Stef Bos: „Niet marcheren, dansen. Prachtig in deze tijd van oorlogsretoriek.” Foto: Janita Sassen
Met het nieuwe album ‘Kaartenhuis’ en de tournee ‘Tijd om stil te staan’ reflecteert Stef Bos (63) op zijn leven, zijn gezin en de tijdgeest. „Het leven moet een wals zijn.”
Op het immense podium van Kirstenbosch, Zuid-Afrika, in de schaduw van de Tafelberg, stond Stef Bos in februari oog in oog met zichzelf. „Ik dacht: als ik daar ga spelen, moet ik niet alleen achter een piano gaan zitten sukkelen. Dat is voor een publiek van duizenden mensen. Ik heb Paolo Nutini en The Waterboys daar zien optreden.”
Hij ging het avontuur aan. Stelde een band samen, inclusief strijkers en een achtergrondkoortje. „Je moet de massa bespelen. Dat kan ik wel, maar ik haal er nooit zoveel voldoening uit.” Liever werkt hij vrijer, losser. „Ik ben meer van de jazzopvatting. Ik hou ervan als je elkaar aankijkt en knikt: speel die solo maar wat langer.” Na een korte stilte: „Geef mij daarom maar de Stadsschouwburg in Groningen of Leiden.”
Zijn terugkeer naar Nederland, een paar dagen geleden, markeert het begin van een volgende fase: een nieuw album, Kaartenhuis, en een nieuwe tournee, Tijd om stil te staan. In beide legt hij zijn eigen zoektocht bloot. „Na corona waren er een paar schokmomenten in ons persoonlijke leven, waardoor ik tot stilstand werd gedwongen. Ik ben iemand die vanuit gedrevenheid altijd iets nieuws wil creëren. Maar ik kreeg een paar keer een wake-upcall: stop daar nou eens mee.”
Bos dook zijn oude fotoboeken in. „Ik bladerde door die albums en zei tegen mijn vrouw: eigenlijk heb ik een verzonnen leven geleid. Niet omdat ik depressief werd, hoor. Maar ik keek met enige ironie naar mezelf: wie was dat jongetje op die foto’s?”
Dat beeld leidde tot het nummer Vertel mij wie ik vroeger was. „Dat was eigenlijk het hele vertrekpunt. Om weer aansluiting te vinden met het kind in mezelf. Om niet alleen vooruit te kijken, maar ook terug naar het begin.”
Bos schreef nieuwe liedjes, voegde enkele eerder geschreven stukken toe en merkte dat ze samen één verhaal vertellen. „Eigenlijk is Kaartenhuis daarmee ook een soort fotoalbum geworden. Al die liedjes zijn momentopnamen.”
Een vrije middag
Stef Bos is niet iemand van de haast. Deze maandagochtend is hij vanuit zijn Belgische woonplaats Wachtebeke naar Schiedam gereden, waar hij twee dagen de tijd neemt om in het Theater aan de Schie zijn nieuwe voorstelling in elkaar te zetten. De technici zijn in de weer met het podiumbeeld – schilderij en traporgeltje rechts, de vleugel links – en vanavond komen de gitaristen René van Mierlo en Tom Vanstiphout om te repeteren. Dat geeft hem een volledig vrije middag.
„Het leven moet een wals zijn en geen mars”, zegt Bos tussen twee slokken thee door. „Die wijsheid hoorde ik rond kerst in Zuid-Afrika, van mijn oude kameraad Johan Badenhorst. En ik dacht: ja, dát is het. Niet marcheren, dansen. Prachtig in deze tijd van oorlogsretoriek. Zo werd het zaadje geplant, zo werd een lied geboren.”
De afgelopen maanden bracht hij grotendeels door in Zuid-Afrika, waar zijn kinderen deels opgroeien. Zijn dochter stapte onlangs over naar een nieuwe middelbare school, vertelt hij. „Ze paste niet in het klassieke schoolsysteem. Mijn vader zou vroeger gezegd hebben: even doordouwen, jongen. Maar deze generatie is intuïtiever. En dat gaat hen redden.”
Hij kijkt met bewondering naar zijn drie kinderen. „Ze zijn veel wijzer dan ik op die leeftijd. Ze voelen dat alles aan het veranderen is. De wereld is niet meer te vatten in vastgestelde ideeën.”
