Dit wordt de komende vijf jaar een vertrouwd beeld in Drenthe: bouwen, bouwen en nog eens bouwen. Foto: Jaspar Moulijn
Met het realiseren van 16.200 nieuwe, betaalbare en duurzame woningen in de komende 5 jaar, wil de provincie het nijpende woningtekort in Drenthe te lijf. De provincie trekt de regie naar zich toe.
‘Voor elke Drent een (t)huis’, dat is het motto voor de komende jaren in Drenthe. Het gaat misschien te ver om te stellen dat het fraaie groene landschap verandert in een grote bouwput, maar ambitieus zijn de plannen van de provincie zeker. In 2030 moeten 16.200 nieuwe woningen gerealiseerd zijn. Dat getal is ook niet uit de lucht gegrepen, het is een ‘realistische en haalbaar’ scenario, aldus de provincie.
Dinsdag ontvouwde gedeputeerde Yvonne Turenhout de Drentse Woonagenda voor de komende vijf jaar. Eind dit jaar mag het Drents Parlement zich over de plannen buigen. Plannen die in samenspraak met de gemeenten, woningcorporaties, bouwers, inwoners en het Drents Burgerberaad Wonen tot stand zijn gekomen.
Regie bij provincie
De provincie bouwt uiteraard zelf geen woningen, maar neemt wel nadrukkelijk de regie in handen. „Het woningtekort raakt iedereen, van starters tot senioren”, stelt Yvonne Turenhout. „Als provincie voelen wij de verantwoordelijkheid om deze uitdaging aan te pakken en ons in te zetten om voldoende passende woningen te bouwen voor alle Drenten.”
Een aantal nieuwe initiatieven gaat binnen afzienbare tijd van start. Het Provinciaal Impulsteam Wonen gaat gemeenten en inwoners ondersteunen met advies bij woningbouwprojecten. Regels en processen, zoals het aanvragen van bouwvergunningen, worden waar mogelijk versoepeld. Er komt extra financiële ondersteuning via subsidies en regelingen.
Versnellingstafels
Nieuwe Drentse Versnellingstafels moeten vastgelopen woningbouwprojecten weer vlot trekken. Dit overlegorgaan wordt geleid door een onafhankelijk voorzitter, die helemaal los staat van de provincie. Immers, voor hetzelfde geld staat de provincie juist de voortgang van een specifiek bouwproject in de weg.
„Op dit moment, en dat is een redelijk treurige constatering, hebben nieuwe huizen een aanlooptijd van tien jaar,” weet Yvonne Turenhout, „van het eerste initiatief tot aan de sleutel in de deur. En daar kunnen we onze doelen niet mee realiseren. Want 2030 is al dichtbij. Dus we moeten die processen echt versnellen.”
Bij het bouwen van nieuwe woningen wordt ook nadrukkelijk gekeken naar de woonbehoefte van mensen. Die is de afgelopen tientallen jaren wezenlijk veranderd. Denk alleen maar aan de forse toename van eenpersoonshuishoudens. Plus dat mensen, ook op oudere leeftijd, het liefst zo lang mogelijk zelfstandig willen blijven wonen. Bij voorkeur in de buurt van zorgvoorzieningen.
Toekomstbestendig
Uiteraard moet ook toekomstbestendig worden gebouwd voor de komende 50 jaar: duurzaam, energiezuinig en met gebruik van circulaire materialen of bouwmethodes. Dat dat heel goed mogelijk is, zonder dat de kosten uit de klauw lopen, heeft Turenhout onlangs gezien in Brabant.
„Ik ben in Eindhoven op werkbezoek geweest en daar is een nieuwe woonwijk volledig klimaatadaptief, energieneutraal en circulair gebouwd. Zelfs 15 procent goedkoper dan op traditionele wijze. Je moet aan de voorkant goed nadenken over de vraag voor wie je bouwt, wat je bouwt en hoe je bouwt”, aldus de gedeputeerde.
Initiatieven op het gebied van mantelzorgwoningen, zoals bijvoorbeeld in de gemeente Coevorden, worden ook in andere gemeenten uitgerold.. Op bepaalde plekken kunnen ook flexwoningen worden neergezet, bijvoorbeeld specifiek voor jongeren.
Vrijblijvend is het zeker niet. Het doel heiligt de middelen. Turenhout: „Wij spreken de gemeenten en de corporaties op de voortgang aan. Elk halfjaar houden we een monitoringsgesprek. Waar staan jullie? Die 16.200 nieuwe woningen in Drenthe móeten in 2030 worden opgeleverd.”