Bert Haandrikman presenteert het ochtendprogramma van Omroep MAX. „Elke keer als ik de studio binnenloop, voelt dat als een groot voorrecht.” Foto: Rob Oostveen
Nog voordat hij ooit een studio van binnen zag, voelde Bert Haandrikman (Borger, 1971) hoe radio een wereld kon openen. Jaren later werd hij zelf een vertrouwde stem, gevormd door de man die zijn jongensdromen aanwakkerde: Frits Spits.
Rinkelende borden, een half afgedroogde pan, een opengevouwen schoolschrift: in de boerderij aan de Strengenweg in Borger liep in de jaren 80 alles mee op het ritme van De Avondspits. „Of ik nu beneden de afwas deed of boven mijn huiswerk zat te maken, om 6 uur ’s avonds móést de radio aan.”
Hij ziet zichzelf nog zitten, de kleine cassetterecorder binnen handbereik. „Daar ontdekte ik de muziekradio en in het bijzonder Frits Spits. Zijn enthousiasme spatte van het programma af. Het gíng ergens over. En je hoorde er altijd de nieuwste platen.”
De Avondspits van Frits Spits, zes dagen per week van 18 tot 19 uur op Hilversum 3, maakte diepe indruk op de puber uit Drenthe. „Voor mij was 1984 een heilig jaar. Band Aid kwam binnen op nummer 1 in de Nationale Hitparade, en ik herinner me nog precies de woorden van Frits: ‘De enige échte één voor Afrika.’ Veel mensen namen liedjes op van de radio en deden hun best om de dj ertussenuit te knippen, maar ik merkte al snel dat ik juist de aankondigingen het mooist vond.”
Op zijn laptop speelt hij een fragment af uit 1987, waarin hij als tiener inbelt bij het Steunfonds, een rubriek in De Avondspits. Zijn stem klinkt jong en enthousiast, terwijl Spits hem vraagt de titel nog eens te herhalen. „Die fantástische plaat van John Farnham, You’re the voice”, klinkt het geestdriftig aan de andere kant van de lijn.
Haandrikman glimlacht. „Die plaat zal mij altijd verbinden met Frits.” Het was een van de momenten die zijn bestemming bepaalden. „Ik dacht: als ik toch ooit bij de radio terecht zou komen.... Dat gevoel is nooit meer overgegaan.”
Meao in Emmen
Zijn route naar de landelijke radio begon in Groningen, maar na de mavo in Borger belandde Haandrikman eerst nog op de meao in Emmen. „Je had in die tijd nog niet zoveel opleidingen in de media”, zegt hij. „Nu struikel je erover, maar toen had je alleen de School voor Journalistiek. Via het mbo wilde ik daarnaartoe.”
Hij haalde de toelatingstest, maar werd uitgeloot. Dus volgde hij een jaar de lerarenopleiding en ging daarna, met de propedeuse op zak, Nederlands studeren aan de universiteit. „Toen ben ik ook in Groningen gaan wonen. En ik dacht: om bij de radio te komen, moet ik aankloppen bij de lokale omroep.”
Bert Haandrikman aan het werk: „Als ik het allemaal gewoon ga vinden, moet ik stoppen.” Foto: Rob Oostveen
Bij OOG Radio werkte hij aanvankelijk achter de schermen. „Ik wist: er valt vanzelf ’ns iemand uit en dan grijp ik mijn kans”, zegt hij. Toen dat inderdaad gebeurde, kreeg hij zijn eerste minuten achter de microfoon. Via OOG belandde hij bij RTV Noord, waar hij verslaggever en later presentator werd op radio én televisie.
„Het allerleukste vond ik programma’s presenteren. Dat heb ik ook eerlijk gezegd toen ze bij Tijd voor Twee (tussen 1995 en 2013 het programma van Frits Spits op NPO Radio 2, red.) een verslaggever zochten.”
Zijn sollicitatiebrief, gestoken in een gele envelop, bracht hij in juni 2000 naar het inmiddels verdwenen postkantoor aan de Munnekeholm in de Groninger binnenstad. „Aangetekend, want die brief móést aankomen.”
