Schapenhouder Patrick Jobing bij de zestien schapen die in de nacht van vrijdag op zaterdag de dood vonden. Foto: DVHN
Geen goed begin van het nieuwe jaar voor Patrick Jobing (26) uit Grolloo. In de nacht van vrijdag op zaterdag werden 16 van zijn schapen gedood in Westdorp. Eind december werd eenzelfde aantal uit zijn kudde aangevallen.
De jonge schapenhouder staat er wat moedeloos bij. Hij werpt een blik op de aanhangwagen op het erf van het boerenbedrijf van zijn ouders in Grolloo. Erop liggen zestien dode schapen. Allemaal hebben ze grote wonden en bloedsporen.
„Sommige zijn helemaal leeggehaald”, wijst Jobing op de buiken van de dieren. Bij enkelen liggen de ingewanden eruit. „Dit moet een roedel hebben gedaan”, stelt hij. „Dit kan niet zijn gedaan door maar één wolf.”
32 schapen dood
Afgelopen weekend sloeg voor de tweede keer in een week tijd het noodlot toe. In de nacht van vrijdag op zaterdag werden 16 van Jobings schapen gedood. De dieren stonden op zijn stuk land in Westdorp. Op 29 december was het ook al raak: die dag werden evenveel schapen uit zijn kudde aangevallen, toen op zo’n 500 meter van de boerderij. Jobing had tot voor kort 110 schapen, waarvan er 32 dood zijn. Of een roedel wolven verantwoordelijk is, moet DNA-onderzoek uitwijzen.
De dieren stonden niet achter een wolfwerend raster. „Voorheen stonden mijn schapen achter een of twee stroomdraden. Nu zijn het al drie draden, en op sommige plekken zelfs vier. Daar zit tussen de 7000 en 9000 volt op. Het is blijkbaar niet genoeg om de wolf tegen te houden.”
‘Raster helpt niet’
Bovendien kosten wolfwerende maatregelen „gewoon heel veel geld”, zegt Jobing. „Het is niet mijn keuze dat de wolf hier in Nederland is.”
De zestien schapen van Patrick Jobing die in de nacht van vrijdag op zaterdag werden aangevallen. Foto: Herman van Oost
Toch is hij overstag gegaan; maandag worden er rasters geplaatst. „Maar ja, dat gaat niet helpen. Daar kruipt een wolf gewoon onderdoor.”
Met de maatregelen hoopt Jobing aan mogelijke nieuwe regels te voldoen. Als het aan de provincies ligt, wordt in de toekomst alleen nog een schadevergoeding betaald aan schapenhouders die hun dieren achter een wolfwerend raster hebben staan. Dat bleek eind november uit het uitgelekte concept van het provinciale wolvenplan.
Hoe nu verder? Jobing haalt zijn schouders op. „Ik weet het niet. Je moet toch door. Maar de wolf, en ook het blauwtongvirus van vorig jaar, maken het er niet makkelijker op.”
Twee van de dode schapen van Patrick Jobing in zijn weiland in Westdorp. Foto: Herman van Oost
Groot aantal gedode dieren door wolf komt vaker voor
Het aantal van 16 dode of gewonde dieren bij een wolvenaanval is relatief veel, maar komt vaker voor. Dat blijkt uit cijfers van BIJ12, dat namens de provincies wolvenpopulaties coördineert en wolvenschade afhandelt.
Of het in Westdorp en Grolloo inderdaad om een roedel gaat, moet blijken uit DNA-onderzoek. Maar ook een enkele wolf kan veel schade aanrichten, zegt gedragsbioloog Diederik van Liere. „De wolf jaagt niet alleen op schapen om ze op te eten, maar ook om te spelen. Het is net als bij een hond die het leuk vindt om achter een stok aan te rennen.”
Als de wolf in een omheinde weide komt, werkt dat als een balzaal, legt hij uit. „Dat kan leiden tot surplus killing, een verschijnsel waarbij een roofdier meer doodt dan hij kan opeten.”
Lang niet alle wolven doden schapen, benadrukt hij. „Dat hangt van de opvoeding van de ouders af. Als zij niet gericht zijn op schapen, dan zijn hun jongen dat ook niet.”
Van Liere zoekt een oplossing dan ook in gedrag. „Zoals het neerleggen van een kadaver waar een misselijkmakende stof in zit. Als ze dan een hap nemen, leer je ze af om zich op schapen te richten.”