Oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa, waar bollentelers samenwerken met het waterschap) Foto: Gerrit Boer
De eerste resultaten van de praktijkproeven voor een gezonde bollenteelt zijn hoopgevend. Het kán, minder gif gebruiken bij lelieteelt, maar waar komt het prijskaartje hiervoor te liggen? En, ook belangrijk, de spuit blijft in beeld, maar wel met een andere inhoud.
Het waren belangrijk punten tijdens de informatiebijeenkomst over het Programma Duurzame Bollenteelt Drenthe in Fluitenberg, woensdagavond. Maar eigenlijk bleef één andere conclusie het meest hangen: discussie over een gezonde bollenteelt gaat uiteindelijk over de emotie van dit moment. Want hoe veelbelovend sommige uitkomsten van de experimenten ook zijn voor de toekomst, veel omwonenden van bollenvelden wilden maar één ding weten. „Kan ik nú veilig de was buiten hangen en het slaapkamerraam open zetten als er een gifspuit langs komt?”
Een omwonende vroeg het gedeputeerde Henk Jumelet op de man af: „Kan de politiek garanderen dat er nu niets illegaals gebeurt?” Jumelet verwees naar onderzoeken die op dit moment lopen naar de effecten van stapeling van bestrijdingsmiddelen. „Maar”, verzekerde hij, „er gebeurt nu niets wat niet mag gebeuren.”
De pilot Duurzame Bollenteelt zoekt niet alleen uit hoe de teelt met minder milieubelasting kan plaatsvinden, onderdeel van het programma is ook dialoog met burgers, omwonenden en telers. De informatiebijeenkomst was hier een voorbeeld van. Rob Chrispijn uit Vledderveen, voorzitter van Meten=Weten, zag weinig in dialoog. „Communicatie is niet het echte probleem. Omstanders en burgers hebben last van pesticiden en insecticiden. Waarom zou de burger moeten accepteren dat hij gif vindt in zijn eigen tuin? Daar moet de pilot over gaan, niet over dialoog.”
Proeven
Dan even terug naar de proeven die al twee jaar worden gehouden in Westerveld. Janny Peltjes, CEO van HLB, een bedrijf dat zich bezighoudt met innovatie in de landbouw en in dit project samen optrekt met telers, hield er een uitgebreide presentatie over. In 2025 moet de lelieteelt de helft minder milieubelasting geven en het is duidelijk dat er nog heel wat werk aan de winkel is.
Niet alle methoden zijn even succesvol, maar op gebied van bestrijding van schimmel en luizen valt winst te behalen, ook op het gebied van milieubelasting. Soms ook met middelen uit andere teelten. „Wetgeving en overheid vormen dan een bottleneck”, stelde Peltjes. „Middelen uit andere teelten mogen niet zomaar gebruikt worden.” Ook blijkt dat sommige soorten lelies gevoeliger zijn voor bepaalde ziekten dan andere. Duurzame Bollenteelt Drenthe wil daarom dat er rassenlijsten komen zodat telers zelf een goede keuze kunnen maken. „De volgende stap wordt bewustwording in de keten. De consument moet ook willen betalen voor een duurzame lelie”, stelde Peltjes. Een lastig punt, want een groot deel van de teelt wordt geëxporteerd naar Azië en de VS.
De onderzoeken gaan dit jaar verder. De pilot duikt in de kansen voor biologische teelt en er wordt een proef gestart met mechanische onkruidbestrijding met een wiedeg.