Sopraan Anna Prohaska en violiste Isabelle Faust moeten in opperste concentratie aan Kurtág gewerkt hebben om die naakte emoties zo indringend te verklanken | recensie ★★★★★
Het is een liederencyclus, maar niets in de Kafka Fragmente van Gyorgi Kurtág (1926) lijkt op wat we daarbij verwachten.
In 40 deeltjes – van 24 seconden tot zes minuten – voor sopraan en viool wordt met losse opmerkingen en korte zinnen uit Kafka’s werk een bestaansbeeld opgeroepen. Sommige teksten zijn berustend, andere ironisch. Er zitten rustige momenten in de muziek, maar ook veel heftige.
De zangstem daalt van uitersten in volume en hoogte af naar gefluister, de viool speelt naast mooie tonen evengoed schor gekras en ijl geruis. Schoonheid is er ook, als instrument en stem bijna identiek samensmelten. Er komen redelijk vertrouwde noten langs, maar rust brengen die niet.
Zoals wel vaker bij Kurtág gaat de muziek door merg en been; vredig luisteren is er niet bij. Sopraan Anna Prohaska en violiste Isabelle Faust moeten in opperste concentratie gewerkt hebben om die naakte emoties zo indringend te verklanken.