Aan het loket werd hij herkend. „Die vrouw zei: ‘Bert, je gaat toch niet bij ons weg?’ Tegenwoordig zou zoiets, met alle privacyregels, eigenlijk niet meer kunnen. Maar het was weer zo’n bijzonder moment.”
‘Bert, zit je of sta je?’
Haandrikman viel op tussen de andere briefschrijvers. Via zijn antwoordapparaat werd hij uitgenodigd voor een gesprek in Hilversum. Niet lang daarna, in de trein naar Groningen, ging opnieuw de telefoon. „Het was Frits zelf. Hij zei: ‘Bert, zit je of sta je?’ Ik zei: ‘Ik zit in de trein.’ En toen meldde hij dat ik was aangenomen als verslaggever in zijn programma.’”
Hij glimlacht bij de herinnering. „Ik was euforisch. Maar toen ik in Groningen uitstapte wist ik: ik ga deze stad verlaten. Dat deed nog best een beetje pijn ook.”
Het was het begin van een intensieve samenwerking met de man die hij als kind adoreerde. „In het begin reed ik heel Nederland door zonder navigatiesysteem, met een Shell-stratenboek op schoot. Mijn eerste klus was bij de presentatie van het Anthology-boek van The Beatles in het Hilton, op de plek waar John Lennon en Yoko Ono een week lang in bed hadden gelegen.”
De volgende kans diende zich aan in de zomer van 2002. Frits Spits ging met zomervakantie. „Ze zochten een invaller en ik stak weer eens mijn vinger op. Frits stelde voor een proefprogramma te maken. Hij zei: ‘Ik luister er vanavond naar, morgen hoor je wat ik ervan vind.’”
Hij deed die nacht geen oog dicht en was de volgende ochtend al vroeg op de redactie. „Frits kwam enthousiast binnen. Hij zei: ‘Ik heb geluisterd, Bert – ik vond het zó leuk. Jij gaat een week presenteren.’”
Een beslissend moment: in datzelfde jaar zat Haandrikman al in het team van de Top 2000. „En van 2006 tot en met 2013 presenteerde ik elke vrijdag Tijd voor Twee.”
‘Een lieve man’
Hoe is het om samen te werken met de belangrijkste radiomaker van Nederland? Haandrikman denkt even na. „Je leert iemand kennen zoals hij op de radio klinkt, maar ook zoals hij daarbuiten is. En ik kan alleen maar zeggen: Frits is de meest vriendelijke, loyale man met wie ik ooit heb gewerkt. Zo geïnteresseerd, zo betrokken. Een lieve man.”
Volgens Haandrikman hield Spits het ruim vijf decennia vol door vakmanschap. „Oprechte belangstelling, hard werken, altijd goed voorbereid zijn.”
Wat hij van Spits leerde, is niet in één woord te vangen. Op verzoek probeert hij het toch: „Het gaat om sfeer. En die ontstaat door snelheid, door luisteraars serieus te nemen, humor, timing. Frits is absoluut de meester in de verbeelding en het creëren van een eigen wereld met taal, geluiden en platen.”
Er zijn tal van nummers die hij voor altijd met Frits Spits associeert. „Binnen zonder kloppen van De Dijk, bijvoorbeeld. Een plaat die hij ongelooflijk heeft gesteund.” Maar ook obscure favorieten duiken op, zoals Red Skies van Boom Boom Mancini of Last Dance van de Groninger band I Spy. „De sfeer in die aankondigingen is ongeëvenaard.”
Frits Spits in het kort
Frits Spits in het Top 2000 Café in december 2013. Foto: Archief ANP/Robin van Lonkhuijsen
Frits Spits werd op 19 januari 1948 in Eindhoven geboren als Frits Ritmeester. Hij geldt als een van de invloedrijkste radiomakers van Nederland.
