Reina Timmermans-Kymmell in april 2022, toen het in ere herstelde boudoir in Mensinge werd geopend. Foto: Geert Job Sevink
Reina Timmermans-Kymmell is de laatste bewoonster van havezate Mensinge in Roden. Hoe een stadsmeisje uit Rotterdam het ‘wicht van de burcht’ werd.
Vanuit haar appartement in Roden kan Reina Timmermans-Kymmell (84) de havezate zien liggen. Als tienjarig meisje verhuist ze van Rotterdam naar Roden, dankzij een onverwachte erfenis. Mensinge speelt nog altijd een rol in het leven van ‘het wicht van de burcht’.
Timmermans-Kymmell is in 1938 in Rotterdam geboren. Ze is een nakomertje. Broers en zus Ru (1925), Atie (1926) en Wolter (1930) zijn het huis al uit al als Reina’s vader, rechter Georg Kymmell, in februari 1949 een telefoontje krijgt uit Roden. Nicht is overleden. Of hij naar Roden wil komen voor het voorlezen van het testament. Haar moeder moppert. „Ik hoop maar dat de reis eruit kan”, zegt Elisabeth ‘Ellie’ Kymmell-Van Geuns tegen haar man.
Nicht is Christine Sophie Kymmell. In Roden beter bekend als ‘de juffer’. Ze is een achternicht van Georg Kymmell. Ze kennen elkaar nauwelijks, maar de Rotterdamse rechter heeft zijn achternicht na de oorlog opgezocht om te zien hoe het met haar gaat. Niemand die op dat moment verwacht dat hij de havezate zal erven.
Een aardige Kymmell
„Mijn vader erfde Mensinge omdat hij een Kymmell was en een aardige man”, zegt Reina Timmermans-Kymmell. Lachend: „Er waren ook nog twee broers, maar dat was niet zoveel.” Kymmell erft behalve de havezate ook de andere Drentse bezittingen van de invloedrijke familie. De Friese bezittingen gaan naar familie aan moederskant. Met de dood van Christine Sophie sterft de ‘Mensinge-tak’ van het Drentse geslacht uit.
Georg Kymmell en zijn gezin zijn die avond in februari 1949 plotseling een havezate, vierhonderd hectare grond en boerderijen in Roden en Roderwolde rijker. Over de verhuizing van Rotterdam naar Roden bestaat bij haar ouders volgens Timmermans-Kymmell geen twijfel. Ze heeft er in elk geval nooit wat van gemerkt. Georg Kymmell voelt zich verantwoordelijk voor het voortbestaan van het familielandgoed. Maar het landgoed verkeert in slechte staat. Er is geen elektriciteit, geen waterleiding, geen riool. In de paasvakantie gaat het voltallige gezin voor het eerst kijken.
De familie voor hun nieuwe huis: Moeder Ellie van Geuns, Reina, grootmoeder van Geuns, zus Atie en broer Wolter Kymmell, de latere burgemeester van Zuidlaren. Foto: Reina Timmermans-Kymmell
Sprookjesachtig
„Ik was -hoe noem je dat- . Alles lag nog op zolder. Lange hemden, bontjassen. Er was ongelofelijk veel. Ze had niets weggedaan en ze was van haar tak de allerlaatste.” De 10-jarige Reina vindt tijdens het schatzoeken een prachtig fototoestel van de broer van de juffer, de kunstschilder Coenraad Kymmell. En een indrukwekkende portemonnee met heel veel vakken. Ze is het later kwijtgeraakt tijdens het spelen.
In het najaar vertrekken Georg, Ellie en Reina definitief naar Roden, net op tijd om op 1 november voor het eerst de pacht te innen. „Ik vond het sprookjesachtig”, glundert Timmermans-Kymmell over die eerste periode in Drenthe. „Op school waren allemaal kinderen op klompen. Allemaal wilden ze met me spelen.” Soms is er verwarring. Bijvoorbeeld als een klasgenootje op het schoolplein over Reina’s nieuwe jurk van de Bijenkorf zegt: ‘Als ik zo riek was als joe trok ik een zied’n jurk aan.’ Ze lacht erom, maar verstaat er niks van. Wat is een zied’n jurk? Vader Georg, die Drents spreekt omdat zijn vader is opgegroeid in Assen, snapt dat het over een zijden jurk gaat.
Beestjes in het water
Reina voelt zich al snel thuis op Mensinge, ondanks de barre omstandigheden in die begintijd. „We sprongen over de gaten in de gangen”, weet ze nog goed. „De duiven vlogen over ons hoofd heen en de gang zat vol vleermuizen. Gelukkig was ik niet bang aangelegd.” Het gezin verhuist van de ene kamer naar de andere terwijl het huis stukje bij beetje wordt opgeknapt. De broodnodige verwarming wordt aangelegd. Maar boven, op de verdieping waar Reina en haar ouders slapen, is het koud. „Ik weet nog goed dat er wolkjes kwamen als ik bij mijn slaapkamerraam uitademde.”
Boven is ook een speciale afdeling voor knechten en dienstmeiden, strikt van elkaar gescheiden door verschillende trapopgangen. Reina’s ouders maken er twee badkamers van. „We haalden in het begin water uit de put”, vertelt de laatste bewoonster van Mensinge. „Dan zag je allemaal beestjes in het water zwemmen. Proost, zeiden we. Nicht is er tachtig mee geworden.”