Waar Bos ooit opgroeide in de beschutting van een klein dorp, hebben zijn kinderen zicht op een veel grotere wereld. Voor de helft van hun leven is hun decor de Tafelberg. „Ze zien schoonheid, maar ook de sociale en economische heftigheid van Zuid-Afrika.”
Het leven tussen verschillende werelden – Wachtebeke, Kaapstad, de Veluwe – heeft Bos gevormd. Hij leerde zijn kinderen niet te verwachten dat vriendjes uit België de Zuid-Afrikaanse werkelijkheid begrijpen. „Je staat altijd in een soort buitenpositie. Maar ze kijken naar de wereld met een poëzie waar wij vroeger niet aan toekwamen. Ik hoop dat ze dat vasthouden.”
Hij liet zijn kinderen foto’s zien van politieke leiders. Bij Dick Schoof merkte zijn jongste droogjes op: ‘Hij moet zich scheren, papa.’ Bij het zien van Trump en Poetin: ‘Daar gaan we niet mee op vakantie, dat wordt niet gezellig.’ Over Marjolein Faber zei zijn dochter: ‘Ze heeft pijn in haar gezicht.’ Bos glimlacht als hij het vertelt: „En eigenlijk als je haar ziet… daar zít iets.”
Ongefilterde blik
Die ongefilterde blik van zijn kinderen helpt Bos ook zichzelf opnieuw te bekijken. „Mijn kinderen zijn niet enorm geïnteresseerd in mijn liedjes”, zegt hij met een grijns. „Ze maken er alleen maar grapjes over. In plaats van Is dit nu later zingen ze ‘Ik zie jou later’. Ja, roepen ze: want je bent altijd weg!”
Die confrontatie bracht hem een essentieel inzicht. Kinderen, zegt hij, houden je bij de les. „Ze vragen niet wie je bent op een podium, ze vragen wie je bent thuis. Ik dacht: waar ben ik eigenlijk vertrokken? Vanaf de toneelschool, misschien al daarvoor, ben ik een muzikale reis begonnen. Maar waar is dat jongetje dat ik op die oude foto’s zie?”
De liedjes op Kaartenhuis zijn intiem, kaal en dichtbij. „Er zit bijna geen galm op de zang. Bij het opnemen zei Jo Francken, de producer: ‘Hou het stil, hou het klein.’ Het is niet per se een plaat die je opzet voor de gezelligheid.”
De behoefte om stil te staan kwam niet alleen voort uit ouder worden of reflectie. Er was ook een gebeurtenis die zijn leven en dat van zijn gezin op de kop zette. In januari 2022 raakten zijn schoonouders en twee van zijn kinderen in Zuid-Afrika betrokken bij een ernstig auto-ongeluk.
Bos zat samen met zijn vrouw Varenka Paschke en hun dochter Lorelei (toen 11) in de auto toen de telefoon ging. De melding was kort en verontrustend: Varenka’s vader had achter het stuur een hartstilstand gekregen. De auto, met daarin ook Stefs schoonmoeder en hun twee kinderen Kolya (14) en Vonkie (6), was een ravijn ingereden. „Ze zijn met hun autootje de rots afgegaan tot aan de rand van de zee.”
Stef Bos: „Waar is dat jongetje dat ik op die oude foto’s zie?” Foto: Julie Rommelaere
Een halfuur later zag hij het tafereel met eigen ogen. „Mijn schoonmoeder lag langs de weg. Opgebaard, zij was al overleden. Mijn schoonvader zat ergens, zijn hart gereanimeerd door de schok. Maar mijn kinderen waren al weg, afgevoerd met een ambulance. Toen heb ik iets gedaan wat ik nooit eerder deed: ik schreeuwde zó hard dat de echo waarschijnlijk nog altijd in de bergen hangt. Een echte primal scream.”
Direct daarna kwam het moment waarop handelen belangrijker werd dan emoties. „Varenka ging mee naar het ziekenhuis, ik regelde alles ter plekke. Pas daarna kon ik ook naar de kliniek. Ik wist nog niets over hoe Kolya en Vonkie eraan toe waren.”
Beiden overleefden het ongeluk. Maar Kolya lag wel een maand op de intensive care. „Ik heb nachtenlang zijn hand vastgehouden.” In een ruimte vol piepende machines en gedempt licht vond hij iets wat hij nooit eerder zo intens had ervaren. „Dat zijn momenten die ik nooit had willen missen.”
