Het is twintig jaar geleden dat punkrockband Ramones in Nieuw-Schoonebeek optrad tijdens Rumah Rock. Het is nog altijd een van de meest legendarische concerten in de Drentse popgeschiedenis. Een reconstructie van die dag.
Bettie Serveert staat net op het punt het festivalterrein in Nieuw-Schoonebeek te verlaten als het witte personenbusje met daarin Ramones vanuit Amsterdam arriveert. Eigenlijk hebben Joey Ramone, Johnny Ramone, C.J. Ramone en Marky Ramone helemaal niet veel zin al zo vroeg op de avond in het zo'n dertienhonderd inwoners tellende Drentse dorpje te zijn. Altijd maar dat wachten tijdens dat eindeloze touren voor het zover is het podium te betreden, om er in een uurtje dertig nummers door te jagen.
Zo zou het 2263 keer gaan in 22 jaar tijd. Ditmaal komt de boomlange Joey haast dubbel geklapt en verfrommeld backstage uit het busje gestrompeld. Opgewonden kijken de leden van openingsact Bettie Serveert toe. Gitarist Peter Visser en zijn bandleden zouden maar al te graag blijven. Maar ze moeten weg. Zangeres Carol van Dyk wordt aangemoedigd de debuutplaat te overhandigen of op zijn minst de hand te schudden met haar helden. Haar verlegenheid verhindert dat en tot op de dag van vandaag heeft ze spijt.
Op het veld van de plaatselijke voetbalclub VVS staan ondertussen 2500 bezoekers met een entreekaartje van 35 gulden op zak te wachten. Drie keer zou Ramones later nog optreden in Nederland voor het definitieve einde in 1996. Eenmaal in Rotterdam en tweemaal in Amsterdam. Maar deze zaterdagavond van 11 juni 1994 staan de invloedrijke grondleggers van de punkrock in Drenthe. Een stunt van jewelste van een groep van driehonderd vrijwilligers, die is gelieerd aan Rumah Pemuda.
Ramones waren in Drenthe: ‘One, two, three, four'
De jeugdsoos is vereeuwigd in het nummer door de graag geziene gasten van de Groningse pretpunkband Boegies. Onder de naam Rumah Rock wil de Stichting Tuinfeest ditmaal een heuse festivaldag neerzetten. Op de geïmproviseerde camping naast café Europa hebben driehonderd kampeerders hun tentjes opgezet.
Van heinde en verre komen de fans van hoofdact Ramones. In een straal van vierhonderd kilometer zou er volgens afspraak voorlopig geen optreden van de band te zien zijn. Met het contracteren van het viertal hoopt de organisatie toch minimaal 3500 mensen te trekken. Die zouden niet komen. Daardoor ontstaat een tekort van vijftigduizend gulden.
Vierhonderd meter met plastic behangen hekwerk is rondom het door hevige regenval zompige veld geplaatst. De bewaking door leden van de hondenclub houdt met een Duitse herder nog wat ongenode gasten tegen. Alles is er vanaf drie uur 's middags klaar voor. Het twintig meter brede podium voldoet aan de eisen die boekingskantoor Mojo/Double You stelt. Dat dak erop zetten blijkt de zwaarste klus.
Vierduizend liter bier zit er in de fusten om dorstige kelen te smeren. Eric Blaauwe, voorzitter van de soos en verantwoordelijk voor het eet- en drinkgebeuren, heeft het er maar druk mee. Hij heeft lang toegewerkt naar deze dag, maar heeft amper de gelegenheid zelf wat van de muziek mee te krijgen. Hij wordt geleefd, maar glundert en is in zijn nopjes dat ze het met elkaar hebben geflikt. De sfeer is net als het weer fantastisch. Blaauwe heeft kippenvel. ,,Hey ho!''
Achtereenvolgens Bettie Serveert, Gutterball, The Scene en Whisky Priests zorgen voor opwarmende klanken. Tussen zeven en acht is er even een uurtje pauze om de rooms-katholieken in het dorp de kans te geven ongestoord tweehonderd meter van het festivalterrein van de mis te genieten.
Erik Hoezen is met een stel tienerkameraden uit Klazienaveen gekomen om hun favoriete band aan het werk te zien. Een broer van een vriend is zo zenuwachtig dat het bier hem al vroeg velt. Ver voor het moment suprême is hij door ouders al weer opgehaald.
