Dmitri Sjostakovitsj incasseert applaus bij het concert in Moskou ter gelegenheid van zijn 60ste verjaardag, september 1966. Foto: ANP/TASS
Vijftig jaar geleden overleed Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975). In Groningen is vanaf vrijdag een driedaags festival met al zijn strijkkwartetten. In april speelt het Noord Nederlands Orkest zijn Zevende Symfonie.
Na zijn dood noemden Russische kranten hem ‘een trouwe zoon van de communistische partij die zijn hele leven wijdde aan de ontwikkeling van de Sovjetmuziek, ter bevestiging van de idealen van socialistisch humanisme’.
De componist die in de tijd van Stalin meermalen van staatswege de grond ingeboord werd, was een icoon geworden. Volgens een van zijn biografen had Sjostakovitsj een ‘bijna ziekelijke ambitie om de belangrijkste componist van de Sovjet-Unie te worden’.
Dat is hem gelukt, in een staat waarin muziek verplicht begrijpelijk moest zijn voor de grote massa. En vooral ook optimistisch en levensbevestigend van toon. Er was een Bond van Proletarische Musici die zelfs vond dat componisten alleen liederen voor de massa moesten schrijven.
Eerste aanval
Na zijn nogal conventionele Eerste Symfonie ging Sjostakovitsj die kant bepaald niet op. Zijn soms behoorlijk kakofonische opera De Neus (1928) had succes en daarin zaten beslist invloeden van de hoogst moderne opera Wozzeck van Alban Berg. Die was in Rusland opgevoerd en er klonk meer moderne Westerse muziek die zeer bewonderd werd. Vanaf 1931 was het met het modernisme in Rusland afgelopen.
De eerste serieuze aanval op Sjostakovitsj, onder het inmiddels oppemachtige Stalin-regime, kwam in 1938. Overal in Rusland en elders werd zijn opera Lady Macbeth van Mtsensk (1936) opgevoerd. Nadat Stalin die in Moskou had gezien verscheen in de Pravda, de staatskrant, een artikel met als kop ‘Chaos in plaats van muziek’.
Daarin werd de muziek gekapitteld om haar dissonanten en onbegrijpelijkheden en het stuk zelf om zijn lompheid. Er zitten banale momenten in, zoals muziek bij een copulatiescène, waardoor een Amerikaanse criticus Sjostakovitsj een kampioen van pornografische muziek noemde.
De componist sliep in die tijd met zijn kleren aan en een gepakt koffertje voor als hij gearresteerd zou worden. Dat gebeurde niet. In 1948 volgde opnieuw een staatsberisping. Nu was Sjostakovitsj de hoofdzondebok, naast zijn collega-componisten Katsjatoerian en Prokofjev.
Dmitri Sjostakovitsj werkt aan zijn beroemde 'Zevende Symfonie'. Foto: AFP/TASS
Staatsprijzen en onderscheidingen
Het leidde tot verplichte componistendebatten waarin alle minkukels naar hartenlust aan het beschuldigen sloegen. Sjostakovitsj noemde die walgelijk en schreef een satirische cantate waarin hij alle meelopers op de hak nam. Die verdween blijvend in zijn bureaula.
Na beide staatsaanvallen heroverde hij zijn positie vrij makkelijk met bijvoorbeeld een ‘begrijpelijke’ Vijfde Symfonie of een zeer simpel Lied van de Wouden voor koor en orkest. Hij kreeg staatsprijzen en onderscheidingen en schaarde zich achter de muzikale Sovjetpolitiek.
Na Stalins dood (in 1952) kwam de culturele dooi en kreeg Sjostakovitjs geleidelijk aan zijn iconische positie. In 1962 werd hij zelfs voorzitter van de componistenbond en lid van de Communistische Partij. ‘Ik ben erin geluisd’, vond hij zelf.
Tijdloze ijzige wind
De Neus en de verboden Westerse modernisten verschenen weer op de programma’s en er kwam veel muziek uit zijn bureaulade, zoals het Vioolconcert, strijkkwartetten en zijn Tiende Symfonie. Er is veel geschreven over de dubbele bodems en verstopte kritiek in zijn muziek, maar ook zonder dat waait er soms een tijdloze ijzige wind doorheen.
Of we horen een grotesk fanfarethemaatje naast veel Russische droefheid. In zwakke (ideologische) momenten is ze goed gemaakt, maar op haar best is zijn muziek echt veel meer dan een ‘tweede of derde overdruk van Mahler’, zoals de modernistische meester Pierre Boulez ze onterecht omschreef.
Sjostakovitsj Festival
Het Quatuor Danel speelt vrijdag 31 januari, zaterdag 1 en zondag 2 februari in De Oosterpoort alle 15 strijkkwartetten in 7 concerten. Er is ook een uitgebreid randprogramma. Het NNO speelt zijn Zevende Symfonie op 24 april.