Hoe is het om te wonen midden op de Noord-Atlantische Oceaan? In Oranjewoud loeit de storm om onze oren van de schilderijen van Sámal Joensen-Mikines | Kunst kijken met Eric Bos
‘Mikineshólmur' (1931/1932) door Sámal Joensen-Mikines, olieverf op doek (67 bij 88 centimeter). Foto: Eric Bos
Hoe is het om te wonen midden op de Noord-Atlantische Oceaan? De kunst van Sámal Joensen-Mikines laat dat zien. Schilderijen waarin de stormwind om onze oren loeit. We ervaren het in Museum Belvédère in Oranjewoud.
Op Mykines, het meest westelijke van de Faeröer Eilanden, kunnen de contrasten niet groter zijn. In het ene seizoen lieflijk, met vrolijk krijsende meeuwen rond de rotsen, groene bloemenweiden en een kalme zee vol glinsterende diamantjes. Om vervolgens 9 maanden lang speelbal te zijn van de elementen, zoals een constant loeiende, gierende stormwind en een bulderende branding terwijl de regen om je hoofd striemt en met de ene naderende depressie na de andere.
Niet dat ik daar ooit geweest ben, op dat verloren plekje boven Schotland met rechts Noorwegen en linksboven IJsland. Maar we zien het allemaal gebeuren op de landschappen van kunstschilder Sámal Joensen Mikines (1906-1979), een tijdgenoot van de Groningse Ploegschilders en de Friese expressionisten.
De eerste professionele kunstenaar van het eiland
Mikines werd op Mykines geboren en zou de eerste professionele kunstenaar van het eiland worden. Als oudste zoon van een lokale boer groeide hij op als een gevoelige jongen die zich afzijdig hield van de ruwe bezigheden van zijn leeftijdgenoten. Vader Joensen onderkende dat en liet Sámal zijn muzikale talent volgen.
Aanvankelijk studeerde hij viool, maar door een huidziekte ging Sámal over op tekenen en schilderen, zijn andere talent. In Kopenhagen studeerde hij aan de Koninklijke Academie en leerde andere kunst en kunstenaars kennen. Munch zou een van zijn inspiratiebronnen worden. Later zou hij ook op Bornholm en Jutland schilderen. En hij reisde naar Bergen, Oslo, Gotenburg, Stockholm, Den Haag en Parijs.
Wat Mikines schilderde, waren de woeste elementen, de rotskust van Mykines, de oceaan, mensen die naar de zon kijken, de kleine dorpjes op de eilanden, de mist en regengordijnen, de jaarlijkse griendenjacht wanneer een school tandwalvissen langskwam en de zee rood kleurde. In dat opzicht was hij een echte natuurschilder. Zoals zijn brandingschilderijen in brede, pasteuze kwaststreken met een diepzwarte zee en woest opspattende, witte golven die onder onze voeten op de kust slaan.
De herrie van de storm
Soms begaf Mykines zich op de rand van de abstracte kunst, als verfvlakken en kleurtoetsen zelf een speelbal van de elementen zijn geworden. Het zijn ongrijpbare natuurverschijnselen en klimaatbewegingen die uitnodigen om al schilderend alsnog vastgelegd te worden. Mikines heeft daarvan indrukwekkende getuigenissen, steeds met een andere atmosfeer, alles uitgedrukt met een ingehouden, dramatisch gekleurd palet en later in schrille, hevig bewegende kleurencombinaties.
Maar wat hij vooral deed, was het weergeven van stemming. Zowel de herrie van de storm en de oceaan als de stilte van de lente. En meer dan dat, hij schilderde zijn eigen angsten in de duisternis van zijn kleurpartijen en de heftigheid van zijn contrasten.
Niet alleen het stoere landschap, maar ook de zielenroerselen van de eilandbewoners die met eenzaamheid, gebrek en verlies te maken hebben in dorpjes waarvan de huisjes angstvallig beschutting bij elkaar zoeken. Een leven dat bij storm niet boven het fluiten en bulderen van de wind uitkomt. En altijd de zee.
Mikines, always the sea, Museum Belvédère, Oranjewoud (Heerenveen). Open: ma t/m zo 10-17 uur. T/m 8 februari 2026.