Hoezen zelf houdt op zijn tiende al een spreekbeurt over Ramones en is nog maar een jochie als hij de groep in de Groninger Oosterpoort ziet. Tranen in de ogen, zo mooi. Beter dan Ramones zou het nooit meer worden, hoewel Jay Reatard volgens Hoezen later misschien wel eenzelfde urgentie bezat.
Hein Fokker is namens Mojo/Double You aanwezig en dient als belangrijke schakel tussen band en organisatie in de persoon van Jannie Holties. Als een soort festivalmoeder ziet ze toe en merkt dat Ramones niet uit zijn op persoonlijk contact. Ook niet als Holties in de kleedkamer komt en er koffie en thee neerzet. De door de groep gestuurde ‘rider' met cateringwensen is door Fokker gecontroleerd. Maar we zitten hier niet in New York of Amsterdam, denkt hij nog. Het is wel goed. Hij is al lang blij dat het viertal ruim op tijd aanwezig is.
Terwijl gitarist John William Cummings (45), basgitarist Christopher Joseph Ward (28) en drummer Marc Steven Bell (37) als zombies ieder sociaal contact vermijden en wat lamlendig in de voetbalkleedkamers rondhangen, is zanger Jeffey Ross Hyman (43) zeer aanspreekbaar. Fokker praat met hem een half uur over moderne kunst en politiek. Hij is aardig, slim en spontaan, denkt Fokker. Eigenlijk heeft hij wel te doen met de rockers met het angstaanjagende en cartooneske imago. Ze leven een slopend bestaan. Vliegtuig in, vliegtuig uit. Eindeloos wachten.
Ondertussen is er stress bij Monte A. Melnick. Vanaf het prille begin tot het bittere eind is de Amerikaan tourmanager van de band. Vaak ziet hij zichzelf meer als babysitter, psychiater, reisagent, uitbetaler en chauffeur. In zijn boek schrijft hij de herinneringen later op. Hij maakt alles mee wat je je maar kan voorstellen bij een rock-'n-rollband die voortdurend onderweg is. Nu wil hij handdoeken voor de band. Meer handdoeken. En hij baalt dat er geen Japans ingerichte hotelkamer voorhanden is, zoals aangegeven op de rider.
Natuurlijk weet Melnick ook wel dat de band geen minuut langer wil blijven in het rustieke Drenthe. De honderdduizend gulden innen en wegwezen, met een kratje bier bezweet en al het busje in. Zonder te douchen. Dan zal weer die ijzige sfeer heersen, die ongemakkelijkheid van de koude oorlog die heerst tussen de zachte, aan een obsessieve-compulsieve stoornis lijdende Joey en de hardere Johnny.
Sinds Johnny er met Joey's vriendin Linda vandoor ging, is dat ene uurtje optreden nog het enige dat de mannen uit de New Yorkse wijk Queens bindt. Wat dat betreft is het nog een geluk dat C.J. als vervanger van de met meerdere persoonlijkheden kampende drugsgebruiker Dee Dee is binnengehaald. Een beetje frisse lucht kan geen kwaad, vindt Melnick.
Het is onderhand bijna kwart over tien. Showtime. van Ennio Morricone schalt door de speakers. Gejuich klinkt als de in leren jasjes gehulde mannen, badend in blauw licht, het podium betreden.
De slungelige Joey houdt de microfoonstandaard zwalkend omhoog met zijn in leer gehulde handen, Johnny slaat zijn gitaar aan en C.J. telt af: ,,One, two, three, four.'' En los zijn ze. en vormen de aftrap van een klassieke Ramones-show die in moordend tempo wordt afgewerkt. ,,Hallo Nieuw-Schoonebeek'', zegt Joey. ,,It's good to be here tonight, out in the great outdoors.''
En hup, daar klinkt het intro van . ,,Hey ho, let's go!''
Op 30 maart 1974 gaven de Ramones het eerste optreden in New York. Op 6 augustus 1996 viel het doek in Los Angeles. Joey (1951-2001), Dee Dee (1951-2002) en Johnny (1948-2004) zijn gestorven. Alleen een bassist en vier versleten drummers zijn nog in leven.