Gnod, meer in het bijzonder: MC Sissi Foto: Roan de Vries
Spannende festivals, een nagelbijtend optreden van een tachtiger, prikkelende videoclips: muziekredacteur Jacob Haagsma maakt wat mee.
Zo, Jacob, nog plannen voor het weekend?
Nou, ik ben nog bezig met het verwerken van mijn belevenissen van afgelopen weekend. Bij John Cale, bijvoorbeeld. Oude held, misschien wel voor het laatst in Groningen.
Hoe dat zo?
Omdat je ‘oude held' in meerdere opzichten letterlijk mag nemen. John Cale, uit Wales en mede-oprichter van de über-invloedrijke band Velvet Underground, is bijna 83.
Daarbij vergeleken zijn Neil Young en Van Morrison, over een paar maanden in Stad, nog maar jonkies, met hun 79 jaar.
Ik bedoel maar. John Cale is natuurlijk niet meer de uiterst intense rocker die ik net 41 jaar geleden voor het eerst zag in diezelfde Oosterpoort (maar dan in de grote zaal), en gelukkig ook niet meer de gek die op het podium een kip onthoofdt (in 1977 te Croydon, het beest was al dood) of die gewoon live ruzie schopt met zijn bandleden en er ook anderszins een zooitje van maakt (Sneek, zelfde tijd ongeveer - hij zou drie weken later terugkomen om het goed te maken, maar kwam niet opdagen).
Cale oogde minder stram dan een jaar of zes geleden op Vlieland, al trok hij natuurlijk geen sprintjes tussen toetsen en gitaar. Zijn stem mag er nog altijd wezen, al gingen de hoge nootjes wat moeizamer. Maar hij zingt nog steeds even intens. Kwalitatief wisselend maar intens dus, en aangrijpend, de nekharen gingen er geregeld bij overeind staan. Dat hebben we liever dan professioneel en vlak, ja toch.
Als jij het zegt. En allemaal grote ouwe hits zeker?
Nou nee. John Cale maakt nog steeds platen, prima producten die de laatste jaren (Mercy is uit 2023, Poptical Illusion van vorig jaar - 80 lijkt wel het nieuwe 20 als het om geldingsdrang gaat) een nadrukkelijk elektronisch, modern karakter hebben. Na ja, dat leverde een spannende setlist op, waar de grijsgekuifden in de banken hun tanden op stuk konden bijten. Met toch ook weer die traditionele cover van Heartbreak Hotel (ja, van Elvis), nu niet meer desolaat solo maar spookachtig vervreemdend elektronisch - ik zou er nog steeds niet graag inchecken.
John Cale met band in De Oosterpoort, Groningen, 28 februari.
Foto: Ronnie Zeemering
En in de toegift zeker Close Watch, toch zijn bekendste nummer?
Nou nee. Eerst een verrassend mopje Sesamstraat(ja, C is ook voor Cale) en toen, ik had goed gegokt, Waiting For My Man,een knikje naar zijn pionierswerk in Velvet Underground. Heeft die man toch mooi zeven kwartier diepe indruk gemaakt.
Maareh, met popsterren van die leeftijd krijgt de popcultuur toch wel wat museale trekken.
Dat heb je toch al, tegenwoordig. De overvloed aan tributebands, min of meer bekende artiesten die erachter komen dat ze met andermans, ouder werk de zaal toch voller trekken, het enorme enthousiasme waarmee de komst van Neil Young wordt ontvangen. Pop dringt ook letterlijk door tot musea, we hadden in het Groninger Museum al tentoonstellingen over David Bowie, Rolling Stones en hoezenontwerpers Hipgnosis. Nu kun je daar van alles van vinden, maar feit is dat er in Forum te Groningen een mooie expo is van, eh, videoclips.
Videoclips!
Yep! Ooit ingezet als relatief banaal, vluchtig promotiemiddel, nu dus goed voor het museum, of in ieder geval Forum. Het medium is tenslotte een halve eeuw oud, tenminste, als je die van Bohemian Rhapsody, van Queen, als startpunt neemt. Kun je over discussiëren, doen we niet. Want het is een verrekt leuke expo geworden, dit The World Of Music Video. Een flink grote ook nog, over twee verdiepingen, met verschillende videoclips - want daar gaat het tenslotte om.