Zijn carrière begon in 1973, toen hij werd ontdekt in het programma Proefdraaien. In 1978 brak hij door met De Avondspits op Hilversum 3, een vernieuwend muziekprogramma dat meerdere generaties luisteraars aan zich bond. Later presenteerde hij onder meer Tijd voor Twee en Met het Oog op Morgen, programma’s waarin zijn vakmanschap, taalgevoel en warme presentatiestijl volledig tot hun recht kwamen.
Sinds 2014 was Spits elke zaterdag met De Taalstaat te horen op NPO Radio 1. In het programma bracht hij taal, muziek en cultuur op karakteristieke wijze samen. Per 1 januari 2026 stopt hij met radiomaken, na een loopbaan van 52 jaar. Schrijver Ronald Giphart neemt de presentatie van De Taalstaat over.
Spits ontving tijdens zijn carrière diverse onderscheidingen, waaronder de Zilveren Reissmicrofoon, de Marconi Oeuvre Award en – vorige week nog – de Zilveren Fonograaf.
Soms moet hij zichzelf even in de arm knijpen. „In 2004 was George Michael in Nederland voor de promotie van zijn album Patience. Frits mocht hem interviewen en ik ging, als enorme bewonderaar van George Michael, mee naar het Amstel Hotel.”
Ze kregen 10 minuten, onder toezicht van beveiligers. „Geen foto’s, geen handtekeningen.” Toch waagde Haandrikman de gok. „Aan het einde heb ik snel Patience gepakt en gevraagd of hij die cd wilde signeren. Die ligt hier nu boven in mijn verzameling – origineel, mét de handtekening van George Michael.”
Veertien keer de Top 2000
Haandrikman vervulde stap voor stap zijn droom. Uiteindelijk zat hij veertien keer bij de Top 2000 achter de microfoon. „Ik was jong en ik greep alle kansen. Shifts van 12 tot 5 ’s nachts, omdat niemand anders die wilde doen. Onbegrijpelijk, vond ik. Natúúrlijk sprong ik in dat gat.”
Hij herinnert zich hoe hij ooit op vakantie de toenmalige zendermanager Kees Toering aan de lijn kreeg. „Hij zei: ‘Bert, ik heb niemand die de finale wil presenteren.’ Moet je nagaan. Nu vechten mensen erom, maar toen was dat anders.”
Radiomaker Bert Haandrikman pakte alle kansen die hij kreeg. „Shifts van 12 tot 5 ’s nachts, omdat niemand anders die wilde doen. Onbegrijpelijk, vond ik.” Foto: Rob Oostveen
De Top 2000 bracht hem onvergetelijke momenten. Het meest bijzonder: de aftrap met ruimtevaarder André Kuipers op eerste kerstdag 2011, live vanuit het ISS. „Hij mocht de eerste plaat aankondigen, de nummer 2000: Torn van Natalie Imbruglia. Het was spannend, er lag een back-up klaar omdat het contact kon wegvallen. Maar we kregen hem live. Kippenvel, natuurlijk.”
Ook zijn rol bij de afsluiting van de lijst blijft hem bij. „De gong van Bohemian Rhapsody moet precies uitkomen op middernacht. Je kunt die plaat natuurlijk niet afkappen.” Hij lacht. „Het is zo’n iconische plaat. Ik heb het singletje laatst nog gekocht, een jubileumuitgave op blauw vinyl. Daar ben ik gevoelig voor.”
Want hij blijft in de eerste plaats een liefhebber. „Ik ben nieuwsgierig”, zegt hij. „Als je dat niet bent, houd je dit vak niet vol. Ik vind het leuk om met mensen in gesprek te gaan. Ze vertellen je alles. Daardoor kun je even verder prikken en af en toe een vraag stellen die misschien nét even te brutaal is.”
Het vertrouwen dat luisteraars hem schenken, raakt hem. „Ik heb dozen vol met wat mensen opsturen. Chocoladeletters, kunstwerken.... Ik kan het niet wegdoen. Dat voelt zonde.”
Elk teken van betrokkenheid beantwoordt hij persoonlijk. „Alle luisteraars krijgen van mij een handgeschreven kaart terug. Allemaal. Ik vind dat belangrijk.” Hij bewaart zelfs foto’s van de kaarten die hij verstuurt. „Als een kaart niet aankomt, wil ik weten hoe dat komt. PostNL heeft al veel aan mij verdiend.”
