Jan Ruerd Oosterhaven: ,,Als Bach nu had geleefd, had hij heel andere muziek gemaakt." Foto: Jan Willem van Vliet
Jan Ruerd Oosterhaven (Leeuwarden, 1991) is musicus, beeldend kunstenaar, instrumentenbouwer en muziekdocent. Voor zijn studenten aan het Prins Claus Conservatorium ontwikkelde hij een improvisatiemachine. ,,Ik wil dat ze de geijkte structuren, de taal van jazz of klassieke muziek, loslaten.”
Op de tafel staat een rechthoekig doosje. Bovenop zijn vier knopjes zichtbaar, in verschillende kleuren, plus een schermpje. Voorop licht een groot scherm op, met links ervan een kleintje en een draaiknop. ,,Dit is hem”, zegt Jan Ruerd Oosterhaven. ,,De ImproMachine. Ik noem hem ‘John’, naar componist John Cage. Het ontwerp is een beetje old school, jaren 90.”
Oosterhaven (32) is musicus, denker, instrumentbouwer, beeldend kunstenaar en computerprogrammeur. Sinds enkele jaren doceert hij het vak Vrije Improvisatie aan muziekstudenten van het Prins Claus Conservatorium in Groningen. Speciaal daarvoor ontwierp, bouwde en programmeerde hij de ImproMachine, die tijdens zijn lessen als ‘spelleider’ fungeert.
,,Ik wilde mijn eigen rol als docent neutraliseren door een apparaat te maken dat op basis van toeval instructies geeft”, vertelt hij. ,,Een machine die buiten de student-docentrelatie staat.” In de muziek van Cage speelt toeval een grote rol, vandaar de naam ‘John’. Het apparaat van Oosterhaven is namelijk het vleesgeworden toeval.
Willekeurige keuzes
,,De ImproMachine maakt min of meer willekeurig een aantal keuzes. Het begint met de omvang en aard van het ensemble: hoeveel spelers doen mee aan de improvisatie en welke instrumenten worden bespeeld? Als de spelers een extra beperking willen, kunnen ze bijvoorbeeld op deze knop drukken: dan horen ze een soundtrack die als basis van de improvisatie kan dienen.”
Dat kan een bekend muziekfragment zijn, maar ook geluid van een bouwplaats. En zo kan het apparaat nog veel meer beperkingen opleggen, zoals een set noten of een thema (,,dat kan een woord zijn, maar ook een gedicht”). De ImproMachine kan ook ter plekke grafische notaties genereren die richting geven aan het spel.
De ImproMachine genaamd 'John'. Foto: Jan Willem van Vliet
En dan is er nog een grote dobbelsteen. ,,Het aantal ogen kan bijvoorbeeld het aantal tonen bepalen dat elk van de spelers mag gebruiken.” Het resultaat: voorafgaand aan elke improvisatie is er een in potentie oneindig scala aan muzikale mogelijkheden, dat door middel van toeval wordt ingeperkt en gestuurd.
,,Het doel is ruimte en vrijheid te scheppen voor studenten zodat ze op een andere manier met muziek in contact komen. Speelsheid opwekken. Zodat ze zich afvragen: wat is muziek eigenlijk? En wat betekent het voor mij? We leven in een tijd waarin heel veel zaken cultureel erg vastliggen of van bovenaf worden opgelegd. Dat wil ik openbreken.”
Sturing door opnames
Oosterhaven ziet zijn studenten tijdens de improvisatielessen letterlijk opleven, of ze nu klassieke muziek studeren of jazz. ,,Als ik een les zou beginnen door te zeggen: ‘Begin maar te improviseren’, dan komt er niet veel. Een jazzmuzikant zal nog wel wat kunnen, maar ook die valt al snel terug in clichés, door bijvoorbeeld bekende bebobpatronen te gaan matchen.”
De bestaande structuren, je referentiekader, dat wat je al kent en wat je geleerd hebt, sturen heel erg hoe je muziek speelt en beluistert, zegt Oosterhaven. De overdaad aan opnames die de laatste decennia beschikbaar is gekomen, via streamingdiensten en videokanalen, heeft onze muzikale horizon enerzijds verbreed, maar tegelijk ingeperkt. Wie te veel afwijkt van het verwachtingspatroon, wordt al snel met scheve ogen aangekeken.
