‘Der Kuss IV’ (1981), door Rainer Fetting. Olieverf op doek (200 x 240 centimeter). Foto: Collectie No Hero Foundation
In Delden staat Museum No Hero, waarin de kracht van de schilderkunst wordt bezongen met een expositie van Neue Wilden en de Leipziger Schule, voor het eerst samen te zien.
Als er één grote drijfveer in de beeldende kunst is aan te wijzen die als een rode draad alles in de kunsthistorie met elkaar verbindt, dan is dat de drang tot verbeelding. Ondanks abstracte kunst en conceptualisme of het verketteren van elkaars ideologieën en daarmee samenhangende stijlen, blijft figuratieve kunst, de kunst van de verbeelding, een constante.
Vandaar de toepasselijke titel van de tentoonstelling Beeldhonger/Hunger nach Bildern in Museum No Hero in Delden, waar de Duitse Neue Wilden uit de jaren 80 verenigd worden met de Leipziger Schule uit de voormalige DDR.
De Neue Wilden uit de Bundesrepublik Deutschland veroverden ons land via het Groninger Museum, dankzij directeur Frans Haks, iemand die de moed had en het als zijn missie zag om de nieuwste schilderkunst, nat van de ezel, het museum binnen te halen.
Felkleurige neo-expressionistische figuratie
De woeste, felkleurige neo-expressionistische figuratie van schilders als Milan Kunc, A.R. Penck en Rainer Fetting, waarin het ging om kleur en dynamiek, schokte de stemmige zalen van het oude Groninger Museum. Wie durfde nog beweren dat de schilderkunst dood was?
In Museum No Hero keren de Neue Wilden terug, maar nu vergezeld van de al even spraakmakende Leipziger Schule, met schilderijen van Arno Rink, Neo Rauch en Rosa Loy, voortkomend uit zowel de Duitse romantiek als het expressionisme. Het concept om beide Duitse stromingen, uit de DDR en West-Duitsland, te verenigen, is mede te danken aan het gastcuratorschap van Ralph Keuning, voormalig directeur van Museum De Fundatie in Zwolle.
Zowel de Neue Wilden als de Leipziger Schule haalden hun inspiratie uit de generatie van de eerste ‘Wilden’, de expressionisten van Die Brücke uit het begin van de 20ste eeuw, die al even woest en wild overkwamen als de Neue Wilden eind jaren 70 en begin jaren 80. En van het expressionisme van schilders als Paula Modersohn Becker, Lovis Corinth en Max Beckmann, van wie nu een tentoonstelling in het Haagse Kunstmuseum is te zien.
Overrompelend effect van ongekende vrijheid
Als we de heftige verfstreken van de Neue Wilden in Museum No Hero zien is de verbijstering uit de jaren 80 verdwenen. Toen was het overrompelende effect het gevolg van de ongekende vrijheid die deze kunstenaars hanteerden. Maar je kunt je op de tentoonstelling nog steeds heel goed voorstellen wat de impact van de Neue Wilden is geweest, hoe hun compromisloze heftigheid de museumbezoeker veertig jaar geleden van zijn stuk bracht.
Wat Beeldhonger laat zien is iets fundamenteels. Dat, in weerwil van het afschaffen van de reguliere schilderopleidingen op de kunstacademies of de dreigende vervanging door AI, de figuratie zich steeds opnieuw weet te manifesteren. Dat is geen keuze of mode, dat getuigt van een enorme en permanente kracht, een niet te stillen honger om je via het figuratieve beeld diepgaand uit te drukken. Zonder compromissen.