Groningen, 14 jan 2016.
The Common Linnets tijdens Eurosonic in de Eurosonic Air tent.
foto: Siese Veenstra Siese Veenstra
Hij noemt het beleven van muziek ‘een oefening in het mens zijn’, maar vindt dat we het luisteren verleerd zijn. De Vlaamse filosoof en muzikant Tomas Serrien beschrijft in zijn boek Klank hoe wij muziek ervaren. Komende week is hij in Groningen te gast op festival Eurosonic Noorderslag voor een lezing en een workshop.
„Wij zien muziek vandaag de dag vooral als een ontspanning. We zetten muziek op als we thuiskomen van een zware dag werken. Maar muziek beleven is veel breder dan dat. Muziek is volgens mij een van de beste middelen om heel diverse emoties te ervaren. Ik pleit er eigenlijk voor om muziek meer te zien als een levenskunst. Als je naar muziek luistert, ben je in staat om je weerstand tegen emoties los te laten. De vraag wordt vaak gesteld waarom we eigenlijk naar droevige muziek luisteren. Als je er droef van wordt, waarom zou je het dan eigenlijk tof vinden? Maar muziek geeft ons ruimte om emoties te laten zijn wat ze zijn. Om die te beleven zonder daar al te veel vragen bij te stellen of oordelen over te vellen. Voor veel mensen kan muziek beleven een soort meditatie, bijna een soort nieuwe religie zijn, omdat het de ruimte geeft om te zijn wie je eigenlijk bent. Zeker in de puberteit is dat natuurlijk een belangrijke factor, maar ook later in het leven blijft muziek voor veel volwassenen een toevluchtsoord. Er zijn parallellen met de cognitieve gedragstherapie, de therapie die vandaag de dag nog steeds het meest effectief blijkt tegen depressies, angsten en andere psychische stoornissen. Ook daarbij speelt dat weerstand tegen een emotie of een gedachte vaak het probleem verergert. Muziek zegt: laat gewoon je verbeelding vrij zijn, laat je emoties stromen en er is niks fout of juist.”
„Ja, dat is een beetje mijn stokpaardje. Iedereen is het ermee eens dat muziek iets te maken heeft met emotie. Maar wat is er zo eigen aan muziek? Het is een kunstvorm die de kwetsbaarheid van de mens durft aan te spreken. We leven in een samenleving waarin heel veel mensen de druk niet goed aankunnen. Psychiaters zeggen dat we ons kwetsbaarder moeten durven opstellen, omdat er een soort kracht in die kwetsbaarheid zit. Muziek, en kunst in zijn algemeenheid, omarmt die kracht en stelt die centraal. Die kwetsbare ruimte is in het dagelijks leven veel lastiger. Praten over verdriet is veel moeilijker dan verdriet ervaren in een muzikale context, als iemand uit liefdesverdriet een nummer heeft geschreven.”
„Dat idee is gebaseerd op de Britse filosoof Roger Scruton die zegt dat we de tijd voorbij horen gaan als we naar muziek luisteren. Hij vindt dat een manier om ook het voortschrijden van het leven te horen. We horen dat het leven eindig, vergankelijk is. Het feit dat een concert eindigt, ervaren veel mensen ook als een confrontatie met die vergankelijkheid, met de tijdelijkheid der dingen. Muziek doet je ook over die thema’s nadenken. De van Bach is een werk dat door heel veel mensen ook gelinkt wordt aan vergankelijkheid, maar wel op een veilige manier. Via de geborgenheid van de klanken kunnen wij die kwetsbaarheid onder ogen zien.”
Scan Rob de Kam. Tomas Serrien, muziekfilosoof en muzikant. Foto Marijn Smulders
„Er zijn ook biologische verklaringen: uit onderzoek blijkt dat de foetus een sterke relatie met de buitenwereld heeft door klanken. Die blijken een heel primair gevoel van geborgenheid te geven. Dat verklaart ook waarom wij het gezellig vinden om naar mensen te luisteren die op de achtergrond aan het babbelen zijn. Ook sommige podcasts zijn om die reden populair, omdat ze een gezellige geborgenheid geven. Er is zelfs een hype onder jongeren: ASMR. Dat is een fenomeen dat mensen lange video’s en podcasts opnemen met allerlei banale klanken: getik op het raam, water dat stroomt, mensen die een kop koffie drinken, dat is blijkbaar allemaal heel rustgevend.”
