Oefenterrein De Haar bij Assen krijgt landelijke proef met grondgebruik Defensie én boeren

De proef moet uitwijzen of boeren op militaire oefenterreinen landbouwgrond kunnen blijven gebruiken. ,,Als de pilot een succes wordt, rollen we die uit over de rest van het land”, zegt Tuinman. De staatssecretaris van Defensie ging woensdagmiddag in gesprek met boeren in Laaghalerveen die grond moeten inleveren voor de uitbreiding van oefenterrein De Haar bij Assen van 400 naar 700 hectare.

Tuinman ging aan de keukentafel van recreatiebedrijf Het Drents Kwartiertje eerst in gesprek met vier boeren die het zwaarst getroffen worden door de uitbreidingsplannen van Defensie. Zij raken waarschijnlijk hun bedrijf kwijt. Daarna ging de bewindsman in gesprek met andere boeren die grond moeten inleveren.

De staatssecretaris liet begin deze maand in de Tweede Kamercommissie Defensie al weten dat De Haar in beeld was voor een proef met medegebruik door landbouw. Samen met Zeewolde en Weert. Maar Tuinman heeft nu voor Drenthe gekozen om de pilot te houden.

De boeren hebben samen met de provincie Drenthe en de gemeente Midden-Drenthe aangedrongen op het medegebruik van gronden van het nieuwe deel van het oefenterrein. Ze zetten wel vraagtekens bij het eigendomsrecht van de grond en wanneer de grond gebruikt mag worden. ,,Blijft de landbouwgrond van de boeren of gaat het naar Defensie?”, zegt Jacob Nijhoff, voorzitter LTO Noord van de afdeling Midden-Drenthe. Hij was ook bij het gesprek aanwezig.

Nijhoff vindt dat er ook voorwaarden geregeld moeten worden die nu nog belemmerd worden door wetgeving. ,,Wil een boer gras of akkerbouwgewassen telen dan zal de grond bemest moeten worden. De mestwetgeving staat dat bij gezamenlijk grondgebruik nu niet toe. Verder is de kans groot dat door de militaire oefeningen gewassen beschadigd worden. Hier moet een goede compensatieregeling voor komen.”

Tuinman is helder over het grondeigendom. ,,De grond wordt van Defensie. Maar hoeveel grond gebruikt gaat worden en wanneer, dat moeten we allemaal nog uitzoeken.” Hij ziet in De Haar kans om te oefenen in een ander soort gebied dan bossen en heide. Hij wijst naar het vers gemaaide grasland tegenover Het Drents Kwartiertje. ,,Daarin moeten we leren opereren en in zo’n maisveld als daar verderop.”

Albert Piel is een van de vier boeren die het zwaarst getroffen wordt. Hij ziet de pilot als een handreiking van de staatssecretaris. ,,Maar het is nog onzeker hoe het gebied eruit komt te zien. Ik vroeg hem hoe vaak er straks geoefend wordt. Daar heb ik geen antwoord op gekregen.” Piel weet ook niet of er nog toekomst is voor zijn veebedrijf met de pilot. ,,Dat kan ik pas zeggen als de plannen concreter zijn.”