Johnny Jansen met een udeng: een opgevouwen doek die kracht, respect en focus representeert. Foto: Bali United FC
Busreizen door de jungle, een slang van 3 meter op het trainingsveld en een bezoek aan een tempel om karma te voorkomen. Johnny Jansen maakt het allemaal mee als trainer van Bali United. Deze krant zocht hem op.
Johnny Jansen gaat, volgens goed gebruik op Bali, tegenwoordig op de scooter naar zijn werk. Meestal vertrekt hij rond 7 uur ’s ochtends vanaf zijn woning in de badplaats Sanur. Als Jansen na een klein halfuur links afslaat naar het trainingscomplex van Bali United, maakt zijn hart steevast een vreugdesprongetje.
De velden van Bali United worden grotendeels omringd door wuivende palmbomen, pal gelegen aan de Indische Oceaan. Golven breken op de rotsen, hoog opspattend boven de kustlijn.
Een paar honderd meter verderop tuft een toeristenboot naar Nusa Lembongan, het buureiland van Bali, bekend om de witte stranden en hoge kliffen – en een geliefde bestemming onder surfers en snorkelaars. De opkomende zon completeert het fenomenale decor.
Jansen spreidt zijn armen. „Moet je nou eens kijken, man”, zegt hij. „Dit is toch geweldig? Het is een voorrecht dat ik hier mag werken.”
Johnny Jansen als trainer langs de lijn bij Bali United FC. Foto: Bali United FC
Johnny Jansen (50) komt uit Noordwolde. Jarenlang was zijn werkveld sportpark Skoatterwâld van SC Heerenveen. Na zijn vertrek uit het Abe Lenstra-stadion, begin 2022, werkte hij 2 weken in Libanon. Een klus die Jansen afbrak omdat hij aan de slag kon bij PEC Zwolle. En sinds dit seizoen staat hij onder contract bij Bali United, aan de andere kant van de wereld, voetballend op het hoogste niveau van Indonesië.
Hij verbaast zich na een halfjaar nog vrijwel dagelijks. Zowel op het veld als daarbuiten. Maar laat dat nou precies zijn wat Jansen zocht: een trainersklus waar alles anders is.
Hoewel, alles?
Monter loopt Jeffrey Talan de trap af van de tribune op het trainingscomplex. De voormalig technicus van Heerenveen is meegereisd om Jansen te assisteren. Indonesië is het land van Talans voorouders. Hij heeft er nog altijd familie.
„Het is alsof ik een cirkel rondmaak”, zegt Talan. Peinzend: „Mijn vader had dit zo ongelooflijk mooi gevonden. Ik wil een steentje bijdragen aan het Indonesische voetbal. Het zou fantastisch zijn als ze ooit het WK halen met spelers die ik heb begeleid.”
Jeffrey Talan op het trainingsveld van Bali United. Foto: Bali United FC
Schuin achter Talan duikt nog een bekend gezicht op. Ronnie Pander. Hij vertrok een paar jaar geleden bij Heerenveen en nam daarmee gevoelsmatig afscheid van het profvoetbal. Pander werd jongerenwerker bij de gemeente Leeuwarden en zou trainer worden van FC Surhústerfean. Tot Jansen hem 2 jaar geleden meenam naar PEC Zwolle.
„En nu zit ik hier”, zegt Pander. „In Nederland hebben ze de winterjas aan. Wij lopen ’s avonds in een korte broek en op slippers over de boulevard. We zijn elke dag buiten, hebben een prachtige baan, sporten zelf veel en vliegen voor uitwedstrijden heel Indonesië door. Ik geniet van elke dag.”
Ronnie Pander. Foto: Bali United FC
Johnny, Ronnie en Jeffrey op Bali. Het klinkt als een avontuur uit de stripboekenreeks van Kuifje – en ergens is dat het ook wel. Vrolijk vertellen ze over de vele uitstekende restaurants, op loopafstand van hun villa, waar ze voor slechts een handvol euro’s kunnen eten. „Ik kan wel koken, hoor”, verdedigt Jansen. Lachend: „Ik heb hier alleen geen pannen.”
Ze vertellen ook over de uitduels, die soms voor provisorische tribunes voor een handvol toeschouwers en dan weer in hypermoderne stadions voor tienduizenden mensen worden gespeeld.
Johnny Jansen op het trainingscomplex van Bali United. Foto: Bali United FC
Met reizen, acclimatiseren, trainen en de wedstrijd zijn ze meestal 4 dagen kwijt. Zo waren ze onlangs op de Molukken, waar de selectie in een gammele taxibus werd gepropt voor een dollemansrit door de jungle. Een andere keer reden ze onder politiebegeleiding dwars tegen het verkeer in om hun vlucht te halen. En op Java werd Bali United plots vergezeld door 150 hooligans op scooters, intimiderend rondom de spelersbus cirkelend, tot ze zich voor zwaarbewapende agenten uit de voeten maakten.
