Bernhard Hanskamp voor zijn boerderij uit 1850, die nu gesplitst is in twee verschillende woningen. Foto: Harry Tielman
Tot het jaar 2050 moet Drenthe 45.000 nieuwe woningen realiseren. Lukt dat? Is er genoeg ruimte beschikbaar? Planoloog Bernhard Hanskamp neemt ons mee langs ‘witte vlekken’ en ‘straatjes erbij’.
„Drenthe zit in een luxepositie, dat meen ik serieus.” De eettafel in de karakteristieke boerderij van Bernhard Hanskamp ligt bezaaid met ambtelijke nota’s en plattegronden van Drenthe. De koffiekopjes en plakjes Knol’s koek moeten er bijna voor aan de kant.
Wie niet beter weet, zou denken dat de oud-ambtenaar van de provincie Drenthe nog steeds aan de planologische touwtjes trekt in het provinciehuis. Maar dat is niet het geval. Hanskamp ging tien jaar geleden al met pensioen. Maar nog steeds is hij het ruimtelijk geweten van Drenthe. Auteur ook van het boek Gewogen Ruimte, een standaardwerk van 365 pagina’s over de ruimtelijke inrichting in Drenthe van 1970 tot 2050.
Luxepositie
Over dat laatste jaartal spreken we als Bernhard Hanskamp het woord luxepositie in de mond neemt. „Tot 2050 moeten we 45.000 nieuwe huizen bouwen”, constateert hij. „Het grote voordeel van Drenthe is dat we volop ruimte hebben om dat aantal te kunnen realiseren.”
„Assen, Emmen, Meppel. Hoogeveen, maar ook Coevorden, Beilen en Roden: daar is heel veel ruimte. Meer dan in menig andere provincie. En veel van die gronden hebben al de bestemming woningbouw.”
De bouwopgave van Drenthe gaat niet of nauwelijks ten koste van de landbouw, stelt de planoloog. „Ik fiets ook wel eens door Salland in Overijssel of in de Gelderse Achterhoek. Daar zitten de boeren elkaar letterlijk in de weg. Dat heb je hier niet. Vroeger had Drenthe 16.000 boeren, nu nog maar 1600. In Zuidwest-Drenthe, rond Dwingeloo en Diever, zijn nog relatief veel boeren. In de Veenkoloniën ook: akkerbouwers, maar voornamelijk melkveehouders. In andere gebieden zijn helemaal niet zo veel boeren meer. In de omgeving waar ik woon, Nijlande, ken ik ze bijna allemaal persoonlijk.”
‘Volop witte vlekken’
Van links naar rechts gaat zijn hand over een royale kaart van Drenthe. „Hier zijn nog volop witte vlekken, grond die beschikbaar is voor woningbouw: Assen-Noord, Meppel-Noord, de Delftlanden bij Emmen. Als ik dat allemaal becijfer, dat is nog geen half procent van de totale oppervlakte van Drenthe. Daar kun je alleen al 30.000 tot 35.000 woningen kwijt.”
De hondsrugtoren in Emmen.
Want dat is de kunst: bouwen, bouwen en nog eens bouwen, maar met behoud van de vrije ruimte en het groene landschap van Drenthe. „Dat betekent voor een deel inbreiding in de steden, dus het bouwen binnen de bebouwde omgeving”, doceert Hanskamp. „Dat kan deels door sloop van oude panden en nieuwbouw op die plek. Maar ook met hoogbouw, zoals je al ziet in Emmen, Hoogeveen en Assen.”
Woningsplitsing
In de dorpen en kleine kernen moeten de gebouwen vooral niet de hoogte in. „Drie tot vier verdiepingen, dat kan soms nog in het centrum van de grotere dorpen. Maar hoger niet. Het karakter van het dorp moet behouden blijven.”
In het uitgestrekte Drentse landschap staan verschillende boerderijen of grote schuren leeg. „Gebruik die voor woningsplitsing. Soms kun je er wel zes verschillende appartementen of huizen in kwijt.” Zelf woont Hanskamp ook in een ‘gesplitste’ woning. De originele boerderij uit 1850 in Nijlande bestaat nu uit twee aparte woningen, elk met een eigen ingang.
Straatje erbij
Hij ergert zich dikwijls aan ‘die dure bureaus’ uit de Randstad die plannen maken voor uitbreiding van de dorpen in Drenthe. „De kennis van Drenthe ontbreekt. Het Planbureau voor de Leefomgeving kwam onlangs met het rapport ‘Straatje erbij’. Ik heb dat eens even nauwkeurig bekeken. Ze hanteren standaardmodellen, maar er klopt niets van. Tientallen burgerwoningen erbij in Orvelte, Balloo en Loon? Dat kan helemaal niet. Zij kennen het Drentse esdorpenlandschap niet.”
De A37 in de richting van de grens met Duitsland. Volgens Bernhard Hanskamp is deze snelweg een 'parel' in de toekomst. Foto: Gerrit Boer
Enorme kansen biedt de Nedersaksenlijn. De door het Noorden vurige gewenste spoorlijn werkt straks als een magneet voor de woningbouw in het gebied tussen Emmen en Stadskanaal. Maar Hanskamp noemt nog een pareltje. De A37, de snelweg die Meppel, Hoogeveen en Emmen verbindt met het Duitse achterland.
