Ik woon inmiddels 7 jaar in Azië en ben er steeds meer van doordrongen hoe groot de verschillen tussen landen zijn.
Ik kwam in 2005 voor het eerst in India. Ik heb er gewoond, gewerkt, gereisd. Er is wreedheid, er heerst grote ongelijkheid. Armoede.
Het kastenstelsel zit diep in de samenleving (als je er een tijd woont, herken je codes). Omgangsvormen kunnen rauw zijn. Mensen moeten overleven in zware omstandigheden. Ze vormen vakbonden, laten van zich horen. Het is chaotisch. Maar ik voel me er thuis, het land is deel van mijn levensgeschiedenis en daardoor deel van mij geworden.
Het duizenden jaren oude hindoeïsme (niet te verwarren met de rechts-extreme politieke variant Hindoetva) kent miljoenen goden en rituelen. Er is prachtige kunst in tempels en altaren. Er is vrijheid. Avontuur. Mensen zijn heel open. Mijn dagen kenden humor en absurditeit. Bijna elk uitstapje kreeg wel een onverwachte wending.
Ik wil waken voor stereotypering. Want hoe langer je ergens bent, des te minder er van je eerste indrukken overblijft. Toch zal ik enkele ervaringen delen, want de verschillen tussen de landen zijn zo treffend. De eerste tijd in Jakarta wist ik niet wat me overkwam. In India houdt niemand zich aan regels. Alles wat kan lopen, rollen, rijden, inclusief koeien en apen, gaat over de weg. Voertuigen volgepropt met mensen en goederen. Overal is leven.
Tijdens het rijden vielen delen van auto af
Mensen zijn druk gebarend in overleg over een meubelstuk dat ze willen vervoeren of repareren met acht man een elektriciteitsmast, terwijl nog eens tien nieuwsgierigen eromheen staan. Ernaast klinkt een tempelganger een bel om de goden op te roepen. Auto’s zitten vol deuken. Soms was de carrosserie aan elkaar geplakt met tape en touw. Het is voorgekomen dat er tijdens het rijden delen van een auto afvielen. Ik maakte altijd een korte inschatting voor ik instapte: Houdt het voertuig de rit vol? Indien ok, dan stapte ik in.
In Jakarta rijden blinkend schone, piekfijne bolides. Ruiten zijn verduisterd. Er zijn kampongs, eettentjes en verkoopstalletjes, maar in het hart van de stad domineren glimmende kantoorflats en hypermoderne shoppingsmalls. Een kleine steenrijke elite woont in het zuiden in villa’s, afgezet met hekken. Er is een schaduwwereld, waar je niet gemakkelijk in komt.
Inmiddels heb ik mijn draai gevonden. Ik heb kennisgemaakt met de schoonheid van de natuur van de archipel. Tropische eilanden, kleurrijk koraalleven, jungles vol zeldzame planten en dieren. Ook in Jakarta heb ik levendige plekjes ontdekt. Ik kom op etentjes waar anekdotes rondgaan over het exclusieve uitgaansleven en heb een bokscoach die de laatste roddels van zijn motorvrienden deelt.
Mensen zijn heel zorgzaam en beleefd
Toch, waar India tot in haar uithoeken kosmopolitisch is, lijkt Indonesië - vermoedelijk mede door haar geschiedenis (het dictatoriale regime van Soeharto) - veel meer naar binnen gekeerd. Mensen zijn heel zorgzaam en beleefd. Javaanse omgangsvormen waren voor het koloniale tijdperk al hiërarchisch. Misschien dat dat de gereserveerdheid verklaart. Maar dat betekent niet dat er niets borrelt.
Indonesië is een trotse natie. Mensen hebben gevochten tegen de Nederlandse overheersing en in 1998 waagden honderdduizenden studenten en burgers zich op straat om de val van Soeharto te eisen. In 1965 was er een geweldsuitbarsting, ontstaan door een samenkomst van politieke factoren, waaronder een door de CIA aangewakkerde communistenhaat; 500.000 tot 1 miljoen mensen, verdacht van linkse denkbeelden, werden vermoord. Omdat er nooit een waarheids- en verzoeningsproces is geweest, heeft ook deze geschiedenis zich geworteld in de politieke en maatschappelijke schaduwwereld.
Azië heeft dus veel gezichten. En sinds kort heb ik er een ervaring bij. In december crashte mijn MacBook. Ik kwam tot de ontdekking dat Indonesië al maanden in de clinch lag met Apple. Indonesië eiste investeringen in ruil voor verkooppunten en Apple weigerde. Ik moest naar Singapore voor reparatie. Dit land is geen democratie, maar een autocratische stadstaat. Het landsbestuur roemt zich erop dat ze haar burgers veiligheid biedt (autoritaire regimes verkopen controle vaak als veiligheid). Ik vond het een wonderlijke ervaring.
De straffen zijn niet mals
Er wonen veel buitenlanders met goed betaalde banen in de financiële en technologische sector. Je kunt er een aangenaam luxeleven leiden, als je je dat kunt veroorloven. Je dient wel duizenden regels te volgen. Overal staan borden met do’s and don’ts: Niet roken, niet te dicht op elkaar in de rij staan. Verboden om naast je bord te knoeien heb ik niet gezien, maar had zomaar gekund. Volg je de regels niet, dan zijn de straffen niet mals.
Ook pretendeert de stadstaat dat ze duurzaam is. Singapore is gebouwd uit staal en beton op opgespoten land en is op alle fronten afhankelijk van import. Het bouwzand komt uit de Mekongdelta waaruit bijna alle leven is verdwenen. Ik bezocht groene parken onder enorme koepels. De planten zagen er zo perfect geordend uit, dat ik het idee had dat elke avond ieder verlept takje werd vervangen door een nieuw stekje. Ik wandelde door een hypergecontroleerde façade van duurzaamheid.