Theaterbezoek is niet goedkoop, ook niet op locatie, zoals tijdens Boer Koekoek in Hollandscheveld. Foto: Andre Weima
Kunst en cultuur elitair? Nee, zeggen makers. Kaartjes worden steeds duurder, reageert het publiek. Voor wie goed oplet, is er wellicht een oplossing. Maar eenvoudig is het niet.
Akke Hoekstra viel bijna van haar stoel toen ze vernam dat een kaartje voor het theaterspektakel in Hollandscheveld 65 euro moest kosten. ,,Waar haal ik dat geld vandaan”, vroeg de inwoonster van Hoogeveen zich af.
,,Ik bereken alles in dagen”, zegt ze. ,,Vijfenzestig euro is voor mij twintig, vijfentwintig dagen eten.”
Steeds meer mensen merken dat het leven duur is en duurder wordt. Akke Hoekstra weet het al sinds ze 25 jaar geleden in de bijstand belandde. ,,Als je in de bijstand zit, is er alleen geld om eten te kopen en een dak boven je hoofd te betalen”, schetst ze.
Sporten? ,,Vroeger wel, nu niet meer.” Kunst en cultuur? ,,Wat ik ervan meekrijg, krijg ik mee via mijn vrijwilligerswerk.” Lid van de bibliotheek? ,,Je kunt beter voor 2,50 een boek halen bij de kringloop. Dat is goedkoper dan een abonnement en je hebt geen kans op boetes.”
Wie weinig geld heeft, moet slim zijn. En goed opletten.
Wat Hoekstra niet wist, is dat zij in aanmerking komt voor een gratis kaartje voor . De gemeente Hoogeveen en de provincie Drenthe hebben er duizend opgekocht bij de producent en stellen deze beschikbaar voor wie te weinig geld heeft.
,,Hoe had ik dat moeten weten?”, reageert Hoekstra.
Kunst en cultuur heten elitair te zijn. Hoewel er geen hek omheen staat, blijkt de drempel vaak te hoog voor mensen met weinig inkomen. Bij Toneelgroep Jan Vos hebben ze daar voor de locatievoorstelling in Eelde iets op bedacht: drie verschillende toegangsprijzen. 25 euro, 30 euro of 35 euro, voor een voorstelling in een speciale tent.
,,Idee is dat mensen die meer kunnen missen meer betalen, en dat mensen die minder geld hebben ook de voorstelling kunnen bezoeken”, vertelt zakelijk leider Judith Huizing. ,,We hopen dat we gemiddeld op dertig euro per kaartje komen. Dan kan het voor ons uit.”
Publiek van Toneelgroep Jan Vos kan kiezen uit drie verschillende toegangsprijzen.
Toneelgroep Jan Vos is afhankelijk van de kaartverkoop. ,,Theater op locatie is duur”, zegt Huizing. ,,Veel duurder dan met acteurs, technici en decors langs de theaters rijden. Wij moeten zelf een infrastructuur aanleggen. Onze tent hebben we met crowdfunding aangeschaft.”
‘Theater moet inclusief zijn’
Het idee van drie verschillende prijzen werd Huizing aan de hand gedaan door Wolter Lommerde, producent van in Veenhuizen en in Hollandscheveld. ,,Theater moet inclusief zijn”, zegt hij. ,,In de cultuurwereld wordt dan vaak gedacht aan mensen met kleur. Je kunt het ook breder trekken. Inclusiviteit is ook beschikbaarheid voor mensen met verschillende inkomens.”
en zijn dure voorstellingen, geeft Lommerde toe. ,,Wat mensen niet weten, is dat de kosten om producties te maken de afgelopen vijf jaar enorm zijn gestegen – personeel, materiaal, locatiekosten.”
Vanwege die kosten is hoog in de markt gezet. ,,Daar is begrijpelijk commentaar op. Daar is die weeggeefactie uit voortgekomen”, zegt Lommerde. ,,Aan de andere kant: mensen betalen grif 85 euro voor een musical. Het is dus niet zo dat er geen geld is. Wel zie je dat mensen vanwege die prijs maar naar één voorstelling gaan. De vraag is: welke voorstelling moet toegankelijk zijn. Is het belangrijk om naar een bekende musical te gaan? Of wil je dat mensen kennismaken met het werk van Tom de Ket?”
Het is ingewikkeld, zegt Lommerde. ,,Wanneer komen mensen wel of niet in aanmerking voor korting? Wij kunnen geen looncheck doen. Dat willen we ook niet, nog los van de privacy.”
Doelgroepbenadering en met prijsdifferentiatie
,,Alles wat wij doen, moet toegankelijk zijn voor iedereen”, zegt directeur Pieter-Bas Rebers van theater De Tamboer in Hoogeveen en initiatiefnemer van . ,,Het gevoel dat theater elitair is, klopt niet. Maar het gevoel bestaat wel. Dat willen we wegnemen met doelgroepbenadering en met prijsdifferentiatie.”