Een voorbeeld. ,,We vinden tegenwoordig dat bij klassieke muziek alles exact zo gespeeld moet worden als in de partituur is opgeschreven. Als je een nocturne van Frédéric Chopin speelt, is er nu zoveel auditief referentiemateriaal dat je minder kunt improviseren. In Chopins tijd was dat er niet en was er veel meer interpretatievrijheid.”
Vladimir Horowitz
Sinds ongeveer een halve eeuw geleden is de structuurdwang enorm toegenomen, zegt Oosterhaven. ,,Nu zeggen we over de uitvoeringen van Vladimir Horowitz: ‘Geweldige pianist, maar hij mist wel die en die noot.’ Musici van nu ervaren veel minder vrijheid om zichzelf te uiten in hun interpretatie. Daarbij speelt mee dat de muziekwereld heel erg publieksgericht is.”
Door het nastreven van exactheid en de nadruk op de commerciële aspecten van muziek is het pure plezier van muziek maken, het genieten ervan, in het gedrang gekomen. Juist daarvoor probeert Oosterhaven in zijn lessen weer ruimte te scheppen. ,,Experimenteren, ruimte openen voor individuele dingen, studenten leren nadenken over waarom ze muziek maken.”
De ImproMachine legt natuurlijk ook beperkingen op, maar die zijn heel anders van aard dan wat studenten gewend zijn. Ze worden niet bepaald door culturele conventies of bekende muzikale structuren maar door toeval.
,,Op het conservatorium ligt veel nadruk op het overdragen van wat eerder gemaakt is. Vaak wordt daarbij een doel gesteld dat bereikt moet worden; het is een leerlijn die recht omhoog voert. Je moet dit en dat. Daar is niks mis mee, maar het is voor de ontwikkeling van studenten ook belangrijk om zijwaarts te kijken en niet altijd maar vooruit.”
Muziekschool Sneek
Oosterhavens kijk op muziek is in sterke mate bepaald door zijn eigen ervaringen. Hij groeide op in Goënga en ging in Sneek naar de muziekschool. ,,Ik speelde basgitaar. De eerste twee jaar was dat geweldig. De docent speelde wat voor en ik speelde het na, zonder bladmuziek. Binnen een paar weken speelde ik nummers mee van Tower of Power, dat toen mijn favoriete band was.”
,,Later kreeg ik les van iemand van wie ik opeens van alles moest kunnen: spelen van bladmuziek, regeltjes volgen. Toen ben ik gestopt, want daar had ik geen zin in. Ik ging voor mezelf verder.” Hij speelde in verschillende bandjes en vertrok na de middelbare school naar Groningen om contrabas te studeren aan het conservatorium.
Ook daar werd hij heen en weer geslingerd tussen zijn verlangen naar vrijheid en de structuurdwang die hem werd opgelegd. ,,Dat zat er altijd al in bij mij. Ik kreeg les van de tweede generatie jazzmusici, mensen die nog in contact hadden gestaan met de grote Amerikanen van het eerste uur. Die waren tot standaard verheven. Er werd zó op mij geprojecteerd hoe een jazzbassist moest spelen dat ik er burnout-verschijnselen van kreeg.”
Muziek maken met dak- en thuislozen
Muziek maken is in onze maatschappij heel voorwaardelijk gemaakt, zegt Oosterhaven. ,,Je moet eerst dat en dat kunnen en aan die en die eisen voldoen. Terwijl muziek maken, het uiten van jezelf in de taal van muziek, voor mij juist onvoorwaardelijk is. Muziek maken is een grondrecht voor mensen. Daar werd ik me sterk van bewust door mijn werk met dak- en thuislozen.”
Oosterhaven werkt een dag in de week voor Embrace Nederland. ,,Improviseren en muziek maken met mensen met sociale problemen, op verschillende locaties in Noord-Nederland. Daar wordt geen drempel opgeworpen en dat geeft mij een enorm geluksgevoel. Gewoon een instrument pakken en beginnen.”
Jan Ruerd Oosterhaven met zijn ImproMachine. Foto: Jan Willem van Vliet
Als je dat doet openen zich nieuwe werelden, ervoer hij. ,,Voor mensen in een probleemsituatie is het een bevrijding. In Sneek heb je bijvoorbeeld een bewoonster die niet meer kan praten. Ze trilt over haar hele lichaam. Maar als we muziek maken pakt ze de shaker en dan straalt ze. Perfecte timing en zó strak! Niet praten over je indicatie maar contact maken met anderen door muziek te maken. Je uiten in een taal die geen oordeel velt.”