„Die A37 wordt vaak onderschat. Aan Duitse kant trekken ze de snelweg nu door via Meppen, Haselünne, Löningen en Cloppenburg, zo in één rechte lijn naar Bremen. Dan gaat het verkeer straks niet meer via de A1 bij Enschede de grens over, maar over de A37. Dat is goud voor Zuid-Drenthe, let maar op.”
Gedeputeerde Turenhout: Jongeren hebben de toekomst
Gedeputeerde Yvonne Turenhout heeft ruimtelijke ordening en wonen in haar portefeuille. Aan de hand van een aantal steekwoorden legt zij uit wat Drenthe binnen afzienbare tijd gaat merken van de (nieuwe) omgevingsvisie.
1. Wonen
„We hebben een heel grote woonopgave, landelijk en regionaal. De komende vijf jaar willen we ruim 16.000 huizen bouwen in Drenthe. Er komt een nieuwe wet aan, de wet versterking regie volkshuisvesting. Er komen allerlei rollen en taken bij de provincie te liggen die we nu wettelijk nog niet hebben. Bijvoorbeeld een instructieregel om locaties aan te wijzen als gemeenten dat zelf verzuimen. Maar dat is een uiterste consequentie. Ik ben meer van het gezamenlijk optrekken. Rijk, provincie en gemeente moeten in een soepele lijn samenwerken om de enorme woonopgave te realiseren. Hierbij gaat het niet alleen om nieuwbouw. We moeten ook grootschalig verbouwen. Zeker in bepaalde wijken, bijvoorbeeld in Emmen. Je kunt niet alleen maar investeren in nieuwbouw en constateren dat de rest van de samenleving achterblijft. Iedereen moet profiteren en een betere toekomst krijgen.”
Gedeputeerde Yvonne Turenhout. Foto: Marcel Jurian de Jong
2. Jongeren
„Als je een dorp vitaal wil houden, dan wil je ook dat er een plekje blijft voor de jeugd. Dat blijkt ook uit gesprekken die we hebben gevoerd met de jongeren zelf. De jeugd heeft de toekomst. We willen de jongeren vasthouden en zorgen dat ze een toekomst hebben in de dorpen. Niet vertrekken, maar een gezin kunnen stichten. Uit onderzoek blijkt dat onze jongeren de rust, de ruimte en het dorpse karakter van Drenthe enorm waarderen. Maar we zien tegelijk ook dat woningen vaak onbetaalbaar zijn. Met name voor starters. We hebben nu koopstart- en koopgarantie-regelingen, waarbij de koper maar een deel van de woning financiert. Bij verkoop van de woning moet je dat deel weer terugbetalen en de eventuele waardestijging wordt verdeeld tussen de bewoner en de gemeente of corporatie. We hebben bijvoorbeeld ook subsidies voor jongeren die samen met andere vrienden nieuwe woningen willen bouwen.”
3. Groene provincie
„Drenthe moet Drenthe blijven. De provincie heeft een voorname rol als hoeder van het landschap. Het groene karakter van Drenthe moet behouden blijven. Niet volbouwen met woningen. Dat is ook helemaal niet aan de orde. Het overgrote deel van Drenthe is landbouw en natuur. Een fractie is woningen. We hebben nogal wat uitdagingen als het gaat om het verbeteren van de natuur. Hoe gaan we om met water? Bij extreme waterval, maar ook in tijden van droogte? Langer water vasthouden in gebieden is essentieel voor de landbouw. Dat brengt dan het vraagstuk met zich mee of je in bepaald gebied nog wel hoogproductieve landbouw wilt of dat je naar andere oplossingen moet zoeken.”
Van contournota naar omgevingsvisie
Woensdag bespreekt het Drents Parlement de contournota ‘Horizon van Drenthe’ en de woonagenda ‘Voor elke Drent een (t)huis. Het is de opmaat naar de omgevingsvisie, die in 2025 in de steigers wordt gezet. Maar wat is een omgevingsvisie eigenlijk?
De provincie Drenthe omschrijft het op de eigen website als volgt: ‘Volgens de Omgevingswet moet iedere provincie een omgevingsvisie hebben voor de fysieke leefomgeving. Dit is de omgeving die we kunnen zien, ruiken, horen en voelen. In de omgevingsvisie staat bijvoorbeeld hoe we omgaan met onze ruimte als het gaat om onderwerpen als water, milieu, natuur, energie, verkeer en vervoer, wonen en cultureel erfgoed.’
Het proces bij de totstandkoming van de omgevingsvisie van de provincie Drenthe. Illustratie: Provincie Drenthe
Tal van beleidsnota’s liggen aan de omgevingsvisie ten grondslag. Die worden allemaal in Provinciale Staten besproken. Denk bijvoorbeeld aan het regionaal waterprogramma, de natuurvisie, programma toekomstgerichte landbouw, de woonagenda, mobiliteitsprogramma, cultuurhistorisch kompas, sociale agenda, energieagenda en het milieubeleidsplan. Bij de totstandkoming van deze plannen worden ook inwoners, ondernemers, belangenorganisaties en (lokale) overheden betrokken. Zoals bijvoorbeeld het burgerberaad bij het thema wonen.
De planning is dat er eind 2025 een ontwerp-omgevingsvisie gereed is, met bijbehorend milieueffectrapport (mer).