Die clips kun je bekijken op televisies, of monitoren, uit doorgaans nogal vervlogen tijdperken - opgehangen aan een soort bouwsteigers, het ziet er best spannend uit. Met daarbij de nodige informatie natuurlijk, en gegroepeerd in verschillende thema’s. Dan gaat het vooral om de manier waarop de videoclip verbonden is met andere kunstvormen - film, mode, beeldende kunst, fotografie en dans, je kunt het uittekenen.. En wat ik zelf heel tof vind: dat er ook de nodige clips te zien zijn uit minder voor de hand liggende landen, vanuit wit-Westers perspectief dan. India, Turkije, China, Congo: waar worden er niet videoclips gemaakt, en waarom ook niet?
Het zal me wel een kakofonie zijn, met al die clips tegelijk. Of worden ze vertoond als stomme films, nee toch?
Niks daarvan. Je krijgt een koptelefoon op en als je in de buurt van een van de vele schermen komt, hoor je precies het nummer van dat scherm. Meestal tenminste, het gaat ook wel eens mis - wat ook wel weer een verfrissend, vervreemdend effect geeft. Hoe dan ook: nog te zien tot diep in mei.
Dus, popcultuur kan voorgoed naar het museum of de bejaardensoos.
Nee hoor, wat een onzin. Want als tegenwicht hebben we altijd nog actuele klanken uit de underground. Alleen al daarom werd ik erg vrolijk van het Hybrid-festival, een initiatief van poppodium Vera en Club Oost, ook al in Groningen. Het speelde zich ook af in het Grand Theatre, om de hoek, en de A-Kerk, even verderop. Daar ging het om drones, zoals bij Ellen Arkbro. Die haalde ijle klanken uit dat monumentale, decoratieve Schnitger-orgel, gevat in een minimum aan noten die je bij stug doorluisteren toch echt wel een dimensie hoger tillen. Mooie link trouwens met John Cale, die zich in zijn jonge jaren ook wel met dit soort radicale minimalisme bezig hield.
Daarvoor zit je dan ook in een kerk, voor die hogere dimensie.
Ja, haha. Nogal een andere context dan even later in Vera, waar psychedelisch collectief Gnod uit Salford weer heel andere dingen deed dan we - op festivals als Roadburn en Le Guess Who? - van ze gewend zijn. Hier leverden ze een elektronische soundtrack, van vage ambient tot rauwe Basic Channel-achtige beats. De band, tot twee man teruggebracht, stond aan de zijkant achter de knoppen, de rest van het podium was voor MC Sissi (Marlene Ribeiro eigenlijk). Maar ondanks dat MC in haar artiestennaam liet ze de microfoon vrijwel onberoerd, om haar lijf en leden in te zetten voor een intense performance, met projecties en al. Spannend, maar wel jammer dat ze ‘t na afloop uit probeerde te leggen. Het ging over een hond, thuis in Portugal.
Demdike Stare, onder de kroonluchter in Club Oost.
Foto: Hector Garcia Martin
Kunst uitleggen, wat is daar op tegen? Jij doet toch niet anders.
Misschien, maar erop dansen is beter. Dat inzicht kwam tot me schuin aan de overkant in Club Oost, waar ver na middernacht het Britse duo Demdike Stare aantrad. Nu had ik die al eens gezien op Le Guess Who?, in de setting van een concertzaal, maar dat is echt een ander verhaal dan in zo’n club, diep in de nacht.
Donkere beats, gruizig experiment, ijzige synths, duister verknoopte bassen, een nogal dystopisch gevoel dat uit die beats omhoogkruipt... Zo spannend als wat, en heel dynamisch door de interactie met het druk dansende clubpubliek. Waarvan een aardig deel geboren moet zijn aan deze zijde van de millenniumwissel, toch een mooi contrast met de grijze kuiven bij John Cale.
Eigenlijk wil je zeggen: het werkt gewoon, zo’n festival.
Met verschillende plekken, verschillende contexten die mooi op elkaar inwerken, verschillende publieksgroepen. Het is nog lang geen Le Guess Who?, of Rewire (in Den Haag), maar die zijn ook ooit ergens begonnen moet je rekenen.