Jan Naarding in zijn studeerkamer in Assen, met koninklijke onderscheiding, kort voor zijn dood in 1963. Foto: Uitgeverij Van Gorcum
Lange tijd leek Drenthe een provincie zonder veel zelfbewustzijn. Tot Jan Naarding zich ermee begon te bemoeien. Henk Nijkeuter schreef een boek over de bekritiseerde schrijver, dichter, onderwijzer en wetenschapper.
Eind jaren tachtig brak een rel uit in het culturele leven van Drenthe. Aanleiding was de naam voor een project dat aan de basis heeft gestaan van erfgoedorganisatie Huus van de Taol: het Naarding Instituut. Naarding was fout in de oorlog, riepen tegenstanders.
Literatuurhistoricus Henk Nijkeuter, destijds bezig met het opzetten van een Drents letterkundig documentatiecentrum, verdiepte zich in leven en werk van ‘Drenthes meest omstreden heilige’. Donderdag presenteerde hij, in het pand van het Huus van de Taol in Beilen, een lijvig boek over Jan Naarding (1903 – 1963).
Met De blui van ’t leeven is maor zo kört van tied wordt 37 jaar na de opschudding duidelijk gemaakt wat de waarde is geweest van Naarding voor de Nedersaksische letteren en de cultuur van Drenthe. Ook laat Nijkeuter (Gieten, 1956) een licht schijnen op de jeugdjaren van Naarding en staat hij stil bij diens opstelling vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De jeugd in vogelvlucht: Naarding werd in 1903 in Sleen geboren als zoon van een postbode die zich op latere leeftijd van het leven beroofde door in een waterput te springen. Zoon Jan ging naar school in Hoogeveen en werd in 1918 aangenomen als leerling van de Rijkskweekschool voor Onderwijzers te Groningen waar hij een grote interesse ontwikkelde voor de Nedersaksische taal.
Hoe bijzonder was die interesse?
,,In Groningen kwam Naarding via Friese medestudenten in contact met het Friese regionalisme. Dat bracht hem op het idee: ik ben Drent, ik praat Drents, ik ben Drents opgegroeid – de Drentse taal en volksaard zijn veel waard. Na de kweekschool wilde hij als een apostel het Drents op de kaart zetten, omdat hij vond dat Drenthe achtergesteld was en op een verkeerde manier naar de Drentse taal en het Drentse volk werd gekeken. Daar stond hij niet alleen in. In de jaren dertig ontstond de beweging Saxo-Frisia, die ijverde voor een wetenschappelijke bestudering van de cultuur en geschiedenis van het Friese en Saksische deel van Nederland.”
Naarding was scherp op het beeld van Drenthe.
,,Over Bartje en Hilde van Anne de Vries was hij zeer kritisch. Volgens Naarding schreef De Vries pseudo-Drents. Het beeld van Drenthe mocht niet afwijken van het beeld dat Naarding had. Na een bespreking van Gezegend is het land van Klaas van der Geest, een sociaal-realistische roman, liep de discussie over het beeld van Drenthe zelfs uit de hand en moest de schrijver vluchten om een lynchpartij voor te zijn.”
Hoe wetenschappelijk was het beeld?
,,Naarding zag Drenthe bijvoorbeeld als een oorspronkelijke vrijheidsstaat zonder adel en heersers en veel naoberschap. In de Hollandse geschiedschrijving werd dat volgens hem nooit goed weergegeven en domineerde de assepoesterreputatie van Drenthe als onbetekenend. Naarding was als wetenschapper niet altijd even accuraat en precies. Hij had een behoorlijke fantasie. Zijn valkuil was dat hij niet over goede bronnen kon beschikken. Hij haalde veel uit zichzelf.”
Wat was er mis met zijn opstelling tijdens de Tweede Wereldoorlog?
,,Voor de oorlog was hij al vol van een voorname plaats voor de Nedersaksische cultuur. Maar hij was geen voorstander van de Duitse bezetting, hij was ook niet politiek geïnteresseerd. Hij dacht dat zijn ideaalbeeld verwezenlijkt kon worden. Dat was naïef. Hij heeft zich niet ingeschreven voor de Kultuurkamer, waarschijnlijk omdat hij dan een keuze had moeten maken. Hij kon blijven publiceren omdat hij door de bezetter als bruikbaar instrument werd gezien. Wat fout is geweest, is dat hij onder pseudoniem twee artikelen heeft geschreven voor het NSB-tijdschrift Volksche Wacht.”
Voor de kerk in zijn geboortedorp Sleen staat een borstbeeld ter nagedachtenis aan Jan Naarding, 'warker voor Drenthes taol en historie, een van oes'. Foto Mediahuis
Wat voor schrijver was Naarding?
,,Ontzettend veel ging over taal en de volkscultuur, later schreef hij ook veel dorpsgeschiedenissen. Hij was ook dichter, maar bij zijn leven is nooit een bundel gepubliceerd. Wat hij schreef was sterk romantisch gekleurd. Heel bijzonder is zijn dialectbewerking van het dierenepos Van den vos Reynaerde, door hem Reiner Robaord genoemd, inclusief in Drenthe teruggevonden fragmenten, maar dat was fopperij.”
Hoe serieus werd hij genomen?
,,In 1947 is zijn proefschrift aangenomen, achteraf werd hij beticht van dilettantisme. Tegelijkertijd was hij in beeld om hoogleraar Nedersaksisch te worden. Als wetenschappelijk medewerker heeft Naarding de basis gelegd voor het Drents woordenboek en was hij nauw betrokken bij een poging om een eenheidsspelling te maken voor het Nedersaksisch. Over zijn dichtwerk is laatdunkend gedaan, wat mij betreft niet altijd terecht. Maar het Drentse volk hief hem op het schild, omdat hij overal was. Hij was de verbindende persoon, hij was van de mensen.”
Het Naarding Instituut heeft het niet gered, maar het Nedersaksisch idee lijkt terug.
,,Het is nooit echt weggeweest. Dat het Letterkundig tiedschrift Roet nu de kolommen openstelt voor andere Nedersaksische varianten is zo gek niet – de onderlinge verwantschap is groot. Waarom zou iedereen voor zichzelf bezig blijven? Ik zie het niet als beweging gericht tegen het Westen, maar als een reactie op de globalisering.”
Biografische schets
'De blui van ’t leeven is maor zo kört van tied' (2024) over Jan Naarding is geschreven en samengesteld door Henk Nijkeuter Foto: Uitgeverij Van Gorcum
‘De blui van ’t leeven is maor zo kört van tied. Leven en werk van Jan Naarding (1903-1963)‘ is uitgegeven voor Van Gorcum in Assen. Het door Henk Nijkeuter geschreven en samengestelde boek bevat een biografische schets, de verzamelde gedichten van Naarding, een bibliografie van nagenoeg al diens publicaties en is voorzien van vertalingen en tekstkritisch commentaar. Prijs: 49,95 euro (520 blz.) Het boek is een van de laatste Drentse cultuurboeken van Van Gorcum. Het bedrijf in Assen wordt opgeplitst. Het fonds voor cultuur en historie wordt in Friesland voortgezet door Noordboek.