Een luchtfoto van de boerderij in Ruinerwold. Foto: Willem Braam
Niet zomaar een klusjesman. Een meestertimmerman. Zo staat Josef B. (59) jarenlang bekend. Hij verbouwt ook de beruchte boerderij in Ruinerwold. Vanwege die verbouwing hangt hem een boete van 50.000 euro boven het hoofd. Is dat wel terecht? Donderdag is hierover een hoorzitting.
Tien jaar geleden tekent B. een huurovereenkomst met de eigenaar van de boerderij aan de Buitenhuizerweg in Ruinerwold, Alida Rooze-Ten Oever. De timmerman gaat er niet zelf wonen. Hij stelt het in het geheim beschikbaar aan zijn religieus leider: Gerrit Jan van D.
Uit het contract dat B. met de eigenaar afsluit, blijkt dat de boerderij op dat moment een bouwval is. De timmerman en de verhuurder leggen op 1 augustus 2010 vast dat B. het binnen een half jaar verbouwt van ‘renovatie-object tot woonboerderij’.
In ruil voor een lagere huur gaat B. de woning grondig verbouwen. De overeenkomst staat voor de duur van twintig jaar vast. ‘Huurder levert een prestatie in de vorm van arbeid en materiaal, ter verbetering van het object’, staat in het huurcontract. De boerderij is na alle verbouwingen flink meer waard geworden.
Volgens het contract kan B. geen enkele aanspraak maken op de waardevermeerdering. ‘Niet nu maar ook niet in de toekomst bij het beëindigen van de huurovereenkomst’, komen beide partijen overeen.
Een zakelijke overeenkomst die goed lijkt uit te pakken voor Alida en haar echtgenoot Klaas Rooze.
Tot in oktober 2019 aan het licht komt dat vader Gerrit Jan van D., samen met zes kinderen, negen jaar lang in het geheim in de boerderij heeft gewoond. De eigenaar en haar man verklaren dat zij er niets van geweten hebben. Verder kiezen zij ervoor te zwijgen. „Het hele proces ligt bij de rechter, mijn ouders kunnen daar niks aan toevoegen”, laat hun dochter weten.
Niemand kent vader Van D., maar timmerman B. is geen onbekende in Ruinerwold en omgeving. Terwijl hij het grote geheim jarenlang bij zich draagt, voert hij vele klussen uit in het dorp.
De vertrouwensband tussen B. en sommige dorpelingen gaat ver. Hij kan het huurcontract afsluiten met hulp van een bewoner van de Dokter Larijweg in Ruinerwold, wiens woning hij heeft opgeknapt.
B. woont tot dan toe om onduidelijke redenen illegaal in een gehuurd bedrijfspand aan de Kaapweg in Meppel. Hij mag zich van de bewoner op de Dokter Larijweg inschrijven, zodat hij een rechtsgeldig adres heeft om de huurovereenkomst aan te gaan. „B. wordt onterecht een klusjesman genoemd”, zegt de bewoner. „Hij is een meestertimmerman, een absolute vakman.” Meer wil hij er niet over kwijt. (Tekst gaat verder na kader)
Met het huurcontract op zak gaat B. flink aan de slag met de bouwval op nummer veertien.
De gemeente De Wolden constateert een maand na de inval van de politie dat er grote aanpassingen zijn gedaan aan de boerderij. Allemaal illegaal. Zo is in strijd met het bestemmingsplan een koeienschuur ingericht als woonruimte. De laatst aangevraagde vergunning stamt uit 1972, wanneer de boerderij al zo’n vijftig jaar in het bezit is van de familie Ten Oever.
De gemeente laat het er niet bij zitten. De boerderij moet weer in oude staat worden hersteld of er moet een vergunning voor een nieuw bouwplan worden aangevraagd. Gebeurt dit niet, dan volgt een boete. Voor wie, is in eerste instantie nog de vraag.
De Wolden stuurt zowel de eigenaar als B. hierover een brief. Ze reageren allebei. Vertellen hun kant van het verhaal. Daarna kiest de gemeente ervoor om haar pijlen te richten op B., die dan al maanden gevangen zit.
Advocaat Anna Kwint, niet betrokken bij de zaak, maar wel gespecialiseerd in bestuursrecht, vindt de keuze van de gemeente vreemd. „In dit geval vind ik het opmerkelijk dat de gemeente kiest voor de huurder. Hij zit in de gevangenis en is niet in staat om de herstelwerkzaamheden uit te voeren.”
In het huurcontract staat dat B. alles in het werk moet stellen om de benodigde bouwvergunningen te krijgen. Toch is het volgens Kwint opmerkelijk dat De Wolden niet direct de eigenaar aanspreekt. „De gemeente heeft maar één belang: dat de bouwregels zo snel mogelijk worden nageleefd. De meest efficiënte manier om dat te bereiken, is de eigenaar aanspreken. Die is in de positie om aanpassingen te doen. B. niet.”(Tekst gaat verder na foto)
Waarom de gemeente zich richt op B. kan Kwint niet verklaren. „Ik ken het volledige dossier niet. Maar op basis van wat ik weet, is het onzinnig om B. een dwangsom op te leggen.” Dat is precies wat advocaat Yehudi Moszkowicz, de strafpleiter die de timmerman bijstaat, ook al maanden roept.
De gemeente is van mening dat de juiste procedures zijn gevolgd.
De advocaat van B. is het hier totaal niet mee eens en ging in bezwaar tegen de opgelegde dwangsom. Donderdagmiddag is hierover een hoorzitting in de raadszaal in Zuidwolde. „Mijn cliënt heeft de sleutels van de boerderij niet meer. De eigenaar weigert die te geven”, zegt Moszkowicz. „Ook als hij zou willen en iemand daarvoor zou inschakelen, dan nog kan hij niet aan de eisen van de gemeente voldoen. Hij wordt door de overheid met handen en voeten geboeid.”
Ondertussen is er ook nog een juridische strijd gaande tussen de eigenaar en B. Zij wil van het huurcontract af. Hoewel B. zelf nooit in de boerderij heeft gewoond, wil hij de overeenkomst absoluut in stand houden.
Niet voor zichzelf. Voor Van D. en de kinderen.
Tijdens een recente zitting bij de rechtbank wordt duidelijk dat B. nog steeds de hoop koestert dat zij ooit terugkeren aan de Buitenhuizerweg. De timmerman is er heilig van overtuigd dat Van D. een groter plan had met het verborgen leven in de boerderij. „Van D. is veertig jaar met dit project bezig. Het is van groot belang voor de toekomst van de wereld. Over duizend jaar wordt hier nog over gesproken.”
Een tekening van Josef B. in de rechtbank. Foto: ANP