Door flinke bevingsschade moest haar 100 jaar oude woning in Appingedam gesloopt. Er kwam een nieuw huis voor terug, maar Nicole van Eijkern mist haar oude plek. „Als een heerlijke oude jas die opeens gejat is.”
De stevige eikenhouten keukentafel staat er nog precies hetzelfde bij als in 2019. Het jaar waarin Nicole van Eijkern (59) tot zich liet doordringen dat haar 100 jaar oude woning aan de Tolweg nu echt tegen de vlakte zou gaan. De tafel heeft ze nog, maar alles eromheen is anders. Het nieuwe huis voelt niet hetzelfde als haar geliefde oude thuis.
Van Eijkern had enorme aardbevingsschade sinds 2013. Overal in de woonboerderij uit 1920 zaten scheuren. Jarenlang wachtte ze op duidelijkheid. Ze moest eindeloze gevechten voeren tegen de NAM, die niet wilde erkennen dat het om mijnbouwschade ging. Intussen werd haar huis langzaam uit elkaar gedrukt door de bevingen. Tot het niet meer te redden viel.
‘Tasten naar een knopje dat er niet meer is’
Er zat niets anders op dan het te vervangen door een nieuwe woning. Huilend liep Van Eijkern door de kamers van het oude huis bij het horen van het nieuws. „Ik wilde dat helemaal niet, ik wilde dat het gered zou worden. Daar heb ik eindeloos voor gestreden.”
Nadat het in 2021 werkelijk werd gesloopt, kwam het besef pas echt binnen. „Al die jaren daarvoor kon ik daar door alle strijd niet eens goed over nadenken. Ik weet nog hoe verwarrend dat was in het nieuwe huis. Tasten in het donker naar een lichtknopje dat er niet meer is. Wat een verdriet. Als een heerlijke, oude jas die opeens gejat is.”
(Tekst gaat verder onder de tabel)
Update over de aardbeving van 14 november
Dit interview met Nicole van Eijkern en de productie rond Ik Wacht die dit weekend bij DVHN verschijnt, zijn gemaakt vóór de beving van afgelopen donderdagnacht. We hebben wel gevraagd hoe ze deze zware beving heeft beleefd.
„Ik vind het wel heel heftig”, zegt ze. „Ik zit natuurlijk veilig op mijn nieuwe plek. Maar er zijn zoveel mensen die hierdoor worden geraakt. Zo blijkt maar weer hoe onbetrouwbaar zelfs de kleinste kanspercentages zijn.”
Ze wordt er moedeloos van. „Je weet dat al het herstel na zo’n klap wéér langer gaat duren. We worden teruggeworpen in de tijd. We zullen hier als Groningers nog zo lang in zitten. Daar word ik verdrietig van.”
Dat wachten, het nog verder vastlopen in juridische procedures, de onzekerheid, dáár komt voor Van Eijkern dat gevoel van moedeloosheid vandaan. Dat ze weet hoeveel mensen nu nog langer in die wachtstand blijven staan en hoe traumatiserend dat is.
„Het is anders als je weet dat er een goed werkend systeem bestaat waarmee schades snel en adequaat worden opgelost. Dat er weet dat er voor je wordt gezorgd en er niet alleen in staat. Maar dat is niet zo.”
Ja, haar huis is veilig. Maar die van veel mensen in haar omgeving niet. En ze kan zich heel goed herinneren hoe het voelde om na de eerdere zware bevingen in haar oude huis wakker te worden. „Mijn zoon kon op een gegeven moment niet meer in zijn slaapkamer slapen omdat het onveilig was. Met dat soort situaties hebben anderen nu misschien nog te maken.”
Een ander ontwerp, een nieuwe geschiedenis
Diezelfde tijd raakten zij en haar man elkaar verwijderd van elkaar door de eindeloze strijd en een verschillende manier van omgaan met de aardbevingsproblemen. Hij trok zich terug en probeerde zich erbij neer te leggen, zij ging juist de strijd met het systeem aan. Toen ze eenmaal in het nieuwe huis woonden, belandden beiden in een zware burn-out. „We waren op. Maar we moesten wel doorwerken, omdat we allebei zelfstandig ondernemer zijn.” Inmiddels gaat het beter met hun relatie.
Nicole van Eijkern: "Ik wilde dat mijn huis gered zou worden. Daar heb ik eindeloos voor gestreden.”
Foto: Anjo de Haan
„Ja, het is een heel mooi huis”, zegt ze terwijl ze om zich heen wijst naar het hoge plafond en de donkergekleurde houten gebinten in de nieuwe woonkamer. Zij en haar partner kozen bewust voor een ander ontwerp. Om het huis een nieuw aangezicht te geven, en een nieuwe geschiedenis.
‘Je vraagt je af: waar ben ik in verzeild geraakt?’
„De plek waar onze kinderen opgroeiden is weg. Ik kan nooit meer bij de trap omhoog kijken en me de momenten herinneren waarop de kinderen de muziek te hard hadden staan. Of zag hoe ze huiswerk maakten. Alleen via foto’s kan ik dat gevoel nog terughalen. Het is weg. Vernietigd.” Dat is wat het voor haar zo moeilijk maakt om te aarden, zegt Van Eijkern.
De hele voorgeschiedenis zit haar nog steeds dwars. Ze wil desondanks haar verhaal blijven vertellen. „Je zit klem en vraagt je af: hoe kan dit toch? Waar ben ik in verzeild geraakt? Er is ons allemaal iets ontnomen in aardbevingsgebied. We zijn ontheemd. Daar gaat het mij om, dat mensen begrip krijgen voor wat hier allemaal gebeurt en is gebeurd.”
‘Ons verleden is afgebroken’
Van Eijkern weet; met het verdwijnen van haar huis komen de levendige herinneringen nooit meer terug. „We maakten die herinneringen samen, maar onze familiegeschiedenis zijn we kwijt. Onze kinderen zijn uit huis, dus die komen niet thuis maar ‘op bezoek’. Er is hier niets meer om het te herbeleven, behalve foto’s en een stukje stenen muur. Ons verleden is afgebroken.”
Nu ze een paar jaar op haar nieuwe plek zit, is er berusting. „Je woont in een huis waar je niet wil wonen, maar op een gegeven moment moet je verder. Ik ben wél heel blij dat we nu veilig wonen. In ons oude, door aardbevingen verwoeste huis maakte ik me tijdens een zware storm veel zorgen dat de boel zou instorten.”
Ze probeert positief naar de toekomst te kijken. „Ik vind het een mooie gedachte dat dit huis er over 500 jaar nog staat. Het gaat pas kapot als heel Groningen onder water zou komen te staan. Het is een fijn, nieuw huis met alle kansen om oud te worden. Ik stel me voor dat mensen over 100 jaar langsrijden als het te koop staat, en denken: wat een geweldig huis, dat kopen we. Dat het hún geschiedenis kan worden.”