Een deel van de kanalen in Nieuw-Weerdinge is gedempt. Foto: Collectie stichting Historisch Nieuw-Weerdinge.
In Nieuw-Weerdinge is het van 6 tot en met 9 juli groot feest. Het dorp viert het 150-jarig bestaan en ook wordt er dan het plattelandsfestijn Zuidenveld gehouden. Dagblad van het Noorden zet tien bijzonderheden uit het langgerekte dorp tussen Emmen en Ter Apel op een rijtje.
In het centrum van Nieuw-Weerdinge ligt het Beertaplein. Dit plein is genoemd naar een voormalige huisarts: Jacobus Beerta. De Bere, zo noemden veel mensen hem. Een man die klare wijn schonk. Wie bij hem kwam met rugklachten en geen hemd droeg, kon een reprimande verwachten. Het verhaal gaat zelfs dat hij sommige patiënten met rugklachten pas wilde behandelen als zij eerst een hemd aan hadden gedaan.
De in Winschoten opgegroeide huisarts vestigde zich in 1922 met zijn vrouw Johanna in Nieuw-Weerdinge. Vaak ging hij met zijn motor op ziekenbezoek. Had het flink gevroren, dan stak hij via het ijs met de motor het kanaal over. Zo hoefde hij niet om te rijden.
In de Tweede Wereldoorlog hielp De Bere een gewonde koerier die gezocht werd door de Landwacht. Hij stopte de man in de kofferbak van zijn grote Chevrolet en bracht hem naar het ziekenhuis. Op de passagiersstoel naast Beerta zat een vrouw met enkele kussens op haar buik, die zogenaamd hoogzwanger was, zodat hij ongehinderd door kon rijden.
In 1956 stopte De Bere na 34 jaar werken in Nieuw-Weerdinge als huisarts. Met zijn vrouw verhuisde hij naar Driebergen, waar in 1964 plotseling een einde kwam aan zijn leven. De markante huisarts werd begraven in Nieuw-Weerdinge, naast zijn zoon Hans, die gehandicapt was en maar vijftien jaar mocht worden.
Huisarts Johannes Beerta, beter bekend als De Bere. Foto: Archief DvhN
Bestekfabriek Gero
De bekendste fabriek die ooit in Nieuw-Weerdinge stond, is bestekfabriek Gero. Het bedrijf was gevestigd aan het Eerste Kruisdiep en opende daar in 1947 de poorten. Het was een nevenvestiging van de Gero in Zeist, dat in 1912 was opgericht. De hoofddirectie koos Nieuw-Weerdinge uit om er roestvrijstalen lepels en vorken te laten polijsten en slijpen. Daar bleef het niet bij.
In 1966 werd in Nieuw-Weerdinge een nieuwe messenfabriek geopend en daarna volgde de volledige productie van roestvrijstalen bestek. Eind jaren zestig kwam Gero in zwaar weer. Concurrentie uit lagelonenlanden speelde het bedrijf parten.
Midden jaren zeventig ging de fabriek in Zeist dicht, waardoor driehonderd mensen op straat kwamen te staan. De productie van bestek en serviesgoed werd voortgezet in de nevenvestigingen in Nieuw-Weerdinge en Reppel (België). In deze twee fabrieken hoefde veel minder geïnvesteerd te worden dan in de hoofdvestiging in Zeist. In Nieuw-Weerdinge werkten bij de Gero toen nog zo’n tweehonderd mensen.
Het bleek uiteindelijk uitstel van executie. In 1978 verloren in Nieuw-Weerdinge 46 van de 150 Gero-medewerkers hun baan omdat de voorraden te groot waren geworden. In 1988, twee jaar nadat de Gero was overgenomen door Kempen en Begeer, ging de fabriek in Nieuw-Weerdinge op slot.
Bestekfabriek Gero was een belangrijke werkgever in Nieuw-Weerdinge. Foto: Wouter van Heusden
Hij stond in horecavakbladen, verscheen in landelijke televisieprogramma’s en zo’n zes jaar geleden stond er zelfs een Japanse televisieploeg bij hem op de stoep. En dat allemaal vanwege de bijzondere kroketten die Rien Prinsen (69) uit Nieuw-Weerdinge maakt. In de loop der jaren ontwikkelde hij zo’n vijftig verschillende soorten, van palingkroket tot de Indonesische Gordel van Smaragd, van beekridderkroket (vis) tot een kroket met zalm en asperge.
