(Student-)archeologen zochten in 2015 op handen en knieën naar prehistorische sporen in Dalfsen. Foto: Jasper van Overbeek
In het Hunebedcentrum in Borger is er een tijd vóór en een tijd ná Dalfsen. Want in mei 2015 ontdekten archeologen in Dalfsen (Overijssel) het destijds grootste grafveld van hunebedbouwers van Noordwest-Europa. ,,Dalfsen is hier echt een begrip.”
Het is nu tien jaar ‘na Dalfsen’, zoals Hunebedcentrum-directeur Harrie Wolters zegt. ,,Wat gaat de tijd toch snel”, verzucht hij. ,,Ja, Dalfsen was een fantastisch bericht. Voor Nederland een volstrekt uniek gebeuren. Een spectaculaire vondst.”
Wolters komt superlatieven te kort om de opgraving van 2015 te omschrijven. Archeologen deden toen onderzoek in Dalfsen omdat er een nieuwbouwwijk zou worden gebouwd. Daarbij stuitten ze op het grootste grafveld van het Trechterbekervolk (de hunebedbouwers) uit de periode dat er geen hunebedden meer werden gebouwd, maar graven.
Compleet, vers uit de grond
Wat het volgens Wolters zo speciaal maakte, is dat het complete vondsten waren. ,,Het grafveld was volledig nieuw, zoiets was nog nooit gevonden. Alles lag bij elkaar, echt een totaalplaatje. Er waren greppelachtige structuren en heuvels bij, en mooie potten die ook nog helemaal heel waren”, vertelt Wolters. ,,Dat is ook bijzonder. Ze kwamen zo vers uit de grond. Meestal vind je ze in allemaal stukken.”
Aardewerken kommen die in 2015 werden gevonden in de graven in Dalfsen. Foto: Jasper van Overbeek
Bovendien vonden de onderzoekers een soort vierkant in de grond; het is niet echt duidelijk wat dat is, maar het zou kunnen duiden op een bijgebouw of zelfs een boerderij. Dat is ook speciaal, want nederzettingen van hunebedbouwers zijn hier nog nooit gevonden, legt Wolters uit. Er zijn de afgelopen jaren wel vaker verkleuringen (een soort afdrukken) van boerderijen in de grond gevonden, bijvoorbeeld bij nieuwbouwwijk Daalkampen in Borger - maar die stammen uit de latere brons- en ijzertijd.
,,Van de steentijd hebben we echt nul vondsten. We hebben geen idee hoe een boerderij er toen uitzag of waar precies in Drenthe de hunebedbouwers woonden”, zegt hij. ,,De boerderijen hier hebben we nagebouwd op basis van vlekjes in de grond van een Duitse plattegrond. Van die palen weten we een beetje de omtrek en de ingang. Maar al het andere verzinnen we erbij.”
Jaloers
De afgelopen tien jaar zijn de wetenschappelijke inzichten sterk veranderd. Zo weten we nu dat hunebedden en grafheuvels veel meer waren dan alleen graven; het waren monumenten ter ere van voorouders, zegt Wolters. ,,Tien jaar geleden werd er in de archeologie nog niet zo over gesproken dat het rituele plekken waren. Maar het waren plekken waar mensen echt samenkwamen. Dat gegeven hebben we zelfs in onze expositie nog nauwelijks.”
Het grafveld in Dalfsen in 2015. Foto: DVHN
Door de nieuwe ontdekkingen uit Dalfsen moest destijds informatie in de tentoonstelling van het Hunebedcentrum in Borger worden toegevoegd, met onder meer een filmpje van het onderzoek. ,,Ik zou ook wel de vondsten uit Dalfsen hier willen hebben, die waren hartstikke mooi. Maar dat is niet gelukt, ze willen ze zelf. Daar zijn we wel jaloers op. Maar we gunnen het Overijssel van harte, hoor”, lacht Wolters. Ach - Drenthe heeft altijd de hunebedden nog.
Hoop op tentoonstelling
Wolters hoopt wel dat Overijssel er binnenkort nog een mooie tentoonstelling van gaat maken. ,,Ik vind dat dat moet op de plek waar het hoort", zegt hij. ,,Achteraf had je er misschien in die nieuwe woonwijk wat meer mee kunnen doen. Maar ja, je weet altijd pas op het eind hoe bijzonder het eigenlijk was.”
De vondsten liggen nu nog in depots. Na jaren van onderzoek zijn de conclusies drie jaar geleden gepubliceerd; vorig jaar kwam een delegatie uit Dalfsen op bezoek in Borger. ,,Ze denken aan een kleine expositie in een bestaand museum. We hebben onze hulp aangeboden. We gaan ook nog een keer terug om daar een bezoek te brengen. Wie weet ontstaat er nog een sterke band tussen Dalfsen en Borger, in de geest van de hunebedbouwers."
'Alles kan’
En wie weet wat er nog diep onder de grond verscholen ligt. Want dit soort vondsten zijn vrijwel altijd toevalstreffers. Je weet ongeveer wáár je iets kunt verwachten, maar wát? Het is en blijft een verrassing. ,,Dat is het mooie van archeologie", besluit Wolters. ,,Het zou spectaculair zijn als zoiets een keer in Drenthe wordt gevonden. Alles kan.”