Deborah Turbeville: ‘Asser Levy Bathhouse’ uit de serie Bathhouse, 1975. Foto: Deborah Turbeville/MUUS Collections
Vanaf de jaren 70 ontwikkelde Deborah Turbeville een uitzonderlijke modefotografie die bijna niets met mode van doen lijkt te hebben, zo zien we in Huis Marseille in Amsterdam.
De Amerikaanse fotograaf Deborah Turbeville (1932-2013) bleef in de kunstwereld onbekend omdat haar fotowerk ingedeeld werd bij de modefotografie. Nu pas zien we de niet geringe artistieke kwaliteit van haar werk in een eerste retrospectief in het Amsterdamse fotomuseum Huis Marseille.
In deze tijd is het heel gewoon dat fotografen hoogwaardige kunstfotografie inzetten in de mode en reclamewereld. Maar in Turbevilles tijd golden nog strenge scheidslijnen.
Wat een geluk dat ze als fotokunstenaar is ontdekt, want haar foto’s zijn werkelijk fabelachtig. Van gewone modefotografie is geen sprake, dat vond ze zelf ook niet. Elke foto is een zelfstandig en gelaagd kunstwerk. In hun eigenzinnige kunstmatigheid steken ze ver boven de glamour van de modewereld uit.
Privéwereld van de vrouw
Turbeville begon pas na haar veertigste en zocht modellen die zichzelf niet als model zagen. Ze wilde de privéwereld van de vrouw laten zien, zoals ze zei.
Wat we zien zijn foto’s waarop een groep modellen in gedachten verzonken is, in een apatische stemming verkeert, tegen een decor dat eerder aan een afbraakpand doet denken dan aan een zorgvuldig uitgekiende fotostudio. Ook al dragen ze de kleding van het modehuis, ze lijken totaal niet op de gewoonlijk zelfverzekerde, sexy vrouwen uit de modebladen.
Turbeville gaf daarmee een impuls voor modefotografen om het eens heel anders te doen, de uitgewoonde panden en achterbuurten drongen door haar voorbeelden als prikkelende, want sterk contrasterende locaties de modefotografie binnen.
Als een klassieke horrorfilmscène
Het ging haar om meer dan louter een locatie of decor. Haar fotografie is doordrenkt van een totaal andere visie. Je ziet het ook terug op foto’s als The Staircase: Commes des Garcons waarop een in het zwart gesluierde vrouw van een trap daalt, haar haastige, misschien wel paniekerige beweging, alsof het om een klassieke horrorfilmscène gaat. Maar het was bedoeld voor het Italiaanse modeblad Vogue.
Deborah Turbeville ging niet mee in het seksualiseren van modellen in de jaren 70. Haar werk toont eerder donkere, emotionele landschappen waarin het slechts toevallig gaat om het tonen van kledingontwerpen.
In wezen verachtte ze de modewereld vol mensen die ‘vijftig jaar van hun leven alleen maar naar kleding hebben gekeken,’ zoals ze zei. Ze wilde het anders doen, nadat ze als assistent en model van ontwerper Claire McCardell had gewerkt en vervolgens redacteur werd bij Harper’s Bazaar, Ladies’ Home Journal en het inmiddels ter ziele gegane Mademoiselle.
Melancholieke dromen
En nu zien we een grote serie vintage collages, die nooit eerder werd geëxposeerd, waarin Deborah Turbeville haar eigen melancholieke dromen heeft vormgegeven. Ze experimenteerde door afdrukken in stukken te scheuren en opnieuw samen te voegen, ze te bekrassen en te verbranden of met tape te bedekken.
Daardoor lijken haar foto’s soms afkomstig uit de begintijd van de fotografie. Het brengt haar gestolde droomwerelden op een andere manier juist tot leven.