‘There is no evil’ is een Gouden Beer-winnend vierluik rond de doodstraf van Iraanse meesterregisseur Mohammad Rasoulof, die onlangs werd gearresteerd vanwege ‘propaganda tegen het systeem’.
Iran is na China het land waar per hoofd van de bevolking de meeste doodstraffen ter wereld worden voltrokken. Vele honderden per jaar, volgens mensenrechtenorganisaties. De recente Iraanse film Ballad of the white cow (Maryam Moghadam & Behtash Sanaeeha) toonde al zonder opsmuk hoe dat uitpakt voor de nabestaanden van een onschuldig ter dood gebrachte.
Maar regisseur Mohammad Rasoulof had een groter doel voor ogen in There is no evil, een vierluik korte verhalen met de doodstraf als rode draad. De terdoodveroordeelden komen vrijwel niet in beeld, en als ze al een rol spelen wordt nooit duidelijk voor welke misdaad ze worden gestraft.
In plaats daarvan richt Rasoulof zijn blik op degenen die het vonnis voltrekken, de trauma’s en gewetenswroeging die hun werk bij de beulen oproept. Want achter dat kwaadaardige woord ‘beul’ blijken in There is no evil liefhebbende mannen te schuilen.
Het ijzersterke openingsverhaal, dat eveneens de titel There is no evil draagt, toont een dag uit het leven van één van hen. Heshmat (Ehsan Mirhosseini) is een doodgewone ambtenaar. Hij kibbelt met zijn vrouw, legt zijn tienerdochter in de watten, doet boodschappen voor zijn oude moeder en bevrijdt de kat van de buren als die zich in de knel werkt.
Maar er vreet iets aan hem, merk je als hij herhaaldelijk wegstaart bij de rode en groene lampen van een stoplicht – een beeld dat in de overdonderende eindscène van dit verhaal een knetterende punchline krijgt.
Waar Heshmat nog zelf koos voor zijn dodelijke werk, worden veel Iraanse doodstraffen voltrokken door dienstplichtige soldaten. Jongens zoals Pouya (Kaveh Ahangar), die de pech hebben op de afdeling opknoping te worden ingeloot. Voor elke strop die ze omhangen, krijgen ze drie dagen extra verlof.
Pouya staat centraal in het tweede verhaal, She said: you can do it, meesterlijke gechoreografeerd in één lang aangehouden shot. Hij moet voor het eerste een doodstraf uitvoeren, maar zijn geweten staat het hem niet toe. Vijf kameraden praten op hem in – de een probeert hem moed in te praten, een tweede vindt dat hij niet zo moet zaniken, weer anderen denken met hem mee of er een uitweg is.
Hun gesprek wordt herhaaldelijk onderbroken door telefoontjes tussen Pouya en zijn verloofde, totdat hij een drastische beslissing neemt en de film verandert in een thriller die je op het puntje van je stoel houdt.
Dan volgt Birthday over Javad (Mohammad Valizadegan), een soldaat die wél zonder morren zijn taak heeft vervuld. Al vanaf de openingsmomenten van dit verhaal, waarin Javad zijn uniform uittrekt en baadt in en bosmeertje voor hij zijn gewone kloffie aandoet, is dit een voor de Iraanse cinema ongewoon sensuele vertelling.
Javad wil zijn drie dagen verlof gebruiken om zijn vriendin Nana (Mahtab Servati) te bezoeken. Het is haar verjaardag én hij wil haar ten huwelijk te vragen. Maar als Javad aankomt bij Nana’s ouderlijk huis blijkt de sfeer allesbehalve feestelijk: een goede vriend van de familie is ter dood gebracht.
Na de hoog oplopende emoties van dat verhaal kiest slotstuk Kiss me een meer ingetogen toon, al neemt ook hier drama uiteindelijk de overhand. In hun afgelegen woning, diep in de bergen, krijgt het stel Bahram (Mohammad Seddighimehr) en Zaman (Jilla Shahi) bezoek van Bahrams nicht.
Twintiger Darya (Baran Rasoulof, dochter van de regisseur) groeide op in Duitsland, waar ze medicijnen studeert, en is voor het eerst in haar volwassen leven terug. Langzaam maar zeker wordt duidelijk waarom Bahram en Zaman de afzondering van de bergen opzochten, en waarom ze Darya juist nu uitnodigden.
De vier verhalen staan los van elkaar en zijn elk in een eigen stijl verteld. En toch zijn ze op indrukwekkende wijze met elkaar verweven. Er zijn terugkerende visuele motieven en subtiele verwijzingen van het ene verhaal naar het andere. Vragen die door het ene segment worden opgeworpen, worden beantwoord met het volgende.
Met elk verhaal zet Rasoulof een volgende stap in zijn analyse. Het eerste deel introduceert het thema; het tweede geeft het een sociale context; het derde een politieke dimensie; de conclusie toont hoe onontkoombaar de tragedie is en hoe lang de trauma’s ervan nagolven. ,,Jouw macht is nee zeggen,” betoogt Nana in gesprek met Javad, maar hij weet wel beter: ,,Als we nee zeggen, verwoesten ze onze levens.”
Zijn even compromisloze als humane blik leverde Rasoulof in 2020 de Gouden Beer op het filmfestival van Berlijn, waar There is no evil in wereldpremière ging. Maar de regisseur kon zijn prijs niet ophalen: omdat zijn eerdere films als ‘propaganda tegen het systeem’ waren aangemerkt, hing hem een celstraf boven het hoofd en was zijn paspoort ingenomen.
Begin juli werd Rasoulof opnieuw gearresteerd, samen collega Mostafa Al-Ahmad. Sindsdien zitten ze vast op een onbekende plek, omdat ze het initiatief namen voor een oproep tegen politiegeweld nadat protesten in de stad Abadan hardhandig waren neergeslagen. Ook hun collega Jafar Panahi werd enkele dagen later gearresteerd en direct voor zes jaar de gevangenis in gestuurd. Het maakt de gesprekken in There is no evil over de (on)mogelijkheid je aan het systeem te onttrekken des te prangender.
Film: There Is No Evil Regie: Mohammad Rasoulof Met: Ehsan Mirhosseini, Kaveh Ahangar, Mohammad Valizadegan, Mohammad Seddighimehr Te zien: Slieker, Leeuwarden; Groninger Forum