„Dat is natuurlijk een van de meer essentiële momenten in je leven waarin muziek een grote rol speelt. Sommige sociologen beweren zelfs dat de ontwikkeling van de identiteit van jongeren minder vlot verloopt wanneer zij niet in een vorm van muzikale subcultuur opgroeien. Maar ook in de rest van uw leven laat muziek je stilstaan bij je emoties, bij je eigen ontwikkeling. Dat kan een communicatiemiddel worden met jezelf. Via de muziek leer je beter wie je bent, wat je wilt. Het is niet zo dat je door muziek opeens gaat weten dat je dokter wilt worden, maar je accepteert wel makkelijker je eigen innerlijk. Er zijn mensen bijvoorbeeld die zeggen dat metalmuziek hen helpt om met hun frustraties om te gaan.”
„In een groep komt het sociale element erbij, met als bijzonder verschijnsel de synchronisatie. We weten uit onderzoek dat als iemand bij een concert gaat dansen, dat dan bij anderen de neiging ontstaat om in hetzelfde ritme mee te dansen. Dan krijg je een sterk saamhorigheidsgevoel. Het gevoel thuis te komen, elkaar te ontmoeten met hetzelfde gedachtegoed. Het is een interessant fenomeen dat mensen na een concert zich meer verbonden voelen met andere mensen dan voor het concert, terwijl ze niet met die mensen hebben gepraat. Uit de neurologie weten we dat het knuffelhormoon oxytocine vrijkomt in de hersenen wanneer je luistert in een concert- of festivalomgeving. Vanuit puur filosofisch standpunt heeft dat heel veel te maken met het idee dat de ander ook een kwetsbaar wezen is: we zijn samen kwetsbaar en we kunnen samen onze emoties tonen en we zijn in een veilig kader om dat ook te doen. Op festivals lijken alle mensen ook vriendelijk naar elkaar, ze babbelen met elkaar. Als je gewoon over straat loopt, is het een bak moeilijker om gewoon een gesprek aan te gaan met iemand die je niet kent. Op een festival leef je in een soort bubbel. Het kan overigens waardevol zijn om die bubbel vervolgens mee te nemen naar je dagelijkse omgeving.”
„Ik bedoel daarmee een totale vrijheid van denken en voelen, niet een vrijheid van handelen. Die vrijheid komt heel sterk tot uiting in muziek omdat muziek het denken en voelen sterk stimuleert en het een van de weinige kunstvormen is die zelfs in een heel vreselijke situatie nog relatief makkelijk tot uiting kan komen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er mensen in concentratiekampen die heel veel troost hebben gehaald uit het afspelen van muziek in hun hoofd, gewoon in hun verbeelding. Dat geeft een heel sterk vrijheidsgevoel, een gevoel dat ze je iets niet kunnen afpakken. Dat komt ook tot uiting bij mensen die dement zijn en eigenlijk niet meer kunnen communiceren met de buitenwereld. Die slagen er vaak nog wel in om te zingen en herinneringen naar boven te halen aan muzikale ervaringen. Muziek lijkt iets wat niet aangetast kan worden door verval. Ook in geval van oorlogen lijkt het een soort vrije haven te zijn. Adorno zei het heel mooi: muziek kan de mogelijkheid van een betere wereld hoorbaar maken.”
„Ik denk dat je je vooroordelen over muziek en over klank zou moeten onderzoeken en die moet proberen los te laten. Ik zeg altijd: we moeten weer proberen te luisteren zoals een kind luistert. Dat geldt ook voor het luisteren in een gesprek hè. Mijn boek gaat over muziek, maar het gaat ook over hoe we luisteren naar elkaar. In een gesprek denken we heel vaak dat we luisteren, maar op dat moment zijn we al een oordeel aan het vellen en denken we na over wat we zelf zullen gaan zeggen. Echt luisteren gaat veel meer over loslaten wat we al weten over een persoon en pas na het luisteren proberen een soort van antwoord te formuleren. Het kan verfrissend zijn, zelfs bij eigen vrinden, om te luisteren zonder op voorhand al in je hoofd te bedenken: o ja, die gaat dat en dat zeggen. Je moet luisteren met een frisse blik, met een fris oor eigenlijk.”