Staatssecretaris Aukje de Vries vertelt leerlingen van basisschool de Kameleon in Eexterveen over hoe ze het beste om kunnen gaan met geld. Foto: Harry Tielman
Hoe kun je het beste omgaan met geld? Basisschool de Kameleon in Eexterveen kreeg maandag tijdens de ‘week van het geld’ gastles van iemand die ze daar alles over kan vertellen.
Wol om te haken of breien, een nieuwe game-pc of een tablet. De leerlingen van groep 7 en 8 van basisschool de Kameleon in Eexterveen weten wel waar ze hun geld aan willen besteden.
„Hoeveel zakgeld krijgen jullie, en hoe ontvangen jullie dat?” vraagt Aukje de Vries, staatssecretaris van Financiën, Toeslagen en Douane. „Ongeveer 25 euro in de maand krijg ik”, zegt Jolie (10) uit groep 7. „Ik spaar voor paardenspullen. Maar dat is best duur, dus het duurt nog wel even voor ik dat kan kopen.”
Tijmen (11) uit groep 8 krijgt 1 euro per week. „Contant”, zegt hij. „Ik wil graag een crossmotor. Maar af en toe geef ik ook nog wel iets uit aan speelgoed.”
Ouderwetse spaarpot of bankrekening
De ene leerling krijgt munten en briefjes en stopt dat in een ouderwetse spaarpot, de ander krijgt een bedrag overgemaakt naar een eigen bankrekening. En veel leerlingen hebben zelfs al een eigen pinpas.
„Zou je meteen een nieuwe skin (een poppetje in het computerspel Fortnite, red.) kopen voor 20 euro of eerst 50 uur spelen waarmee je een skin verdient?”, leest de staatssecretaris een stelling voor.
Fortnite-poppetje of TikTok-lipgloss
De meeste kinderen kiezen voor dat laatste. Toch komen ze allemaal wel eens in de verleiding om een cool poppetje aan te schaffen in Fortnite of een lipgloss te kopen die wordt aangeprezen door een influencer op TikTok.
„Het is belangrijk om te weten dat je, soms onbewust, beïnvloed wordt om iets te kopen. Op televisie is dat duidelijk met reclameblokken. Maar op sociale media als TikTok heb je dat niet altijd door”, zegt de staatssecretaris.
„Het is goed dat deze bewustwording er is en scholen deze lessen geven. Het zou mooi zijn als kinderen er na deze les over doorpraten met hun ouders”, hoopt ze. „Want ouders hebben zelf ook een rol in die bewustwording.”
Jarenlang profijt van
Naast deze gastles, wordt er in de klas de hele week aandacht besteed aan financiën. „We doen elk jaar mee aan dit project. En we hebben het wel vaker over reclame en hoe ze daardoor beïnvloed worden”, zegt juf Tanja van Zelst-Hadderingh.
Het zijn lessen waar kinderen nog jarenlang profijt van hebben, zegt Karin Radstaak, woordvoerder bij het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). „Jong geleerd is oud gedaan”, vertelt ze. „Als je later in de problemen komt, zoals bij arbeidsongeschiktheid, dan lukt dat makkelijker als je als kind hebt geleerd hoe dat moet.”
Standaard in het vakkenpakket
Hoewel veel scholen – vooral tijdens deze week – al aandacht besteden aan financiën, zit dat niet standaard in het vakkenpakket.
„Wij pleiten daar wel voor”, zegt Radstaak. „Voorlichting is vaak gericht op ouders en kinderen. Maar als je wil dat iedereen met gelijke bagage de arbeidsmarkt instapt, dan moet je daar dezelfde kennis over vergaren. Er zijn ook ouders die dat niet kunnen meegeven of er moeite mee hebben.”
Basisschool de Kameleon in Eexterveen kreeg maandag tijdens de ‘week van het geld’ gastles van staatssecretaris Aukje de Vries. Foto: Harry Tielman
Zoals blijkt op de Kameleon in Eexterveen, krijgen veel kinderen hun zakgeld digitaal. En dat brengt risico’s met zich mee. „Digitaal geld is minder tastbaar. Als je wat uitgeeft, dan zie je het bedrag in cijfers omlaag gaan. Dat is anders dan wanneer je geld uit je portemonnee ziet verdwijnen”, legt ze uit.
Het Nibud geeft tips voor de financiële opvoeding. „Wanneer je een bankrekening opent, is het belangrijk dat kinderen vertrouwd raken met online bankieren en ze regelmatig hun saldo en betalingen checken. En het is van belang om ze duidelijk te maken om inloggegevens geheim te houden.”
Volgend jaar begint de verleiding
Met de financiële kennis lijkt het in Eexterveen wel goed te zitten. Alle leerlingen zeggen te sparen en te overleggen met hun ouders als ze iets willen kopen. Ook zijn er volgens de juf niet veel verleidingen in het dorp. „Dat is het voordeel: dat hier geen supermarkt is”, verklaart Van Zelst-Hadderingh.
Dat zal misschien anders zijn zodra een deel van deze leerlingen volgend jaar naar de middelbare school gaat. „Dan gaat een wereld aan verleiding voor ze open. Nu gaan ze alleen nog van school naar huis en andersom, maar dan ook in een tussenuur even naar de supermarkt”, denkt ze. „Het is goed dat ze nu alvast leren dat geld ook op kan. En dat ze dan even niets kunnen kopen.”