,,Op een andere locatie doet een man mee die drugs gebruikt. Na zes weken zei hij: ‘Ik heb gisteren geen coke genomen want dan ben ik een leuker mens.’ Hij begon op zichzelf te reflecteren. Zijn begeleiders hadden dat nog niet eerder meegemaakt. Dat is de kracht van muziek.”
Olievlek
Zelfreflectie is ook wat hij beoogt met zijn improvisatielessen. Als aanvulling op en tegenwicht tegen de nadruk die op de muziekopleiding gelegd wordt op alles wat je moet kunnen en de overdracht van wat al gemaakt is. ,,In een jaar tijd gaat een student door zo’n honderd improvisaties. Steeds anders. Er is geen einddoel, het is geen lineair proces maar iets ruimtelijks: als een olievlek die zich uitbreidt.”
Elk kunstwerk is een tijdelijk resultaat van een oneindig proces van stromen en begrenzen, stelt Oosterhaven. ,,Het ontstaat uit het contrast tussen vrijheid en beperking, chaos en construct.” De ImproMachine biedt een alternatief voor de beperkingen en constructies die de traditie oplegt. ,,Zo’n machine maakt keuzes die je zelf niet kunt bedenken.”
Daarmee wordt voorkomen dat musici terugvallen in wat ze al kennen en wat ze hebben aangeleerd. ,,Ik wil dat ze de geijkte structuren, de taal van jazz of klassieke muziek, loslaten. Met de ImproMachine vergroot je de kans daarop.” Zo kun je ook wegkomen van het publieksgerichte en de nadruk op efficiëntie. ,,Er ontstaat ruimte voor experiment.”
Poëtische ruimte
De verbeeldingskracht van de studenten krijgt tijdens de improvisatielessen vrij spel. ,,De verbeeldingskracht wordt in het onderwijs te weinig aangesproken. Natuurlijk worden er ook door de ImproMachine grenzen aangegeven, maar die komen willekeurig tot stand. Ze worden door het toeval bepaald, op basis van algoritmes, niet door de traditie of door wat je geleerd hebt.”
Door op die manier het bekende open te breken, kun je als musicus als het ware even een sprong in de leegte maken, in een nieuwe wereld. ,,Er ontstaat tijdelijk een poëtische ruimte: een ruimte tussen de categorieën waarmee we de werkelijkheid indelen.” Daar kun je als musicus min of meer vrij van oordelen de reikwijdte van je instrument en het fenomeen muziek onderzoeken. ,,Vrij van een doel en vrij van de culturele normen en waarden.”
Die poëtische ruimte openen, daar gaat het Oosterhaven om. ,,Ik wil speelvelden creëren waarin studenten zelf iets kunnen maken. Waarin ze zichzelf kunnen ontdekken. En waarin ze leren wat de taal van muziek kan omvatten. En de kans daarop probeer ik te vergoten met zo’n machine. Een instructiemachine die de menselijke vrijheid viert.”
Een membraan spannen
,,Met behulp van de ImproMachine span ik een membraan, waarop ongekende klank gaat resoneren. Een improvisatie is eenmalig, iets dat nooit meer zo herhaald kan worden. Zoals ook het menselijke iets ongrijpbaars is.” Voor Oosterhaven is dat de kern van muziek maken, maar wel een kern die versluierd is geraakt door het streven naar perfectie en het volgen van regels om de regels.
Hij merkt dat er steeds meer ruimte komt voor zijn benadering. De bestaande structuren en conventies, zowel in de muziekopleidingen als in de muziekpraktijk, worden steeds vaker als keurslijf ervaren. ,,Er is behoefte aan ruimte voor experiment. Hoe mooi de bestaande muziek ook is, we komen soms vast te zitten in dat wat al gemaakt is. Alsof het mooiste al is gemaakt.”
Het is een symptoom van onze hedendaagse cultuur, die de betekenis en zeggingskracht van muziek inperkt, denkt Oosterhaven. En bovendien: ,,Als Bach nu had geleefd, had hij heel andere muziek gemaakt, daarvan ben ik overtuigd. Want muziek vertelt altijd iets over onszelf en de periode en cultuur waarin we leven.”
Loopbaan verzorgt improvisatielessen aan het PCC (sinds 2015), geeft vakmethodiek en didactiek Contrabas en Basgitaar aan het PCC (sinds 2020) en werkt voor Embrace Nederland (sinds 2021), bouwt muziekinstrumenten, is actief als beeldend kunstenaar, geluidstechnicus, grafisch ontwerper, computerprogrammeur en musicus (speelt onder meer in Klatwerk3)