Veel inspanningen zijn gericht op jongeren en kinderen. ,,Ik doe graag iets wat bij hen voor de rest van hun leven iets aanwakkert”, zegt Rebers daarover. Nieuwe volwassenen zijn lastiger te bereiken. De Tamboer probeert met hulp van de gemeente en plaatselijke welzijnsorganisaties onder meer mantelzorgers en bewoners van het asielzoekerscentrum naar het theater te krijgen.
‘Zij zitten niet op jouw theater te wachten’
Rebers vertelt dat hij een keer naar de voedselbank geweest met de vraag hoe hij mensen daar blij zou kunnen maken. ,,Daar ben ik gedesillusioneerd weggegaan. De mededeling was: ’Mensen die hier komen, zitten niet op jouw theater te wachten. Die hebben iets anders aan hun hoofd’.’’
Simpelweg de prijzen verlagen, gaat volgens Rebers niet. ,,Wij hadden hier laatst een voorstelling met het pay what you can-principe. Dat leverde vijf euro per persoon op. Dat is voor ons geen verdienmodel.”
Gemiddeld kost een kaartje bij De Tamboer 25 euro. ,,Als je tien minuten op een terras zit, ben je zo zestien euro kwijt. Het is relatief. Mensen moeten zelf de keuze maken: het terras op, of een avondje naar het theater. Als je op voorhand zegt ‘Er is niets voor mij’, dan doe je jezelf tekort. Als je het niet kunt betalen, meld je. Dan kunnen we ernaar kijken.”
Waar in Hoogeveen maatwerk wordt geleverd, gaat dat elders anders. In de gemeente Groningen bestaat voor mensen met weinig geld de Stadjerspas waarbij korting wordt geboden op sport, cultuur, recreatie en educatie.
Publiek tijdens de voorstelling 'Boer Koekoek' in Hollandscheveld. Foto: Andre Weima
Met ingang van het nieuwe theaterseizoen kunnen pasbezitters bij podiumorganisatie Spot een voucher ter waarde van veertig euro aanvragen. ,,De gemiddelde prijs van een kaartje is bij ons 25 euro”, vertelt Renate Meijering van Spot. ,,Het kan dus zijn dat je soms iets moet bijleggen, bijvoorbeeld om twee kaartjes te bemachtigen.”
Kaartje voor een ander
Spot financiert de vouchers deels zelf via het doneersysteem ‘Kaartje voor een ander’. ,,Daar doen veel mensen aan mee. Al wordt er maar 1 euro gedoneerd – wij verkopen heel veel kaartjes. Dat loopt best op.”
In Leeuwarden wordt gestudeerd op een systeem vergelijkbaar met dat van Groningen. ,,Wij willen een Meedoenpas invoeren die volwassenen met weinig geld in staat stelt om aan culturele, sportieve of sociale activiteiten mee te doen”, laat Marianne Kuiper-Reitsma van de gemeente Leeuwarden weten.
In de gemeente Emmen kunnen minima terecht bij een Doe Mee-webshop. Een volwassene krijgt per jaar 125 euro om in de webshop te besteden, bijvoorbeeld aan bioscoopbezoek, een abonnement bij de bibliotheek of een betaalde activiteit van het Centrum Beeldende Kunst.
Sinds 2020 kan in een toenemend aantal gemeenten een beroep worden gedaan op het Volwassenenfonds. Intermediairs helpen aanvragen in te dienen voor bijvoorbeeld muziek- en danslessen, maar ook sportactiviteiten. Volgens Koert Thalen, tot voor kort coördinator van het fonds, worden alleen al in Drenthe tientallen aanvragen per week gehonoreerd.
Ook het Volwassenfonds bereikt niet iedereen. ,,Voor je 18 jaar wordt, kun je alle hulp krijgen. Daarna moet je het zelf kunnen”, zegt Thalen. ,,Er zijn veel mensen die vinden dat ze zelf hun broek moeten ophouden. Mensen die al ondersteuning ontvangen worden geïnformeerd over regelingen. We proberen van alles. Uiteindelijk werkt mond tot mond-reclame het beste.”
Niet alle minima zijn geïnteresseerd in theater
De duizend gratis kaarten die voor beschikbaar zijn gesteld, zijn nog niet allemaal weg. Hoe dat komt, is onduidelijk. Mogelijk moet de verdeler van de tickets, stichting Welzijnswerk Hoogeveen, meer ruchtbaarheid aan de actie geven. Wat ook kan, is dat niet alle minima geïnteresseerd zijn in theater.
Toen Akke Hoekstra van de prijs voor hoorde, weigerde ze naar de voorstelling te gaan. ,,Hoe kun je 65 euro vragen voor iets in Hollandscheveld waar de inkomens toch al niet hoog zijn?”, zegt ze. ,,Misschien is die prijs heel gewoon, ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat wat vaak als inclusief wordt gepresenteerd in de praktijk exclusief blijkt te zijn. Volwassenen aan de onderkant van de samenleving hebben het gevoel dat ze er niet bij horen.”