Ochtendshow
Sinds 2020 presenteert Haandrikman bij NPO Radio 5 de ochtendshow van Omroep MAX. Een ritme dat hem dwingt tot vroeg opstaan. Elke werkdag gaat thuis, in Utrecht, om 10 over 4 de wekker. „Dat betekent dat ik er ’s avonds rond half 10 in lig. Je sociale leven ... Ja, dat gaat eigenlijk niet samen.”
Zijn ochtend volgt een vast patroon. Terwijl vriendin Karin (48) zich nog een keertje kan omdraaien, springt Haandrikman onder de douche. „Daarna loop ik naar beneden en dan ligt hier een kwispelende hond. Sammie is gelukkig wat rustiger geworden, zij slaapt veel.”
Daarna drinkt hij een kop koffie en stuurt het team van Goeiedag Haandrikman! een bericht. „Om kwart voor 5 app ik altijd: ‘Ik ben wakker’. Dat doe ik al zolang ik dit programma maak. Gelukkig heb ik me nog nooit verslapen, maar dat appje geeft mij rust.”
Even na vijven stapt hij in de auto. „De weg is vrij, nooit last van files. Dat is het voordeel van zo vroeg opstaan. Je mag ook nog ’ns 120, dus ik ben razendsnel in de studio op het Mediapark in Hilversum.” Daar begint om 6 uur de uitzending, tot 9 uur. „Elke keer als ik de studio binnenloop, voelt dat als een groot voorrecht. Dat ík dit mag doen!”
Bij Omroep MAX zit hij op zijn plek. „Dit is een van de beste – ik denk de allerbeste – stappen die ik ooit in mijn carrière heb gezet.” Inmiddels presenteert hij ook op de landelijke televisie. „Ik heb net voor de tweede keer de Evergreen Top 1000 gedaan en afgelopen zomer opnieuw het MAX Skûtsje Journaal. Ik kan daar ultiem van genieten.”
Bert Haandrikman presenteerde onlangs voor de tweede keer de 'Evergreen Top 1000' op televisie. Foto: MAX/Elvin Boer
Ook wat dat betreft is Frits Spits nog altijd een voorbeeld. „Frits is nooit gaan klinken als een oude man, omdat hij altijd zijn nieuwsgierigheid heeft behouden. Zelfs op zijn 77ste beluistert hij nog álle nieuwe platen die uitkomen. Ik ken niemand anders die dat doet.”
Zelf won Haandrikman in de loop der jaren verschillende radioprijzen, waaronder de Gouden RadioRing en tweemaal de Zilveren RadioSter – erkenningen die bevestigen dat hij zélf inmiddels een gevierd programmamaker is. „Maar als ik het allemaal gewoon ga vinden, moet ik stoppen.”
Genoeg avontuur
Dat zijn werk nog altijd genoeg avontuur oplevert, bleek op Koningsdag 2024. „’s Ochtends zag ik verschillende gemiste oproepen van Jan Slagter. Toen ik hem terugbelde, nam hij meteen op: door omstandigheden kon hij onverwacht Koningsdag niet presenteren. ‘Kun jij dat overnemen? We halen je over een uur op.’ Ik had niet eens geschikte kleding, maar dat werd onderweg geregeld. En zo reed ik in volle vaart naar paleis Soestdijk om live de zender op te gaan.”
In dat soort situaties komt zijn ervaring goed van pas – iets wat hij des te meer beseft nu zijn mentor Frits Spits per 1 januari een stap terug doet. Het radiomaken kost te veel energie; Spits wil voorkomen dat dat ten koste gaat van de luisteraar of van hemzelf.
Haandrikman begrijpt die afwegingen, maar het vooruitzicht doet hem wel iets. „Ik gun hem zijn rust van harte, natuurlijk. Maar radioland zonder Frits ... Hij heeft 52 jaar lang mede het geluid bepaald, dus dat is moeilijk voor te stellen.”