De in Klazienaveen opgegroeide Prinsen woont sinds 1983 in Nieuw-Weerdinge. Toen nam hij daar met zijn vrouw Edel een bestaande snackbar over. Het stel viel op, onder meer omdat het ook wijnen ging verkopen en proeverijen op touw zette. Ook ontwikkelde Prinsen steeds meer nieuwe kroketsoorten. Vier jaar geleden werd het vizier volledig gericht op het ontwikkelen, maken en verkopen van deze producten. De naam cafetaria maakte plaats voor Krokettenkunst.
In 2021 opende het bedrijf in de Emmer wijk Emmermeer een nevenvestiging, genaamd Krokettenkunst The Factory. Daar worden tegenwoordig door zoon Robby en enkele medewerkers de krokketten gemaakt. Vader Rien werkt nog altijd in de vroegere cafetaria in Nieuw-Weerdinge. Hij bereidt de grondstoffen die in de kroketten komen en houdt in het pand af en toe wijn- en kroketproeverijen.
Rien Prinsen, de krokettenkoning. Foto: Boudewijn Benting
Luppes, de designmeubelzaak
Aan de Tramwijk in Nieuw-Weerdinge staat een pand met een Scandinavische uitstraling. Het is het onderkomen van Jan Luppes Interieurs, een bedrijf dat designmeubels van toonaangevende ontwerpers verkoopt en klanten heeft uit het hele land.
Het pand staat op dezelfde plek waar Jan Luppes, de opa en naamgenoot van de huidige eigenaar, in 1917 begon met het maken van houten gereedschappen en kruiwagens voor veenarbeiders. Ook timmerde hij ledikanten, nachtkastjes, lijkkisten en houten opbouwbakken voor vrachtwagens.
Na de Tweede Wereldoorlog nam Johannes Luppes, de zoon van oprichter Jan, de zaak over. Hij gooide het over een andere boeg. De eigen meubelmakerij werd gesloten en het bedrijf ging zich richten op de inrichting van de totale woning. De winkel aan de Tramwijk in Nieuw-Weerdinge was al snel te klein en daarom werd – meest met eigen handen - een paar keer fors verbouwd.
In 1987 kwam Jan, de zoon van Johannes, als derde generatie aan het roer. Ook hij koos, samen met zijn vrouw Ellen, voor een eigen koers. De eikenhouten en de klassieke meubelen gingen eruit en maakten plaats voor moderne meubels van nationale en internationale designmerken.
Jan en Ellen Luppes voor hun pand in Nieuw-Weerdinge. Foto: DvhN
Ga je naar het sportpark van voetbalclub Titan, dan zie je daar de Ronnie Luiten-tribune. De tribune is genoemd naar de man die meer dan vijfhonderd wedstrijden in het eerste elftal speelde en in de wintermaanden een heuse attractie was tijdens het zaalvoetbaltoernooi Protos Weering.
In 2013 stopte hij op 40-jarige (!) leeftijd als speler van het eerste team. Luiten kreeg een afscheidswedstrijd aangeboden en na afloop onthulde zijn moeder de nieuwe naam van de tribune.
Ronnie Luiten groeide op in Emmen, in de wijk Emmermeer. Hij ging niet zoals veel van zijn vriendjes voetballen bij Drenthina, maar toog naar Titan. Daar speelde zijn vader Geert als spits in het eerste. Al snel bleek dat Ronnie Luiten talent had. De kleine spelverdeler viel op door zijn techniek, spelinzicht en zijn fluwelen linkerbeen.
Meermaals werd hij opgeroepen voor Drentse jeugdselecties en op zijn 16de ging hij naar FC Emmen. Daar brak de bescheiden Luiten niet door. Hij ging terug naar Titan, waarmee hij drie keer kampioen werd en twee keer Protos Weering won. Ook werd Luiten kampioen bij ‘t Klooster in Ter Apel, waarvoor hij twee seizoenen uitkwam. Luiten speelt vanwege knieproblemen al vier jaar geen competitievoetbal meer, zijn drie zoons voetballen wel. Bij welke club? Titan natuurlijk!
