De Friese burgemeester Gerlof Auke Bontekoe en de Drentse vlag. Klinkt als een ongelukkige combi. Toch hebben ze met elkaar te maken.
Hij werd ontworpen door een Fries en wappert sinds 1947 aan menig gevel in de provincie Drenthe. De Drentse vlag bestaat vandaag precies 75 jaar. Op 19 februari 1947 erkende het College van Gedeputeerde Staten het ontwerp als officiële provincievlag. Het was een landelijke primeur.
Het was een plechtig moment in de Statenzaal aan de Brink in Assen. Drentse burgemeesters, hoogleraren uit Groningen en afgevaardigden van allerlei verenigingen keken reikhalzend uit naar de onthulling van de Drentse vlag. Vier jongedames waren speciaal daarvoor in oud-Drentsch kostuum gestoken en gezamenlijk brachten zij het dundoek de zaal binnen. Tegelijkertijd werd buiten, aan de gevel van het Provinciehuis, de vlag uitgestoken. Voortaan zou de Drentse vlag naast de nationale driekleur wapperen.
Hoewel de vlag op 19 februari 1947 al was goedgekeurd door het provinciebestuur, vond de officiële prestentatie pas op 12 maart plaats. Op diezelfde dag werd ook het Drents Genootschap uitgeroepen, dat zich ten doel stelde het Drentse culturele leven te verbreden, verdiepen en bevorderen.
De Friese burgemeester Gerlof Auke Bontekoe werd gevraagd om met een voorstel voor een ontwerp voor de vlag te komen. Bontekoe had daar al ruimschoots ervaring mee. Hij werd in 1927 als pas 27-jarige aangesteld als burgemeester van Sleen. Toen hij van de secretaris hoorde dat de gemeente geen eigen vlag en wapen had, pakte Bontekoe de handschoen zelf maar op. Samen met zijn vrouw, die een kunstenaarsopleiding had gedaan, begon hij te schetsen en zo kreeg de gemeente Sleen uiteindelijk een eigen vlag en wapen. Bontekoe werd in de jaren daarna door flink wat buurgemeenten gevraagd om ook voor hen te gaan ontwerpen.
Groot enthousiasme
Als geboren Fries verbaasde het Bontekoe dat heraldiek (wapenkunde) in Drenthe nauwelijks traditie had. Alleen Meppel, Assen, Emmen, Hoogeveen en Coevorden hadden een eigen wapen. Heraldiek werd volgens de Provinciale Drentsche en Asser Courant als een ‘onschuldige liefhebberij voor enkelingen, die niks beters te doen hebben’ gezien in Drenthe. Het grote enthousiasme van Bontekoe zorgde echter voor een ommekeer. Door al zijn inspanningen werd hij later zelfs ‘oes Drentse waopenmeester’ genoemd.
Gerlof Auke Bontekoe. Foto: Nieuwsblad van het Noorden
De opdracht om een vlag voor de provincie Drenthe te ontwerpen, was dan ook een eervolle voor Bontekoe. Om tot een ontwerp te komen verdiepte hij zich eerst altijd in de geschiedenis van de streek, waar de naam vandaan kwam, wat de bodemgesteldheid was, welke planten en dieren er terug waren te vinden en of er speciale ambachten werden uitgeoefend. Ook voor de Drentse vlag dook Bontekoe in de geschiedenis en dat valt duidelijk terug te zien in het ontwerp dat uiteindelijk werd gepresenteerd.
De Drentse vlag is wit en tussen twee horizontale rode banen staat een zwart kasteel met zes rode sterren afgebeeld. Bontekoe koos voor de kleuren rood en wit omdat dit traditionele Saksische kleuren zijn. Een andere reden is de historische band van Drenthe met Utrecht. In het jaar 1024 werd het gouw Drenthe geschonken aan het bisdom Utrecht, waardoor het gezag in het gebied eeuwenlang kwam te liggen bij de bisschoppen. Volgens de uitleg van Bontekoe was dit een ‘zeer zegenrijke periode’ voor Drenthe.
Rust en eenvoud
Bontekoe gaf tijdens de presentatie van de vlag aan dat hij het ontwerp bewust zo eenvoudig mogelijk had gehouden. Maar hij nam wel een zwarte toren op in zijn ontwerp. Daarmee verwees Bontekoe naar het Kasteel van Coevorden. Een belangrijke plaats in de geschiedenis van Drenthe, omdat vanaf die plek de burggraven en later drosten het gebied - in naam van de bisschop van Utrecht - bestuurden. In de vlag kreeg het kasteel een zwarte kleur, omdat dit mooi contrasteerde met de witte achtergrond en de rode banen.
Het kasteel wordt geflankeerd door drie sterren links en drie sterren rechts. Die staan symbool voor de zes historische dingspelen (rechtsgebieden) van Drenthe: Beilen, Diever, Noordenveld, Oostermoer, Rolde en Zuidenveld. Bontekoe koos ervoor om die als sterren terug te laten komen in de vlag, omdat deze verwijzen naar de Ster van Bethlehem. Daarmee wilde Bontekoe aansluiting zoeken bij het wapen van de provincie Drenthe. Daarin is namelijk een beeltenis van Maria te zien met het kindeke Jezus op schoot.
Het wapen van de provincie Drenthe.
Tijdens de plechtigheid in de Statenzaal werd het door dichter J. Naarding geschreven Vlaggenlied voorgedragen. Met daarin het terugkerende refrein: Drenten, hol oez’ jonge vlagge hoog, Wooj’ op de werelt bint, Lao de weien lao de wappern, Overal waor Drenten zint. Commissaris van de Koningin Mr. Dr. R.H. baron de Vos van Steenwijk was blij met het Drents Genootschap en de vlag, maar waarschuwde voor ‘separatisme’ en benadrukte dat ‘we in de eerste plaats Nederlanders zijn en dan ook nog goede Drenthen’.
Bontekoe werd na zijn burgemeesterschap in Sleen in 1938 burgemeester van de Friese gemeente Ooststellingwerf. Dat bleef hij tot zijn pensionering in 1965. In het Nieuwsblad van het Noorden liet hij weten gewoon door te gaan met het ontwerpen van wapens en altijd open te staan voor opdrachten. Vanwege zijn grote verdiensten als heraldicus voor Drenthe, kreeg hij in 1966 de Culturele Prijs van Drenthe uitgereikt. Bontekoe overleed in 1988. Zijn nalatenschap is door vele vlaggen en wapens nog overal in Drenthe te vinden.