Vroeger, zo stel ik me voor, was liefdesverdriet simpeler. Je huilde in je kussen, schreef misschien een brief die je nooit verstuurde en na een tijdje ging het leven verder.
Nu scroll je midden in de nacht door het profiel van je ex, ziet hoe hij of zij cocktails drinkt in een hippe bar, lacht met mensen die jij niet kent. Je vraagt je af of ze je ooit écht hebben gemist, terwijl je algoritme je genadeloos hun nieuwste reisfoto’s blijft voorschotelen.
Ik krijg al een week geen hap door mijn keel. Afkicken van liefdesverdriet was nog nooit zo moeilijk. Al is de kern van hartenleed – het verlies van een geliefde en de emotionele pijn die daarbij hoort – universeel en tijdloos.
De mensheid heeft op allerlei gebieden vooruitgang geboekt. Maar op het gebied van romantisch verdriet staan we nog altijd waar we stonden, als we de eeuwenoude toneelstukken, liedjes en boeken mogen geloven. De technologische vooruitgang heeft deze vorm van rouw misschien zelfs moeilijker gemaakt.
Lijkt op rouw
De colleges hierover tijdens mijn studie psychologie staan me nog nauw bij. Op het scherm een hersenscan van iemand met liefdesverdriet.
„Liefdesverdriet lijkt sterk op rouw”, zei de docent. Het verlies kan leiden tot verdriet, leegte en soms fysieke pijn. Bij een relatiebreuk kan het lastig zijn als de ander nog aanwezig is in je omgeving of op sociale media.
Tijdens dat college leerde ik dat liefdesverdriet kan voelen als afkicken, je brein verliest een dosis gelukshormonen zoals dopamine en oxytocine, ook bekend als het knuffelhormoon.
Ik heb mijn jeugdknuffel uit een oude doos van zolder gehaald, maar hoe eronder gekwijld hij in de ochtend ook is, in mijn brein vooralsnog geen oxytocine.
Sessie krachttraining
Ik doe een mislukte poging tot het tillen van zware gewichten om een portie dopamine op gang te krijgen, maar mijn lijf verplaatsen naar mijn werk voelt al als een sessie krachttraining.
Liefdesverdriet wordt niet gezien als een medische aandoening om je te kunnen ziekmelden, maar de impact kan wél vergelijkbaar zijn met andere vormen van stress of rouw.
Ik herinner me het allereerste liefdesverdriet van mijn kleine broertje. Oudere mensen nemen kalverliefdes soms wat minder serieus. Al leerde ik in de studie dat juist dat allereerste romantische verdriet het meest pijnlijk kan zijn.
Mijn broertje dacht dat hij doodging. Als je het voor het eerst meemaakt, weet je immers niet dat het op een gegeven moment ook echt wel weer overgaat.
Met mijn turbulente liefdesleven heb ik niet ter preventie een bak ijs in de vriezer liggen, voor het geval het weer zover is. De enige manier is keer op keer de scherven bij elkaar rapen, moedig zijn bij een volgende liefde, en mijn hart wagenwijd te blijven openstellen. En hier en daar voor mijn roman een zinnetje te schrijven, dat wellicht over een eeuw nog eens gelezen wordt. Door iemand met liefdesverdriet.