Ronnie Luiten, vlak voor zijn afscheidswedstrijd bij 'zijn' VV Titan. Foto: Henk Benting
Mondenhal
Vlakbij de voetbalvelden en het openluchtzwembad van Nieuw-Weerdinge staat de Mondenhal. Een sporthal die daar verrees dankzij inzet van een groot aantal dorpsbewoners. In het midden van de jaren tachtig kwam Plaatselijk Belang tot de conclusie dat Nieuw-Weerdinge een sporthal nodig had. Overdekt sporten gebeurde tot die tijd in De Kaore, een klein en verouderd gymzaaltje op de plek waar nu dorpshuis De Badde staat. Met de gemeente Emmen viel te praten over de bouw van een sporthal, op voorwaarde dat het dorp zelf een ton op tafel zou leggen.
Het duurde maar even of op allerlei plekken werden acties ondernomen. Een van de meest opvallende initiatieven was een sponsortocht van vijf mannen van de fietstoerclub Toerlust die van het Italiaanse Verona naar Nieuw-Weerdinge fietsten. Binnen drie maanden lag er een ton op tafel en op 29 september 1987 stemde de gemeenteraad van Emmen in met de bouw van een sporthal op de plek van een trainingsveld van de voetbalclubs NWVV en Titan.
Meerdere dorpsbewoners hielpen mee met de bouw en in november 1989 opende PvdA-wethouder Piet Reuver de sporthal, die de naam Mondenhal had gekregen. Die naam was bedacht door Ina Hoving-Pik (1935 - 2017), voormalig CDA-raadslid en inwoonster van Nieuw-Weerdinge.
Vijf mannen van de Toerclub Nieuw-Weerdinge fietsen in de jaren tachtig van Verona naar Nieuw-Weerdinge om geld op te halen voor de bouw van een sporthal. Van links naar rechts: Jan de Vries, Jan Schoonbeek, Eise Soer, Ab Schimmel en Arend Dubbelboer. Foto: Henk Benting
In 2002 was Roelof Kleve 25 jaar huisarts in Nieuw-Weerdinge. Dit jubileum mocht niet zomaar voorbij gaan, zo vonden enkele van zijn patiënten. Zij zamelden in het dorp geld in om een mooi cadeau voor hem te kopen.
Kleve hoorde ervan en besloot zich ermee te gaan bemoeien. Hij wilde geen televisie, nieuwe fiets of een weekendje weg. Dat kreeg de melkboer ook niet na 25 jaar trouwe dienst. Kleve kwam met een bijzonder initiatief. Kon het geld dat al was ingezameld niet worden gebruikt om met de groepen acht van het basisonderwijs in Nieuw-Weerdinge naar het voormalige concentratiekamp Buchenwald te gaan? Zelf was Kleve met zijn vrouw daar geweest tijdens een vakantie en dat bezoek had indruk op de huisarts gemaakt.
Na wat commotie - psychologen zeiden in de krant dat de kinderen te jong waren voor zo’n excursie - gingen de leerlingen in 2003 naar Buchenwald. Het bleef niet bij dat ene bezoek. In de jaren daarna werd, dankzij financiële steun van meerdere partijen, nog vier keer met de groepen acht koers gezet richting het voormalige kamp. Ook werden er andere projecten op touw gezet waarbij respect voor anderen centraal staat, ondanks verschillen in levensovertuiging, geloof, ras of seksuele geaardheid.
Het bezoek van leerlingen aan voormalig concentratiekamp Buchenwald in 2003. Foto's: DvhN
Textielfabriek Spanjaard
Naast bestekfabriek Gero aan het Eerste Kruisdiep Westzijde was textielfabriek Spanjaard gevestigd. De hoofdvestiging van dit bedrijf stond in het Twentse Borne. In oktober 1947 werd de eerste steen gelegd van de fabriek in Nieuw-Weerdinge.