Tegelijk is het ook op Bali een uitdaging om zonder kleerscheuren je bestemming te bereiken. Het verkeer op het eiland, samengevat in twee woorden? Totale chaos.
Het verbaast me dat Indonesië geen goede MotoGP-rijder heeft
Jansen: „We hebben een chauffeur van de club. Hij heet Agus. Aardige kerel. Agus bracht ons eerst elke ochtend naar de training. Maar ja, op de scooter verplaats je je op Bali sneller dan met de auto. Los daarvan, ik wilde zelf meemaken hoe dat hier gaat.”
De Noordwoldiger heeft zich de Balinese verkeerswetten inmiddels eigen gemaakt, zo blijkt, als hij soepel door de straten van Sanur stuurt. „Het is net skiën over een bospad”, verklaart Jansen. „Kijk je over je schouder? Dan weet je zeker dat je wordt ingehaald. Je moet dus vooruitkijken en gas geven. Maar inderdaad, ze kunnen hier scheuren! Het verbaast me dat Indonesië geen goede MotoGP-rijder heeft.”
Lenigheid van geest
Hij werd in maart benaderd door Bali United, dat met de broers Pieter en Yabes Tanuri twee excentrieke bazen heeft. Pieter Tanuri, de eigenaar van de club, is schatrijk geworden van autobandenverkoop en aandelen. Yabes Tanuri heeft als directeur de leiding over de voetbalclub. Mannen van maatpakken zijn ze echter niet. Ze lopen het allerliefste in veel te grote voetbalshirts van Bali United.
Yabes Tanuri informeerde dit voorjaar bij Alex Pastoor, destijds nog assistent-bondscoach van Indonesië, of hij nog een goede trainer kende.
Johnny Jansen langs de lijn bij Bali United. Foto: Bali United FC
Na de warme aanbeveling van Pastoor ging het balletje bij Jansen rollen. Jansen wist dat Bali een populair vakantieoord is. Dat er jaren geleden een paar Nederlanders bij Bali United hadden gespeeld. Maar actuele kennis van de club had hij niet. De Indonesische competitie kende hij evenmin. Toch had Jansen weinig bedenktijd nodig. „Dit was een geweldige kans.”
Hij leerde dat het niveau van Bali United vergelijkbaar is met dat van een middenmoter in de eerste divisie. Hij leerde ook een nieuwe levensles. Je moet, zegt Jansen, soms lenig van geest zijn. „Alles wat voor ons normaal is, dat is hier anders. Mensen knikken ‘ja’, maar doen vervolgens precies het tegenovergestelde. Kun je je heel druk over maken. Alleen dan belast je vooral jezelf. Ik meld het als iets me niet aanstaat, maar heb ook geleerd dingen te accepteren zoals ze zijn.”
Zo moet hij om de haverklap voetballers afstaan voor nationale jeugdselecties, want Indonesiërs zijn gek op trainingskampen. „We hebben een jongen van 17 in de jeugd. Een groot talent. Helaas hebben we hem de afgelopen maanden maar 3 weken gezien. Hij is continu met de bond op pad.”
Ik meld het als iets me niet aanstaat, maar heb ook geleerd dingen te accepteren zoals ze zijn
„We hebben ook drie jongens bij Indonesië Onder 23. Bij ons spelen ze best veel, maar daar houdt de Indonesische voetbalbond geen rekening mee. Ze moeten steeds op trainingskamp. Ik heb weleens gezegd dat ik voor een wedstrijd geen spelers wilde afstaan, maar daar ging onze eigenaar niet in mee. Het nationale team staat boven alles.”
Nog zoiets, vervolgt Jansen. De beschikbaarheid van de trainingsvelden. Bij Bali United kan het zomaar gebeuren dat er opeens honderden marathonlopers over het hoofdveld rennen, compleet met kraampjes en een podium op het veld. Met als gevolg dat de trainer maar een andere grasmat moet zoeken.
Hij ziet er nu, zittend in zijn favoriete eetcafé, de humor wel van in – ook omdat hij op Bali veel vaker positief wordt verrast. „Ik had verwacht dat de omgang met de mensen moeilijker zou zijn. Maar dat is totaal niet zo. We zijn ontzettend goed ontvangen.”
De selectie van Bali United voorafgaand aan een training. Op de achtergrond de Indische Oceaan. Foto: Bali United FC
Jansen wijst ook op de uitstekende faciliteiten van het trainingscomplex. Vooruit, een extra kitrandje of fris sanitair zou niet misstaan, maar veel belangrijker zijn de negen strak gemaaide velden en de moderne gym. Niet voor niets is Bali een geliefde uitvalsbasis voor de A-selectie van Indonesië, zoals de KNVB-campus in Zeist dat voor het Nederlands elftal is.