‘Kom maar naast me zitten’
Onderweg naar de kliniek in Kaapstad voerde hij geregeld gesprekken met zijn moeder. Zij overleed al in 1998, maar voelde heel dichtbij. „Ik moest mijn energie ergens vandaan halen. Het leven van mijn zoon hing aan een zijden draadje. Dus ik zei letterlijk: kom maar naast me zitten vannacht. Dat werkte voor mij heel goed.”
De discipline om in de dagen en weken die volgden niet te bezwijken onder de stress, werd een pure overlevingstactiek. „Je moet slapen om fit te blijven. Er waren praktische beslissingen te nemen over operaties, over risico’s, je moet documenten ondertekenen. Dat hebben we samen heel goed gedaan.”
Eerder had Bos al eens ervaren hoe hij in een crisissituatie reageert. Hij herinnert zich een reis met zijn vriend Peter Van den Begin, de Vlaamse acteur. „We reden terug uit Italië, over de Sustenpas in Zwitserland, toen we als eersten bij een ongeluk aankwamen”, vertelt hij. „Er zat iemand bekneld in een auto. Peter schrok van het bloed, maar ik dacht: wat kunnen we doen tot de hulpdiensten komen?”
Hij overlegde met een motorrijder. „We hebben een opblaasmatrasje uit de auto gehaald, waar we normaal op sliepen in de tent. Daar hebben we die man op gelegd. Nog jarenlang zat er bloed op dat matrasje. Of die man het heeft gehaald, weet ik niet eens. Maar we hebben hem wel uit die wagen gekregen.”
Ook toen bleef Bos opvallend rustig. „Al vraag ik me af of je op zo’n moment werkelijk beseft wat er gebeurt. Dat komt misschien pas later. En dat later moet je wel pakken, anders blijft het ergens in je lichaam zitten.”
Daarom koos het gezin voor therapie, ook voor de kinderen. Geen klassieke gesprekken, maar speelse sessies: in een kamer vol poppetjes en in een zandbak speelden ze hun verhaal uit. „Ridders, cowboys, smurfen. Ze konden vrij spelen en via dat spel kwamen hun verhalen naar boven. Wat ze voelden. Wat ze hadden gezien. Zo kom je bij gevoelens waar je anders misschien nooit bij was gekomen.”
Geen façade
De inzichten uit die periode sijpelen onmiskenbaar door in zijn nieuwe werk. Maar Kaartenhuis is geen zwaar album geworden, benadrukt Bos. Hij voelt geen drang om te imponeren, geen verlangen om het publiek te overdonderen. „Ik wil iets delen. Geen façade, geen groot gebaar. Gewoon: spelen vanuit de stilte.”
De voorbereiding op zijn nieuwe tournee Tijd om stil te staan verloopt dan ook opvallend ontspannen. Geen strak repeteren, geen militaire planning. „Ik wil gewoon nog wat freewheelen, geloof niet zo in try-outs. Elke voorstelling is de eerste, elke avond moet iets nieuws kunnen ontstaan.”
Zo komen in Emmen en Leeuwarden tekstschrijver Rob Chrispijn en toetsenist Jan Borger langs. „Zij wilden bij de voorstelling komen kijken, maar ik zei: doe maar lekker mee.” Ze repeteren vrijdagmiddag, een paar uur voordat ze het podium van het Atlas Theater betreden. „Wat moet je anders doen in Emmen dan repeteren?” Weer die grijns.
Bos kijkt naar de wereld om zich heen en ziet vooral onrust: het razen van het nieuws, het schreeuwen op sociale media, de polarisatie in de politiek. Zelf kiest hij nadrukkelijk voor het tegenovergestelde. „We leven in een tijd waarin alles draait om snelheid, oordeel en bewijsdrang. Maar het echte leven begint als je die drang loslaat.”
Dan, na een korte stilte: „Je moet leren leven. Dan komt de rest vanzelf.”
Optredens en album
De tournee Tijd om stil te staan van Stef Bos trapte woensdag 30 april af in Theater aan de Schie in Schiedam. Optredens in het Noorden: 2/5 Atlas, Emmen; 3/5 De Harmonie, Leeuwarden; 9/5 Spiegel, Zwolle; 26/6 De Oosterpoort, Groningen. Voor de complete speellijst: stefbos.nl. Het album Kaartenhuis verschijnt op 16 mei bij Coast to Coast.