In de beginjaren ging het om een katoenweverij. Het katoengaren werd op platte klossen aangevoerd en in machines tot katoen verweven. Vijftig mannen, van wie velen eerder in het veen of in de landbouw werkten, stonden achter de weefgetouwen. In 1954 - het bedrijf was toen al meerdere keren uitgebreid en telde 142 personeelsleden - kreeg de fabriek in Nieuw-Weerdinge er een confectieafdeling bij. Die afdeling begon met zes jonge vrouwen, maar werd al snel flink groter. In 1961 nam de Koninklijke Textielfabrieken Nijverdal - Ten Cate uit Almelo Spanjaard over.
Zes jaar later sloot de weverij in Nieuw-Weerdinge. De directie meldde dat dit nodig was vanwege ‘de toestand in de textielwereld’ en het tekort aan arbeidskrachten in de gemeente Emmen. Hierdoor verloren zo’n vijftig mannelijke werknemers hun baan, een derde deel van het personeel.
De confectieafdeling, waar onder meer lakens, slopen, katoenen luiers en babyhanddoekjes werden gemaakt, bleef open. In de jaren tachtig viel het doek; de concurrentie uit de lage lonenlanden was te groot geworden.
Personeel van textielfabriek Spanjaard in 1949. Foto: Collectie stichting Historisch Nieuw-Weerdinge
In 1901 werd in Nieuw-Weerdinge Albertus Zefat geboren, roepnaam Bertus. In 1927, het jaar waarin hij trouwde met Aaltje Heres, vestigde hij zich met een zaak in huishoudelijke artikelen aan het Derde Kruisdiep Noordzijde in Nieuw-Weerdinge. Negen jaar later verhuisde Zefat naar Valthe waar hij een kippenfokkerij begon.
Nadat joden in Emmen waren gewaarschuwd voor een razzia klopte een aantal joden in oktober 1942 bij Zefat aan. Negen joden kregen een plek in een van de kippenhokken. Nadat ze werden ontdekt door controleurs, wisten de onderduikers zich op tijd uit de voeten te maken. Er kwam snel een andere schuilplek: een onderduikershol in de bossen bij Valthe.
De onderduikers werden door Zefat geholpen, maar ook door andere mensen. Toen Duitsers dit hol op het spoor kwamen, werd er elders in het bos een nieuw onderduikershol gegraven. Zefat werd verraden en gearresteerd, maar hij zei niets over de onderduikers.
Op 27 juli 1944 werd Zefat, vader van drie kinderen, op 42-jarige leeftijd bij zijn boerderij doodgeschoten. Zijn vrouw ging door met het helpen van de joden. Alle zestien onderduikers overleefden de oorlog. In 1972 ontvingen Bertus Zefat (postuum) en zijn vrouw in Israël de Yad Vashem-onderscheiding. In Valthe werd een weg naar Bertus Zefat genoemd.
Verzetsman Albertus Zefat, geboren in Nieuw-Weerdinge, doodgeschoten in Valthe. Foto: Collectie familie Zefat
De gedempte kanalen
Het dorp Nieuw-Weerdinge - ook wel Weerdingermond genoemd - ontstond in 1872 ten tijde van de vervening. Om het veen af te kunnen graven en af te voeren, waren er kanalen nodig. Nieuw-Weerdinge kreeg een lang kanaal (Weerdingerkanaal) met verschillende dwarskanalen (Kruisdiepen).
Omdat de kanalen na het einde van de turfwinning hun nut hadden verloren en het vervoer van landbouwproducten inmiddels per vrachtverkeer ging, werd besloten kanalen (deels) te dempen en bruggen te verwijderen. In het begin van de jaren zestig werd begonnen met het dempen van het Weerdingerkanaal vanaf de kant van Emmen. Hiermee is tot het begin van de jaren zeventig doorgegaan.
Aan de kant van Ter Apel is het Weerdingerkanaal niet gedempt. Op het gedempte deel kwam een fietspad met daarnaast een sloot die niet helemaal doorloopt tot het centrum en vrijwel altijd droog staat. Plaatselijk Belang Nieuw-Weerdinge heeft in de loop der jaren meerdere keren gepleit om deze sloot breder te maken, door te trekken naar het centrum en ervoor te zorgen dat er water in komt. Daarmee keert de oude aanblik van het dorp weer enigszins terug.
Een deel van de kanalen in Nieuw-Weerdinge is gedempt. Foto: Collectie stichting Historisch Nieuw-Weerdinge.