Zwagers Markus Rozenveld uit Norg en Johan Tip uit Een bij één van de grote scheuren in de schuur van Tip. Foto: Rens Hooyenga
Dagblad van het Noorden blikt traditiegetrouw terug op het afgelopen jaar. Vandaag april. De schadeafhandeling in de omgeving van de gasopslag Norg verloopt moeizaam en de omgekeerde bewijslast dreigt te sneuvelen. Hoe is dat nu?
Zwagers Johan Tip uit Een en Markus Rozenveld uit Norg zitten, net als het afgelopen voorjaar, aan de keukentafel van Tips karakteristieke boerderij. Bij helder weer kan je vanuit het woonkamerraam de enorme installatie van de gasopslag in Langelo (UGS Norg) zien. Hij ligt op ongeveer een kilometer afstand. Tip en Rozenveld hebben scheuren in hun huis. Ze denken dat de injectie van gas in de gasopslag de oorzaak is. Maar waar de buren van beide mannen om die reden (tien)duizenden euro’s vergoed kregen, is de oorzaak van de schade aan de woningen van de zwagers een andere, stellen onderzoekers die werken in opdracht van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG).
,,Er is sinds de vorige keer niks veranderd”, drukt Rozenveld eventuele verwachtingen meteen maar de kop in. De inwoner van Norg ging nog in bezwaar tegen de uitkomst van het rapport dat onderzoekers bij hem thuis opstelden. ,,Bij de hoorzitting kreeg ik nul op het rekest”, vertelt de eigenaar van een hoveniersbedrijf. Hij heeft de strijd voorlopig gestaakt. ,,Ik kreeg er alleen maar negatieve energie van.” Zijn zwager is nog wel volop bezig. Voor de kerst moet hij nieuwe informatie aanleveren bij het IMG. Verwachtingen heeft hij niet, maar: „Ik zit nou eenmaal in de strijd.”
Het voormalige gasveld in Langelo, UGS Norg, is sinds 1997 in gebruik als gasopslag. In 2014 wordt de capaciteit van de opslag fors uitgebreid en niet veel later ontdekken inwoners van het dorpje Steenbergen scheuren in hun woning. Ze wijten de scheuren aan het injecteren en oppompen van gas in de opslag. In het naburige Een ziet Tip zo’n drie jaar geleden de eerste scheuren in zijn woning. Kort daarop concludeert een panel van deskundigen dat de gasopslag inderdaad kan zorgen voor schade aan woningen in een straal van zes kilometer eromheen.
Schades in de koelkast
In dat gebied, ruwweg van Huis ter Heide tot Tolbert, gaat dan net als in een groot deel van Groningen het wettelijk bewijsvermoeden gelden. Het houdt in dat aangetoond moet kunnen worden dat mijnbouwactiviteiten niét de veroorzaker zijn van de schades. Het onafhankelijke instituut IMG moet toezien op een correcte afhandeling van de schades. Dat gaat een tijd goed. Tot in de zomer van 2020.
Het aantal schademeldingen neemt toe, maar steeds vaker stellen onderzoekers dat de mijnbouwactiviteiten die niet veroorzaakt kunnen hebben. Alle openstaande meldingen in Noord-Drenthe en in Oost-Groningen, staan op pauze en in opdracht van het IMG doen TNO en de Technische Universiteit Delft een onderzoek. Conclusie in maart 2021: er is geen verband tussen het injecteren en oppompen van gas en de schades aan woningen.
Met deze uitkomst vervalt het wettelijk bewijsvermoeden. Maar er gebeurt meer: ook het gevoel van onrecht in het gebied neemt toe. Rozenvelds buurvrouw, die in eenzelfde woning woont met vergelijkbare schades, kreeg wel duizenden euro’s vergoed en de hovenier helemaal niks. ,,Er zitten vier tegels van de gemeente tussen de huizen”, stelt hij. ,,Je kan mij niet wijsmaken dat de invloed precies daar stopt.”
Het IMG keert duizend euro uit aan onkostenvergoeding voor mensen die moeten wachten op een advies. Maar het gevoel van onrecht blijft. Ook als aanvullend onderzoek van Deltares in de zomer uitwijst dat schades in een heel klein deel van de omgeving van de gasopslag tóch daardoor kunnen ontstaan. Het leidt tot bevreemdende situaties. Bij een boer in het gebied lopen de scheidslijnen precies óm zijn erf heen.
Rozenvelds vertrouwen in het IMG is na twee hoorzittingen en evenzoveel afwijzingen helemaal weg. ,,Zo’n hoorzitting heeft geen zin”, aldus de Norger, die het gevoel heeft dat het besluit over wel of niet uitkeren vooraf al vaststaat. Ook Tip is sceptisch. Hij liet het er niet bij zitten en liet via de rechtsbijstand een tweede bureau onderzoek doen naar de scheuren in zijn huis. Dat concludeert dat een deel van de scheuren kan wel degelijk kan zijn veroorzaakt door de activiteiten bij de opslag.
Afgelopen juli diende de hoorzitting waarin Tip die resultaten voorlegde. Geen fijne ervaring. ,,De advocaat was heel arrogant. Ik kreeg het gevoel dat alles allang was beslist achter de schermen. Als wij iets aantonen wordt dat klakkeloos aan de kant geschoven.” Hij maakt nu bezwaar tegen extra onderzoek dat IMG naar zijn dossier heeft laten doen. Of hij bij een negatieve beslissing daarna naar de rechter stapt weet hij nog niet. Zijn zwager zag af van een rechtsgang. Rozenveld heeft zijn dossier, net als veel anderen, overgedragen aan de Tijdelijke Werkgroep Mijnbouwschade Een (TWME).
Ondersteuning vanuit gemeente
Die Tijdelijke Werkgroep, bestaande uit vrijwilligers, komt inmiddels om in het werk. Onlangs stemde de gemeenteraad van Noordenveld unaniem in met een voorstel om de TWME vanuit de gemeente te ondersteunen. Hoe die ondersteuning er precies uit gaat zien gaat in januari blijken. Zeker is dat de gemeente een actievere rol gaat spelen bij het helpen van inwoners die vragen hebben over of vastlopen in de schadeafhandeling.
Want dat is nogal een moeras, weet zowel Rozenveld als Tip. ,,Als de TWME er niet was geweest, had ik geen idee gehad wat ik had moeten doen”, zegt Tip. Positief aan de drukte bij de TWME-leden is dat de rest van Nederland bekender raakt met de problematiek rondom de gasopslag.
Minister Blok bracht in september een bezoek aan Noord-Drenthe en de ongelijkheid in Norg was te zien op landelijke televisie. Een motie van CDA-Kamerlid Agnes Mulder om de omgekeerde bewijslast in stand te houden werd door de Kamer in oktober unaniem aangenomen en gedeputeerde Tjisse Stelpstra (CU) stelt herhaaldelijk kritische vragen over de gang van zaken.
In de dorpen is en blijft de schadeafhandeling gespreksonderwerp. ,,En je hoort het als iemand weer wat gekregen heeft”, zegt Tip. ,,Maar dat gebeurt niet vaak meer.”