Groningen zit propvol popmuziek dezer dagen, vanwege festival Eurosonic Noorderslag. Muziekredacteur Jacob Haagsma wringt zich langs de rijen.
Dus, Jacob. Joost!
Ja, Joost! Onze Friese held, potentieel winnaar van de Popprijs die deze zaterdagavond op festival Noorderslag wordt uitgedeeld, en van het Eurovisie Songfestival waar hij dit jaar Nederland vertegenwoordigt. En feitelijk overwinnaar van allerlei grote festivalweides afgelopen jaar. Dit Friesenjung (zo heet zijn forse hit in de Duitstalige gebieden) stond dus doodleuk op ESNS Air, op de Grote Markt.
En en en?
Ik kreeg een uur vantevoren al een melding op de telefoon dat de tent vol was, propvol. Toen de show een half uurtje aan de gang was ben ik toch maar die kant opgewandeld. En wat denk je? Nog nooit zoveel mensen op de Grote Markt gezien. Complete moshpits speelden zich af, buiten de hekken.
Maar Joost zelf, ja, als ik op mijn tenen ging staan zag ik wat actie op het podium, maar wie en wat precies... Nu ben ik wel eens eerder inhoudelijk op Joost ingegaan, en als hij daadwerkelijk die Popprijs wint en hoge ogen gooit op dat Songfestival doen we dat nog wel eens over.
Lange rijen, dichte deuren: wel het ding op deze Eurosonic Noorderslag.
Nee klopt, heel irritant. Vooral voor de gewone kaartjeskopende mens, die steevast in de langste van de drie rijen voor elke zaal staat te vernikkelen (de kortste is voor mensen zoals ik, kan ik ook niks aan doen). Er zijn aanzienlijk minder podia dan voorheen: 18, tegen 23 vorig jaar en 35 in 2018, als de collega’s van Sikkom goed geteld hebben. Waarbij veel zalen wel weer meer shows per avond hebben. Er zijn ook minder kaartjes in de markt gezet, maar ook weer niet navenant minder, is de indruk.
Dikke, lange rijen voor de Stadschouwburg in Groningen, een van de podia van Eurosonic. Foto: Nienke Maat
Hoe dan ook, head of events Peter Sikkema beloofde dat het team daar goed naar gaat kijken. Die rijen zitten ‘m, zegt hij, ook in een ietwat onhandige invulling van de time table: shows achter elkaar in plaats van een gezonde overlap om zo het publiek wat te spreiden. Het wel heel drastische fietsenopruimbeleid van de gemeente Groningen maakt de zaak er niet beter op. In de zalen op fietsafstand, Simplon en zo, was doorgaans plek genoeg, maar de fiets pakken is op die manier niet heel aantrekkelijk.
Nog leuke bands gezien dan?
Nusantara Beat, neo-indie-indorock van zoveelstegeneratie indo’s. Jonge muzikanten die verder huishouden in hippe bands als Altin Gün, Jungle By Night en Eut, en in deze context hun eigen achtergrond onderzoeken in de vorm van oude Indonesische liedjes. Besmettelijk leuk.
En Lambrini Girls, op hun eigen manier heel actueel. Deze twee uiterst pittige vrouwen uit Brighton en hun vermoedelijk mannelijke drummer gingen spectaculair te keer en wel geheel volgens de tijdgeest. Help Me I’m Gay, heet een van hun krakers. Die thematiek dus.
Zangeres en gitariste Phoebe Lunny wierp zich enthousiast in het publiek, liet de mensenmassa al meteen in het begin op de knieën zakken (altijd het makkelijkste truukje in het handboek voor publieksinteractie, maar alla), ging het volk voor in een welgemeende Fuck Wilders!-mantra, verdeelde de boel in tweeën en trok onwaarschijnlijk en volkomen terecht van leer tegen seksueel misbruik en andere wantoestanden.
Wat weer mooi rijmde met het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag, een van de meer urgente zaken die aan de orde kwamen op de conferentie die bij het festival hoort. Meer dan de helft van de mensen in de muzieksector zou daarmee te maken hebben gehad in de afgelopen vijf jaar, volgens dat onderzoek van Taskforce Go!, een werkgroep opgericht naar aanleiding van de wantoestanden bij The Voice. Dar moet dus ook nodig wat aan gedaan worden. Want zoiets is nog wel even wat anders dan ergernis over lange rijen.