Het is bewoners een doorn in het oog: ondanks de woningnood staan wisselwoningen in het aardbevingsgebied in Groningen nog steeds vaak leeg. De NCG wil er geen asielzoekers of jongvolwassenen in kwijt. Vijf vragen over leegstaande wisselwoningen.
Wat is een wisselwoning eigenlijk?
Een wisselwoning, of tijdelijke huisvesting zoals de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) het zelf noemt, is bedoeld voor aardbevingsgedupeerden die hun huis uit moeten omdat het wordt gesloopt of versterkt. De NCG regelt een tijdelijk verblijf in de buurt van de woning van de bewoner.
Soms gaat het om bestaande huizen, in veel andere gevallen worden huizen op een plek buiten een dorp speciaal voor dit doel geplaatst. Die worden na afloop van de versterkingsopgave weer afgebroken. Voor de wisselwoningen gelden namelijk andere wettelijke bouwnormen dan voor huizen die permanent bewoond zouden worden.
Hoeveel wisselwoningen zijn er en waar staan ze?
De NCG heeft in totaal 1.300 wisselwoningen. Dat aantal loopt op naar 1.500 in 2026. Je vindt wisselwoningen overal waar huizen versterkt worden vanwege de aardbevingen, dus in de gemeenten Groningen, Eemsdelta, Het Hogeland, Midden-Groningen en Oldambt.
Hoeveel daarvan staan er nu leeg?
Van de 1.300 wisselwoningen staat zo’n 40 procent leeg. Volgens de NCG is dat nodig om bewoners die op een gegeven moment hun huis moeten verlaten snel een tijdelijke plek te kunnen bieden. Een jaar geleden stond ook zo’n 40 procent van de woningen leeg. Dat leidde tot klachten in onder andere Zeerijp, waar twee hele blokken wisselwoningen leeg stonden op één huis na.
De NCG verwacht dat de leegstand tot een halt komt vanwege de versterkingsplanning. Begin 2026 zouden alle wisselwoningen volledig bezet moeten zijn. Dan zijn veel versterkingsprojecten gestart die nu nog in de voorbereidende fase zitten.
Valt die leegstand niet te voorkomen?
Volgens de NCG is het onvermijdelijk dat er leegstand is, omdat projecten niet naadloos op elkaar aansluiten. Ook komt er nogal eens een kink in de kabel in planningen waardoor vertraging optreedt bij de versterking en dus ook bij de verhuizing naar een wisselwoning.
Daarnaast verschilt het tussen eigenaars onderling hoelang ze naar een wisselwoning moeten. Daardoor kan het komen dat sommige wisselwoningen langer leeg blijven staan dan andere. De NCG zegt dat tijdelijke huisvesting niet perfect te plannen valt.
En de woningnood dan? Asielzoekers en jongvolwassenen zoeken driftig naar huizen.
De NCG wil daar niet aan. Wanneer je andere groepen in de lege wisselwoningen zou stoppen zorgt dat voor extra vertraging, vindt de overheidsinstantie. Dat wil de NCG koste wat het kost voorkomen, omdat de versterkingsopgave sowieso al jaren langer duurt dan 2028, waar ooit op werd ingezet.
„Door capaciteit beschikbaar te houden voor de versterkingsprojecten, kunnen bewoners daadwerkelijk verhuizen naar de tijdelijke huisvesting op het moment dat dat nodig is”, laat een NCG-woordvoerder weten. „Dit voorkomt vertraging vanwege een tekort in de buurt van de eigen woning.”