Jacht op wolven en vossen (ca. 1616), Peter Paul Rubens
Sportvrouw van het jaar, politiek moment van het jaar, boek van het jaar, Emmenaar van het jaar. Bestaat ook zoiets als het dier van het jaar? Zo nee, dan schenken we die eretitel bij deze aan de wolf.
Negen wolven zien Nederland op dit moment als hun woonplek, meldde het Wolvenmeldpunt onlangs. Negen andere lopen ons land in en uit. Bij elkaar opgeteld slagen de achttien dieren er al een heel jaar in om ons (boeren, natuurliefhebbers, media en beleidsmakers) voortdurend bezig te houden.
Hoe ze dat doen? Door andere dieren aan te vallen, soms met dodelijke afloop en bijbehorende (financiële) schade voor dierenbezitters. Door steeds dichter bij mensen te komen. Een filmpje uit oktober laat zien hoe een wolf op de Veluwe langs een gezin banjert terwijl een volwassen man een kind veiligstelt.
We vrezen de wolf weer, of nog steeds. Al is dat volgens sommigen nergens goed voor. ‘Ze benn benauwder veur joe as ie veur heur’, om de natuurmens Daniël Lohues te citeren.
Romelus en Remus met wolvin Lupa Capitolina (1652), een ets van Wenceslaus Hollar naar Giulio Romano
Volgens een van de oudste verhalen waarin de wolf een hoofdrol speelt, hoefden we niet altijd bang te zijn. De Romeinse geschiedschrijver Titius Livius schreef in de eerste eeuw van onze jaartelling over twee jongetjes, Romulus en Remus, die in een voederbak op de rivier de Tiber in Italië drijven en worden gered door een wolvin, Lupa Capitolina. Het dier zoogt de broers. Mede daardoor konden ze later de stad Rome stichten.
De wolf Isegrim uit 'Reynaert de Vos.
In Van den vos Reynaerde, vermoedelijk geschreven in de dertiende eeuw, komt de wolf minder goed naar voren. Ene ‘Willem die Madoc maakte’ voerde hem in het epische gedicht op als Isegrim. Isegrim is vraatzuchtig en zeer makkelijk te manipuleren; een beetje lezer herkent hem als vertegenwoordiger van de kerk. Niet toevallig liet diezelfde kerk de wolf in de middeleeuwen afbeelden als ketter en afgezant van de duivel.
Negatieve beeldvorming sinds de middeleeuwen
Wie geen toegang heeft tot de media is in geval van negatieve beeldvorming tamelijk machteloos. Over de wolf wordt voornamelijk kwaadgesproken, waarschijnlijk omdat het dier zich niet door de mens laat gebruiken voor economische doeleinden. In tijden van schaarste op het platteland zijn mens en wolf concurrenten. Geen wonder dat wolven voortdurend worden gezien als bedreiging.
De Vlaamse kunstenaar Peter Paul Rubens (1577 – 1640) verbeeldde in de zeventiende eeuw de strijd tussen mens en wolf op zijn schilderij Jacht op wolven en vossen. We zien vier ruiters, onder wie een dame, plus voetvolk vechtend met de dieren. Een volstrekt ongelijke strijd. De mens beschikt over zwaarden, spiesen, knuppels, honden en paarden. De bijeengedreven wolven en vossen verdedigen zich met klauwen en bek. Welk kwaad ze hebben aangericht, is niet aan de orde, maar een gegeven.
Roodkapje (1911) van de Amerikaanse illustratrice Jessie Willcox Smith
We kennen sprookjes als volksvertellingen die zijn opgeschreven in de achttiende en negentiende eeuw, niet toevallig een tijd waarin de bescherming van burgers door kerk, adel en overheid te wensen overliet. Het verhaal Roodkapje, in de kern een variant op een fabel van de Griekse dichter Aesopus, werd begin negentiende eeuw door de gebroeders Grimm verzameld en dient nog altijd als waarschuwing voor kinderen: luister naar je ouders en pas op voor vreemden.
De mens die zich beestachtig gaat gedragen
Om het iets oudere publiek alert te houden, is er het steeds terugkerende verhaal over de weerwolf: de mens die ’s nachts in een wolf verandert en zich beestachtig gaat gedragen. Sinds de vorige eeuw doet dit schrikbeeld het opvallend goed. Vooral in de jaren tachtig genoot de weerwolf opvallend veel belangstelling, vooral in de bioscoop met films als American Werewolf in London uit 1983, losjes geïnspireerd op The Werewolf of London (1935).
Henry Hull als weerwolf in de film 'Werewolf of London' (1935)
De rol die voor wolven is weggelegd in muziek is ook niet per se positief. Sergej Prokofjev baseerde zijn compositie Peter en de Wolf (1936) op een Russisch sprookje. Al vroeg in het muziekstuk wordt de overmoedige Peter met donkere klanken van blazers door grootvader gewaarschuwd niet buiten het hek te gaan. Als aan het eind de wolf is gevangen en naar de dierentuin wordt gevoerd, klinken de blazers opgelucht en triomfantelijk. Eindelijk veilig.
Bor de Wolf, personage uit jaren tachtig versie van 'De Fabeltjeskrant'
Toen de wolf in 2015 na een afwezigheid van 150 jaar bij Zweeloo weer werd waargenomen, zorgde dat voor een kleine sensatie. Niemand leek bang, eerder nieuwsgierig. Welbeschouwd bestond het dier alleen nog in de hoofden van kinderen, bijvoorbeeld als Bor de Wolf, de overgevoelige uitbater van het Praethuys uit De Fabeltjeskrant (1968). Of als de ‘helemaal niet angstaanjagende, maar wel schor en brommerige’ Heen-en-weer-wolf uit Pluk van de Petteflet (1971).
De Heen-en-weer-wolf uit 'Pluk van de Petteflet' (1971)
Zeshonderd dode dieren in 2022
Het meer onschuldige beeld, denk ook aan Dolfje Weerwolfje, gevormd in de jaren zeventig na plaatsing van de wolf op een lijst met dieren die bescherming verdienen van de Europese Unie, bleek het afgelopen jaar onverminderd wankel. Recent verzamelde cijfers dragen daaraan bij, en cijfers tellen boven alles in deze tijd. Afgelopen jaar zouden zo’n zeshonderd dieren door wolven zijn gedood, een verdubbeling ten opzichte van 2021.
,,Het is een kwestie van tijd voordat de wolf ook mensen aanvalt’’, voorspelde politica Caroline van der Plas namens boeren en burgers afgelopen november in de Tweede Kamer. In reactie wees Kamerlid Leonie Vestering (Partij voor de Dieren) ter verdediging van de dieren erop dat de mens vergeleken met de wolf veel meer dieren dood. Waarna minister Christianne van der Wal opriep tot een brede maatschappelijke dialoog. Altijd spannend.
Onze diepgewortelde angst voor de wolf laat zich niet zomaar uitgummen.