Drents Museum en Groninger Museum zien 'De vaandeldrager' van Rembrandt graag komen. 'Je moet er toch niet aan denken dat dit ergens bij een verzamelaar in China komt te hangen?'
Koning Willem-Alexander en Koning Felipe VI van Spanje tijdens een rondleiding over de tentoonstelling Rembrandt-Velazquez in het Rijksmuseum in 2019. Foto: ANP/ Robin van Lonkhuijsen
De voorgenomen aanschaf van het schilderij De vaandeldrager van Rembrandt van Rijn – kosten 175 miljoen euro – roept veel emoties op. Museumdirecteur Andreas Blühm van het Groninger Museum en zijn collega Harry Tupan van het Drents Museum zijn voor.
Eerst dit: de Tweede en Eerste Kamer moeten het benodigde geld voor De vaandeldrager nog zien te vinden. Idee van minister Ingrid van Engelshoven is 150 miljoen euro vrij te maken door de rijksbegroting te wijzigen. Daarna zullen onder meer het Rijksmuseum in Amsterdam en de Vereniging Rembrandt de resterende 25 miljoen euro bijleggen.
Als de aankoop lukt, zou het schilderij uit 1636 op tournee moeten langs grote musea in de twaalf provincies zodat iedereen het in zijn of haar eigen omgeving kan bekijken. Daarna krijgt De vaandeldrager een plek in de vaste collectie van het Rijks, samen met 23 andere schilderijen van Rembrandt die hetzelfde museum al bezit.
,,Altijd welkom, laat maar komen. Hij mag zo lang blijven als-ie wil”, reageert directeur Andreas Blühm van het Groninger Museum op de beloofde tournee. ,,Ik ben op voorhand voor de aanschaf, maar snap door het bedrag en de timing de discussie die het losmaakt. We zitten in een crisis. De cultuursector maakt een moeilijke tijd door. En dan zo’n gigantisch bedrag.”
Blühm zou er voorstander van zijn als naast de 150 miljoen euro door het rijk een gelijk bedrag wordt uitgetrokken voor de cultuursector. ,,We hadden in de sector allemaal op een ontspannen winter gehoopt, maar na de laatste persconferentie zijn de bezoekersaantallen gekelderd. Ook die van ons, dat merken we aan de kassa.”
‘Het ene doen, wil niet zeggen dat je andere moet nalaten’
De keuze voor deze Rembrandt is volgens de directeur van het Groninger Museum goed verdedigbaar. ,,Het Rijksmuseum zou gek zijn als het deze kans liet lopen.” Op de suggestie dat er ook wel eens iets anders gekocht kan worden dan Rembrandt, reageert Blühm met de uitspraak ‘het ene doen, wil niet zeggen dat je andere moet nalaten’.
,,Dit hoeft niet ten koste te gaan van andere dingen”, zegt de directeur. ,,Wij voeren dit soort discussies ook, dan gaat het om andere bedragen. Als een belangrijk werk van De Ploeg beschikbaar komt, dan vind ik dat wij daar voor moeten gaan, omdat De Ploeg bij ons verzamelbeleid hoort, net zoals de 17de eeuw bij het verzamelbeleid van het Rijksmuseum hoort.”
Wanneer komt de nieuwe Rembrandt naar Assen?
Directeur Harry Tupan van het Drents Museum heeft al bericht van het Rijksmuseum ontvangen over een mogelijke tournee van De vaandeldrager. ,,Heel netjes van ze. Hoeven we het niet uit de krant te vernemen”, reageert hij. ,,Ons museum heeft de faciliteiten om het goed te exposeren. Maar wanneer zou dat moeten gebeuren? Wij bereiden een ingrijpende interne verbouwing en een nieuwe collectiepresentatie voor.”
Tupan spreekt over het nog te kopen schilderij in termen van ‘een supergaaf ding’. ,,Dit lijkt mij een uitstekende aanvulling op de Collectie Nederland. Het werk is op belangrijke tentoonstellingen te zien geweest, het verhaal achter het schilderij is bijzonder. Dit zijn unieke dingen om als Staat der Nederlanden aan bij te dragen. Once in a lifetime. Je moet er toch niet aan denken dat dit ergens bij een verzamelaar in China komt te hangen?”
‘Zoek andere oplossing voor geldgebrek cultuursector’
Het moment waarop de aanschaf bekend is gemaakt, noemt Tupan heel gevoelig. ,,We hebben het vaak over extra geld voor het onderwijs, de gezondheidszorg en de cultuursector en dan komt dit er ineens tussendoor. Het is overigens de vraag of het anders had gekund. Frankrijk wil nu een exportvergunning afgeven. Er is een lobby, maar het Rijksmuseum heeft niet alles in de hand.”
Tupan is huiverig om een verband te leggen tussen de aankoop van een belangrijk schilderij en geldgebrek bij de cultuursector. ,,Voor dat geldgebrek had ook eerder een oplossing gevonden kunnen worden. Voor zover ik weet zijn er geen stemmen geweest om geld in aankooppotten voor museale kunst te gebruiken om die problemen op te lossen. Misschien wordt er later een oplossing voor de problemen van de sector gevonden. Dat hoop ik oprecht.”