Reina Kymmell rond 1949 op de waterput bij Mensinge. Foto: Reina Timmermans-Kymmell
Het wicht van de burcht
Reina houdt van het buitenleven en is, net als haar achternicht Christine Sophie Kymmell, dol op paarden. Op Mensinge krijgt ze haar eerste pony: Tommy. Terwijl haar vader gaat werken als rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank in Groningen bestiert moeder Ellie met de dienstmeiden het huishouden. Ook legt ze een grote moestuin aan met onder meer een kersen- en een notenboom en houdt ze kippen, ganzen, kalkoenen en damherten. Als Reina op een keer bij familie foto’s ziet van de prinsessen van Oranje snapt er niks van. Zij woont net als de Oranjes ook in een kasteel, waarom is ze dan geen prinses? Glunderend: „Toen werd ik het wicht van de burcht.”
Na zeven gelukkige jaren op Mensinge overlijdt Georg Kymmell in 1956 onverwacht. Hij wordt slechts 65 jaar. Reina’s moeder Ellie is de nieuwe eigenaresse van Mensinge. Om de erfbelasting te kunnen betalen worden de boerderijen die onderdeel zijn van de erfenis van ‘nicht’ verkocht. Reina studeert dan al in Amsterdam en hoewel haar moeder graag op Mensinge wil blijven, houdt ze het niet lang vol in haar eentje in dat grote huis. Ze verhuist naar het huis aan de overkant en later naar Brabant. Tot 1963 staat Mensinge leeg. Dat er niet wordt geplunderd is te danken aan het toezicht van boswachter Gerard Sukkel en zijn vrouw, vertelt Reina Timmermans-Kymmell.
Spoken in Mensinge
Tijdens de Tweede Wereldoorlog woont ‘De Juffer’, Christina Kymmell, alleen op Mensinge. Elke dag laat ze door haar huishoudster de tafel dekken om te eten. Ze ruimt niet zelf af, maar laat alles staan voor de dienstmeid die later ook de afwas doet. Volgens de overlevering zien de Duitsers, die van plan zijn het landgoed te vorderen, de gedekte tafel zonder ooit iemand te zien. Ze raken ervan overtuigd dat het op het landgoed spookt en laten het daarom links liggen.
Rechter Georg Kymmell met zijn kleindochter in de kinderwagen bij Mensinge. Foto: Reina Timmermans-Kymmell
Met de bokkenwagen
Met haar man Gertjan Timmermans woont zij na haar studie in Vlaardingen. Daar wordt oudste zoon Pieter geboren. Het is haar man, die Mensinge alleen kent van vakantie, die voorstelt om er te gaan wonen. ,,Vlaardingen was zó vies’’, weet Timmermans-Kymmell nog. In 1963 verruilt het jonge gezin Vlaardingen voor Mensinge. Jongste zoon Jurriën wordt op 25 juli 1963 in de meidenkamer van Mensinge geboren.
Net als Reina beleven de jongens er een prachtjeugd. Freek van Zanten maakt een bokkenwagen voor jongste zoon die ermee door de bossen rijdt. Reina kent het bos op haar duimpje van de dagelijkse ritten die ze er op haar paard maakt. Moeder Ellie komt elke dag op de brommer vanuit Norg naar Roden om bij het gezin op Mensinge te zijn. In 1984 overlijdt ze op 81-jarige leeftijd. Haar vier kinderen erven het huis.
Onderonsje in de wc
Behalve Reina heeft niemand er echt belangstelling voor. De onderhoudskosten zijn bovendien niet meer te betalen en van de gemeente mogen de Kymmells het huis niet commercieel exploiteren. Met pijn in het hart verkopen ze huis en het bijbehorende land, zoals de ijsbaan en de huidige camping Ot en Sien, in 1988 voor een miljoen gulden aan de gemeente. Die moet er lang over nadenken. ,,Wethouder Vroukje Hartlief heeft de fractie van GroenLinks toen de herenwc’s ingeduwd”, zegt Timmermans-Kymmell. Met één stem meer gaat de raad uiteindelijk akkoord met de aankoop.
Reina Timmermans-Kymmell is nog altijd begaan met het huis waar ze elke dag op uitkijkt. Tegenwoordig is Mensinge een geregistreerd museum. De directie wil van de oudste Drentse havezate een kenniscentrum maken. Ook het restaureren van de tuin staat op het programma. Timmermans-Kymmell is bij die ontwikkelingen betrokken. Zo hielp ze vorig jaar bij de restauratie van de opkamer in de stijl van haar ouders. „Ik was en ik ben nog altijd dol op dat huis.”
Geslachten op Mensinge: De Ewsums en de Kymmells
Mensinge is lange tijd het enige belangrijke gebouw in de wijde omtrek, schrijft Vincent Jonkheid in zijn boek Het ‘steenhuis’ wordt in 1225 voor het eerst genoemd en bestaat dus mogelijk al sinds die tijd. Drenthe is dan nog woest en onontgonnen land. De belangrijkste families op Mensinge zijn de Ewsums en de Kymmells.
De wortels van de Kymmell-dynastie liggen in Duitsland. Luitenant in het Staatse leger Georg Rudolph Kymmell vertrekt naar Nederland en trouwt rond 1680 met Johanna Sichterman. Het huwelijk brengt de luitenant meteen in de kring van de Drentse aanzienlijken.
Via een goede huwelijkspolitiek behoren de Kymmells ruim twee eeuwen lang tot de machtigste families in Drenthe. Wat daarbij ook helpt is dat er opvallend veel mannen worden geboren. Alle mannelijke Kymmells studeren aan de juridische faculteit van de universiteit in Groningen en krijgen bestuursfuncties.
Jan Wilmsonn Kymmell, net als zijn zoon Coenraad Wolter burgemeester van Roden, is de eerste Kymmell die Mensinge bezit. Reina Timmermans-Kymmell de laatste.