Directeur Ina Blink van Stut en Steun helpt mensen in het aardbevingsgebied. Foto: Anjo de Haan
Belangenorganisatie Stut en Steun bestaat bijna tien jaar en krijgt het steeds drukker. Het steunpunt is voor veel gedupeerden in het aardbevingsgebied een baken van rust en vertrouwen. „Ze knokken voor je.”
Een tegeltje in de kantoorruimte aan de Molenweg in Loppersum laat weinig aan de verbeelding over: „Als wij niets doen, wie dan wel?” De tekst komt uit een liedje in de musical Soldaat van Oranje, en hangt niet voor niets aan de muur bij Stut en Steun. Al bijna tien jaar zet de stichting zich belangeloos in voor inwoners van het aardbevingsgebied die hun vertrouwen in de overheid zijn kwijtgeraakt.
Stut en Steun werd in mei 2016 opgericht door de Groninger Bodem Beweging (GBB) en het Groninger Gasberaad, nadat steeds duidelijker werd hoe groot de impact van de gaswinning op bewoners was. Er moest een onafhankelijk steunpunt komen, was de gedachte. Sindsdien kloppen steeds meer gedupeerden bij de stichting aan. Er lopen nu zo’n 1300 dossiers. Zo’n 7000 bewoners werdeneerder al gratis geholpen.
‘Dat kunnen zij veel beter’
Een van die mensen is Klaas de Blécourt (65). Een koude winterzon schijnt boven zijn zwaar gehavende arbeiderswoning uit 1910, net buiten Onderdendam. Gigantische scheuren ontsieren de buitengevel van zijn huis. Binnen ligt op de keukentafel een dikke stapel rapporten, die wijst op de jarenlange strijd die De Blécourt erop heeft zitten.
De scheuren in zijn huis werden in 2014 nog volledig hersteld, maar in 2018 ontstond nieuwe schade. Volgens De Blécourt en zijn vrouw Jannie (60) door aardbevingen. De NAM gaf zaken als uitzetting en droogte de schuld. De Blécourt werd horendol van de discussies, tot hij in datzelfde jaar bij Stut en Steun terechtkwam.
Klaas de Blécourt uit Onderdendam heeft heel positieve ervaringen met hulporganisatie Stut en Steun. Foto: Nienke Maat
Hij kreeg steun van medewerker Henk Smid en later ook Gerjanne Tillema. Die hielpen hem met dingen uitzoeken, brieven opstellen, verslagen maken en hoorzittingen bijwonen. „Dat kunnen ze veel beter dan ik”, zegt De Blécourt.
Drang naar rechtvaardigheid
Volgens directeur Ina Blink (66) kloppen allerlei mensen bij Stut en Steun aan voor hulp. „Bewoners en ondernemers die in complexe situaties zijn vastgelopen, alleenstaanden zonder netwerk, oudere mensen met minder digitale vaardigheden. Er is nog steeds veel behoefte aan steun in het aardbevingsgebied.”
Blink is vanaf het eerste uur betrokken bij Stut en Steun. Ze vond het vanzelfsprekend om zich aan te sluiten. „Ik werkte al een heel leven als maatschappelijk werker en als studentondersteuner op de universiteit. Ik help graag mensen die dat nodig hebben. Er is te veel onrecht in het aardbevingsgebied, niet iedereen krijgt gelijke kansen. Die drang naar rechtvaardigheid drijft me.”
Flink gegroeid
Blink zag haar organisatie sinds 2016 steeds groter worden. In dat jaar begonnen ze met z’n vijven in een kantoortje in Appingedam. Inmiddels heeft Stut en Steun 27 medewerkers, en locaties in Loppersum, Uithuizen, Kolham en Westerlee. Bij de stichting werken adviseurs, juristen en bouwkundigen die elkaars specialistische kennis opkrikken om gedupeerden te kunnen helpen.
Stut en Steun krijgt tot 2030 financiering van het Rijk, maar is geheel onafhankelijk. Om diezelfde reden mengt Stut en Steun zich weinig in het politieke debat. Volgens Blink is dat essentieel. „We moeten zuinig zijn op onze onpartijdigheid. We zijn nadrukkelijk geen partij en bestaan puur om bewoners te steunen. Dat is denk ik ook de reden dat we zo veel vertrouwen genieten. Mensen zijn hun vertrouwen in instanties kwijtgeraakt en kloppen daarom bij ons aan.”
‘Eerste indruk was meteen: wat een kennis’
Cees Wildervanck (78) laat zich sinds 2016 helpen door Stut en Steun. Met Marja Verstoep (65) heeft hij een landarbeidershuisje in Overschild. Het huis uit 1926 wordt op dit moment helemaal gestript en ingrijpend versterkt, vanwege de enorme schade aan de binnen- en buitenmuren. Daar ging een lange strijd aan vooraf, die begon in 2014.
De NAM bleef maar herhalen dat zijn schade niet door de gaswinning kwam. Wildervanck hoorde in 2016 van het bestaan van Stut en Steun en besloot langs te gaan. „Mijn eerste indruk was meteen: wat een kennis hebben deze mensen. En de juiste houding. Door de jaren heen heb ik hun ervaring, deskundigheid, inzet en precisie steeds weer gemerkt. Ze gaan heel correct en netjes te werk.”
