Organen worden zo snel mogelijk na het verwijderen vervoerd. Foto: ANP
De nieuwe donorwet is nog geen onverdeeld succes. Volgens de wet is iedereen van 18 jaar en ouder na overlijden donor tenzij hij heeft aangegeven dat niet te willen. In de praktijk stuiten artsen op lastige situaties en zelfs weigerende families.
,,De nieuwe wet is nog niet goed geland. Niet bij het publiek en niet bij de artsen”, stelt Rik Gerritsen, coördinerend donatie intensivist regio Noord en voorzitter van de commissie orgaandonatie van de NVIC (Nederlandse Vereniging voor Intensive Care). ,,Het zit nog niet bij de mensen tussen de oren dat in principe iedereen donor is, tenzij hij heeft aangegeven dat niet te willen.”
De nieuwe donorwet is ingevoerd in juli 2020. Voor die tijd gold: je bent geen donor tenzij je hebt aangegeven dat je het wilt zijn. Dit is veranderd in: je bent wel donor tenzij je hebt aangegeven het niet te willen.
Een van de doelen was het aantal orgaandonoren te laten stijgen. Dat is gelukt. Op dit moment (peildatum 1 oktober 2023) hebben 4,8 miljoen mensen expliciet ingestemd met orgaandonatie. Dat zijn er bijna een miljoen meer dan begin 2020.
Juridisch is het duidelijk, maar in de praktijk niet
Een ander doel van de wet is duidelijkheid scheppen in wat mensen willen middels registratie. Gerritsen: ,,Die duidelijkheid is er juridisch wel, maar in de praktijk niet. Mensen weten vaak niet wat hun geliefden willen als het gaat om donatie.”
Volgens de wet staat iemand die niks heeft ingevuld in het register met ‘geen bezwaar tegen donatie’. Juridisch is dit hetzelfde als wanneer iemand actief ‘ja’ heeft ingevuld.
,,Niets invullen is dus net zo goed een toestemming. Maar dat gevoel hebben het publiek en de artsen nog niet”, zegt Gerritsen, werkzaam in het Medisch Centrum Leeuwarden.
Emotie en stress
Het is vooral deze categorie die in de praktijk lastige situaties oplevert. Families voelen zich volgens Gerritsen geregeld overvallen als de arts hen in het ziekenhuis meedeelt dat hij toestemming heeft gevonden in het Donorregister in de vorm van ‘geen bezwaar’.
,,Het moment dat zij in de familiekamer zitten, is het meest slechte moment voor zo’n overval. Zij zitten al diep in hun emotie en stress omdat hun geliefde is overleden of gaat overlijden. Vaak gaan ze niet akkoord met donatie. Dan is het aan ons om te kijken waarom ze er zo’n moeite mee hebben. Is het vanwege de emotie van het moment of omdat hun naaste het echt niet heeft gewild?”
Bijna 60 procent van de families weigert toch bij ‘geen bezwaar’
De cijfers: Bij mensen die actief ‘ja’ hebben aangegeven, gaat 15 procent van de families er toch nog vóór liggen. Bij mensen die geen keuze hebben ingevuld en dus volgens het systeem ‘geen bezwaar’ hebben, gebeurt dit in bijna 60 procent van de gevallen.
Voordat de nieuwe donorwet werd ingevoerd, gaf twee derde van de families geen toestemming als iemand geen donorcodicil had. Ruim 10 procent weigerde als iemand wel een donorcodicil had.
,,Het aantal weigeringen is met de nieuwe donorwet dus nauwelijks afgenomen’’, concludeert Gerritsen. ,,En als families het niet willen, gaan wij het niet doordrukken.”
‘Deze mentaliteitsverandering duurt jaren’
Volgens Gerritsen is de nieuwe donorwet op zich geen verkeerde wet, maar moet iedereen nog wennen aan de nieuwe systematiek. ,,Het duurt jaren voordat zo’n mentaliteitsverandering er is. In Spanje zijn ze al heel lang geleden op dit systeem overgestapt en daar weet iedereen: je bent donor tenzij.”
Hij legt de bal niet alleen bij het publiek maar ook bij de artsen. Die moeten volgens hem worden bijgeschoold in de gesprekken die ze met de families voeren. ,,Ze vragen nu vaak nog om toestemming, maar dat hoeven ze niet te doen. Ze moeten een mededeling doen. Maar die insteek hebben ze nog niet.”
Week van het Donorgesprek
Mede op verzoek van de artsen organiseert de Nederlandse Transplantatie Stichting volgende week de Week van het Donorgesprek. Doel is mensen te stimuleren met elkaar in gesprek te gaan over donaties. Gerritsen: ,,Praat er op tijd over. Zorg dat je familie niet wordt verrast door het donatiegesprek als het zover is.”