Windboeren moeten zich niet met gebiedsfonds bemoeien, vindt gedeputeerde Tjisse Stelpstra. ‘Ophouden met ge-huilie-huilie, ze krijgen ladingen SDE-subsidie’
De initiatiefnemers van windpark Drentse Monden en Oostermoer moeten ophouden zich te bemoeien met de bestemming van het geld voor het gebiedsfonds. Dat vindt gedeputeerde Tjisse Stelpstra.
,,Er gaan ladingen SDE-subsidie naar dat windpark toe. Dat ge-huilie-huilie dat het hún geld is, daar moeten ze mee ophouden’’, zegt Stelpstra.
Al langere tijd is achter de schermen onenigheid over de financiële bijdrage van de twee organisaties van windboeren (Duurzame Energieproductie Exloërmond en Windpark Oostermoer Exploitatie) en de derde initiatiefnemer Raedthuys Windenergie.
De windboeren hebben eerder toegezegd vijftien jaar lang geld te storten in een gebiedsfonds. Die bijdrage noemen ze in een donderdagavond verstuurd persbericht ‘geheel vrijwillig’, maar is wel volgens de richtlijnen van hun eigen branchevereniging, de NWEA.
‘Zelden gedoe over gebiedsfondsen’, zegt branchevereniging
De windparkdirectie wil mede bepalen waar het geld in Drenthe aan uitgegeven wordt. En dat is iets wat volgens de NWEA niet vaak gebeurt. ,,Vaak zeggen initiatiefnemers: hier is het geld, de omgeving mag het zeggen’’, legt woordvoerder Rik Harmsen uit. ,,Er is zelden gedoe over gebiedsfondsen.’’
Het windpark hield vorige maand een enquête waarin werd gevraagd waar hun geld aan moet worden uitgegeven. ‘Een groot succes’, meldt de windparkdirectie, die bestuurders oproept om ‘met elkaar om tafel te gaan om te komen tot één gebiedsfonds’. De eigen enquête wekte wrevel bij bestuurders en de Omgevingsadviesraad (OAR) in Aa en Hunze. De initiatiefnemers plaatsen op hun beurt vraagtekens bij het draagvlak van de OAR en maakten donderdag bekend niet meer met de OAR te willen praten.
Burenregeling? ‘Zonde van het geld’
De initiatiefnemers van windpark Drentse Monden en Oostermoer willen voorkomen dat hun bijdrage aan het gebiedsfonds wordt gebruikt voor een burenregeling. Terwijl dat de nadrukkelijke wens is van de Omgevingsadviesraad in Aa en Hunze en van burgemeester Jan Seton van Borger-Odoorn, die praat met een inwonersadviesgroep.
Mensen die het dichtst bij de turbines wonen, krijgen met zo’n regeling jaarlijks compensatie voor de overlast van de turbines. Geld van de gemeenten, de provincie en het Rijk willen OAR en Seton graag inzetten voor tal van andere projecten waar inwoners en dorpsorganisaties over kunnen meepraten.
De windparkdirectie wil dat hun jaarlijkse bijdrage daar ook voor wordt gebruikt, een burenregeling vinden ze ‘zonde van het geld’, schreven ze vorig jaar al eens in een brief aan de gemeenteraad van Borger-Odoorn.
Wat staat er eigenlijk op papier over het gebiedsfonds?
Formeel zijn afspraken over wie uiteindelijk bepaalt nooit vastgelegd, weet gedeputeerde Tjisse Stelpstra.
Na de uitspraak van de Raad van State in 2018, over de vergunning voor het windpark, schreef toenmalig minister van Economische Zaken Eric Wiebes aan beide gemeenten dat hij er van uitging dat ze samen met de provincie en de initiatiefnemers ‘invulling’ zouden geven ‘aan uitwerking van het gebiedsfonds’. In Aa en Hunze heeft bijvoorbeeld dat geleid tot het instellen van een bewonersplatform en de OAR.
‘Het beetje krediet dat ze hebben, schoppen ze weg’
Stelpstra is klaar met de kift. ,,Ik sta pal achter de Omgevingsadviesraad en beide gemeenten’’, zegt hij.
,,Je kunt als overheid geen financiële eisen stellen aan initiatiefnemers. En voordat de vergunning onherroepelijk was, was het niet de tijd om hier afspraken over te maken. Iedereen stond tegenover elkaar, dat verwijt ik de windboeren niet. Maar ze kenden wel de ideeën voor een burenregeling. Ik vind dat de initiatiefnemers van het windpark een keer op moeten houden. Hun krediet in het gebied is al niet zo groot. Het beetje krediet dat ze hebben, schoppen ze weg op deze manier. Dat moeten ze zich wel realiseren.’’