Cees Wildervank in zijn wisselwoning in Overschild. Foto: Nienke Maat
Advies en psychische hulp
Het takenpakket van Stut en Steun is divers. De club begeleidt bewoners bij het lezen van hun schade- en versterkingsrapporten, denkt mee bij het opstellen van brieven en bezwaren, informeert over regelingen en gaat als het moet mee naar hoorzittingen. Stut en Steun neemt dossiers niet over, maar ondersteunt slechts.
Stut en Steun is er daarnaast voor psychisch leed. Volgens directeur Blink gebeurt het regelmatig dat iemand het kantoor binnenloopt omdat hij of zij in de rats zit. „Als professionele hulp nodig is, dan verwijzen we door naar een huisarts of geestelijk verzorger. Maar bij ons kunnen ze op een laagdrempelige manier hun verhaal kwijt.”
‘Verschrikkelijk veel werk, maar Stut en Steun doet dat voor je’
Bewoners zijn lovend over de kundigheid die Stut en Steun kenmerkt. Zo werd De Blécourt aanvankelijk afgescheept met een luttele schadevergoeding van 475 euro door de NAM. Stut en Steun kwam met bewijs dat de kans op schade door droogte in 2018 heel klein was en wist het schadebedrag omhoog te krijgen naar 20.000 euro. „Het is ook verschrikkelijk veel werk om alles uit te zoeken. Maar bij Stut en Steun doen ze zoiets voor je.”
De stichting wees Wildervanck op belastingregels, zodat hij niet onnodig voor extra kosten opdraaide. En op het feit dat instanties eerst spraken over zettingsschade aan zijn huis maar later opeens thermische schade de schuld gaven. „Goh, daar had ik nooit over nagedacht. Door de stress zie je door de bomen het bos niet meer. Maar Stut en Steun vlooit alles uit. In jouw voordeel.”
‘Je voelt dat je alles mag zeggen’
Een andere kwaliteit is volgens Klaas de Blécourt en Cees Wildervanck de betrokkenheid van medewerkers. „Al zeven jaar zit Henk of Gerjanne bij elk overleg naast me. Ze leven echt mee. Ik voel me begrepen en gehoord”, zegt De Blécourt. Dat ervaart Wildervanck ook zo. Hij vindt de opstelling van Stut en Steun menselijk en persoonlijk. „Ze staan aan jouw kant, knokken voor je. Het is geen negen-tot-vijfbaantje.”
Hij noemt de naam van zijn contactpersoon Jantina Schoonveld: „Bij zo iemand voel je dat je alles mag zeggen. Je durft het te laten merken als je boos of verdrietig bent.”
Wildervanck is nog altijd blij dat hij de keuze heeft gemaakt om naar Stut en Steun te stappen. „Ik had het idee dat ik besodemieterd werd en voelde me vreselijk machteloos. De zogenaamde deskundigen hebben ons respectloos behandeld”, zegt hij met een gezicht vol minachting. „Dan is Stut en Steun een heerlijk warm bad. Opeens voel je je niet meer zo verdraaid alleen.”
‘Ze beet zich vast in onze kwestie’
Natuurlijk kent Stut en Steun ook tegenslagen. In corona verdubbelde opeens het aantal bewoners dat om hulp vroeg. Stut en Steun raakte overspoeld en kon niet meteen iedereen helpen. Uit enquêtes blijkt de afgelopen jaren bovendien dat niet iedere bewoner louter positief is. „Soms zijn mensen teleurgesteld als ze niet het resultaat krijgen waar ze op hoopten. Of ze balen omdat ze dachten dat wij de regie zouden overnemen, in plaats van alleen te ondersteunen”, zegt Blink.
„Mensen zijn hun vertrouwen kwijt en kloppen daarom bij ons aan.” Foto: Anjo de Haan
Na jaren ellende gaat het beter bij De Blécourt. In 2020 bleek dat zijn huis versterkt moet worden, de definitieve plannen liggen bijna klaar. Bij zijn versterking krijgt hij opnieuw steun van Gerjanne Tillema. „Zij sloeg in 2020 met haar vuist op tafel dat er schot in de zaak moest komen. Ze bijt zich helemaal in onze kwestie vast. Ik vind het heel mooi dat iemand zo voor je opkomt.”
‘Eigenlijk is zo’n mijlpaal triest’
Ook Wildervanck ziet licht aan het eind van de tunnel. Tien jaar na de eerste schade lag in 2024 een versterkingsadvies klaar. In mei moet hun huis af zijn. „De zaken gaan goed. We hebben geluk met onze aannemer en bewonersbegeleider en hebben Stut en Steun niet meer nodig. Maar ik houd ze nog steeds op de hoogte. Dat contact blijft.”
Wildervanck probeert zijn steentje bij te dragen om Stut en Steun verder te laten groeien. „Ik zeg wel eens tegen mensen: toe nou, neem nou contact met ze op! Ga erheen, ik weet uit ervaring hoe goed en authentiek ze zijn.”
Nog steeds vinden nieuwe mensen hun weg naar Stut en Steun. Directeur Ina Blink denkt dat haar stichting nog jarenlang nodig blijft. „Volgend jaar bestaan we tien jaar, maar dat gaan we niet vieren. Eigenlijk is zo’n mijlpaal triest. Mensen in het bevingsgebied zijn in de knoop geraakt, letterlijk ziek geworden. Dat had nooit mogen gebeuren. Maar ik ben blij dat wij ze kunnen helpen.”