De noodnachtopvang in tenten. Hier in Stadskanaal, waar deze vorm van opvang in december 2023 van start ging. Foto: archief/Huisman Media
De één is naar eigen zeggen ‘pislink’, de ander bezorgd, nieuwsgierig of hulpvaardig. De tientallen Beilenaren die woensdagavond de informatieavond over de komst van een nachtopvang voor asielzoekers naar hun dorp bezoeken, hebben verschillende opvattingen over het plan.
„Als het allemaal waar is wat ze zeggen, dan komt het goed. Wij wachten het gewoon af”, zegt Henk Oosterhuis, die aan de Hijkerweg, vlakbij het evenemententerrein in Beilen woont. Op dat terrein komt vanaf 1 september de nachtopvang voor asielzoekers voor wie geen plek is in het aanmeldcentrum van het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA) in Ter Apel.
Midden-Drenthe neemt dan tot 15 januari volgend jaar het stokje over van de gemeente Pekela die de nachtopvang nu twee maanden voor haar rekening neemt in navolging van De Wolden. „Die mensen moeten ook een plek hebben, zo is het toch?”, vervolgt de Beilenaar.
Sommige buren van hem zijn ronduit boos op de gemeente. Ronny Marissen is „Pislink”. „Onze tuin grenst aan het terrein; er zit alleen een slootje tussen. Wie zegt mij dat ik straks geen asielzoekers in de tuin heb staan?”, vraagt hij zich hardop af. Voorbeelden van wangedrag van veiligelanders in Ter Apel vliegen over de tafel waar hij met zijn vrouw en enkele buurtgenoten bij staat. „Ik ben gewoon erg bezorgd”, zegt Marissen. „Ik heb kinderen van 14, 16 en 18 jaar. Kunnen die nog veilig over straat ‘s avonds?”
‘Het is al beslist’
De brief van de gemeente met de aankondiging van de nachtopvang, die twee weken geleden bij de gezinnen op de mat viel, heeft veel losgemaakt. „Het is allemaal al beslist. Het wordt ons door de strot gedrukt”, zegt Wesley Schepers, die met zijn broer Kevin en ouders aan de rand van het evenemententerrein woont. Kevin: „Het gaat om veiligheid. We kunnen niet 24 uur een oogje in het zeil houden. ‘s Nachts als de asielzoekers er zijn, slapen wij.”
Ondertussen is de gemeente al bezig het evenementenerrein, dat volgens veel Beilenaren nodig wat onderhoud kon gebruiken, klaar te maken voor de COA-tenten worden geplaatst. „Nu kan het wél”, klinkt het. Dat het maximum aantal asielzoekers per nacht 225 is, in plaats van tweehonderd, zoals in de brief stond, valt bij sommige buurtbewoners ook verkeerd.
Niet opsluiten
Op de inloopavond in de Drenthehal in Beilen kan iedereen vragen stellen aan burgemeester Jan Zwiers, wethouders, ambtenaren en COA-medewerkers. Locatiemanager Benny Schonewille buigt zich met de aanwonenden over een luchtfoto en wijst de plek aan waar de twee tenten voor de nachtopvang worden geplaatst. „Er komt een hek omheen, maar we sluiten mensen niet op. Dat mag ook niet”, legt de COA-manager uit. „Maar de ervaring leert dat mensen gewoon heel erg moe zijn na een dag wachten in Ter Apel en vooral willen slapen.”
Hij vertelt ook dat er per nacht veertien beveiligers op het terrein zijn. De asielzoekers, een mix van gezinnen en alleenstaanden, komen ‘s avonds met bussen aan en worden de volgende ochtend teruggebracht naar Ter Apel.
‘Overlast voorkomen’
„Mensonwaardig”, noemt buurtbewoonster Susanne het schrijnende gevolg van het landelijke asielbeleid. „Dat wij in Nederland niet in staat zijn om dat beter te regelen, daar kan ik heel boos om worden.” De Beilense, die liever niet met haar achternaam in de krant wil, is ook bezorgd. „Niet over de mensen die hier gaan slapen, die moeten een plek hebben. Ik ben vooral bang voor geluidsoverlast ‘s nachts. Als bij de tenten straks constant aggregaten staan te draaien voor de stroomvoorziening geeft dat een enorm lawaai.”
Nadat burgemeester Jan Zwiers een tijd met haar boze buurtgenoten heeft gepraat, komen de gemoederen wat tot bedaren. Hij bevestigt dat de vluchtelingen in de nachtopvang niet worden opgesloten, „maar waar het om draait is dat we overlast voorkomen. Daar heeft niemand belang bij. De garantie dat er nooit wat gebeurt, kunnen we niet geven, maar dat geldt altijd voor de hele samenleving.”
Henk Oosterhuis bekijkt het van de positieve kant: „Het evenemententerrein wordt nu tenminste wél opgeknapt.”