Op het complex zijn dagelijks veel mensen in touw. Acht mannen doen het veldonderhoud. Maar er zijn ook hoveniers, palmboomsnoeiers, terreinknechten, een beveiliger die onder zijn tentje alleen maar zijn duim opsteekt en vele manusjes-van-alles.
Zo is er op deze donderdagse training een chef dode dieren. De mussen vallen door de hitte namelijk van het dak. Letterlijk. Geroutineerd draagt een clubmedewerker de kadavers naar een container. „Dit stelt nog weinig voor”, zegt Jansen. „Een paar weken geleden lag er een slang van 3 meter. Pakt-ie ook gewoon.”
Moedertempel
Zijn referentiekader is door al die tamelijk absurde voorvallen enigszins verschoven. Neem de teamactiviteit aan de vooravond van het seizoen. Bij Heerenveen werd steevast een barbecue voor de stafleden georganiseerd, gezamenlijk proostend op een goed seizoen.
Bij Bali United hebben ze andere tradities. „Ken je de Besakih-tempel?”, vraagt Jansen. Een aanrader, vervolgt hij, al is het nogal een reis om er te komen.
De selectie van Bali United bij de Pura Besakih, de grootste tempel van het eiland. Foto: Bali United FC
Vanuit het dichtbevolkte en hectische zuiden van Bali, rijd je naar het noordoosten van het eiland. De wegen worden smaller, hobbeliger en gaan kronkelend omhoog – rechtstreeks de bergen in. Met elke haarspeldbocht wordt de wereld groener en daalt de temperatuur.
Na ruim een uur stuiteren en sturen doemt de Agung op, de grootste en nog actieve vulkaan van het eiland. Tegen de flanken van de Agung ligt de Pura Besakih, of de Moedertempel zoals hij in de volksmond wordt genoemd.
Met de voltallige selectie was Jansen op deze voor Balinezen heilige plek, vlak voor de competitiestart. Eenmaal in de Moedertempel beklommen ze talloze trappen voordat ze op de zevende en hoogste verdieping waren, op ruim een kilometer boven zeeniveau.
Johnny Jansen met een udeng: een opgevouwen doek die kracht, respect en focus representeert. Foto: Bali United FC
Een eindeloze sessie vol gebeden en rituelen volgde. Spelers en trainers droegen allemaal een wit gewaad, een sarong, want zonder kom je de tempel niet binnen. Op hun hoofd zat een udeng: een opgevouwen doek die kracht, respect en focus representeert. Felgekleurde bloemen zaten achter hun oren en op hun voorhoofd werden rijstkorrels geplakt.
„Als toerist ben je bij zo’n ceremonie aapjes aan het kijken”, zegt Jansen. „Nu zaten we er zelf middenin. Je voelt dan wat het betekent. Ik vond het indrukwekkend.”
„Ze geloven hier enorm in karma”, vervolgt Jansen. „Ze bidden dan ook om gezond te blijven en geen blessures te krijgen. Om positief te blijven ook. En ze bidden voor sportief succes.”
Maar of de gebeden zijn verhoord? „Nee.” De verklaring? „Misschien bidden sommige tegenstanders harder dan wij.”
Johnny Jansen viert een overwinning met de aanhang van Bali United. Foto: Bali United FC
Bali United is dit seizoen niet gevrijwaard gebleven van blessures. De club voetbalt in de middenmoot, de marge met de subtop is klein, maar dat strookt niet met de ambities – en zeker niet met die van de gebroeders Tanuri.
Het verklaart de enorme opluchting, niet in de laatste plaats bij Jansen, nadat onlangs werd gestunt bij Borneo. Na een paar teleurstellende resultaten verraste Bali United vriend en vijand met de 0-1 zege bij de koploper, die tot dan nog geen punt had verspeeld.
Gemis van het thuisfront
Jansen denkt deze weken weleens terug aan de voorbereiding. Die verliep vlekkeloos. Alle oefenduels werden gewonnen. Na 10 dagen wist Yabes Tanuri genoeg. Hij wilde het 1-jarige contract van Jansen openbreken en met twee extra seizoenen verlengen.
De trainer hield de boot af. „We hadden nog geen competitieduel gespeeld. Ik wilde eerst afwachten of het me op Bali zou bevallen, ook met het oog op mijn thuissituatie. Mijn vriendin en dochter wonen nog in Nederland. Ze zijn hier een keer geweest. Maar als ik mijn contract verleng dan is het de bedoeling dat zij ook deze kant op komen.”
Johnny Jansen instrueert Bali United-speler Thijmen Goppel. Foto: Bali United FC
Het gemis van het thuisfront? Ja, zegt Jansen, dat is zonder twijfel de keerzijde van zijn huidige trainersklus. „We hebben een huis in Assen gekocht. Maar voor mij voelt dat als een vakantiewoning. Ik ben er bijna nooit geweest. Of neem de verjaardag van mijn dochter in oktober. Gelukkig hadden we die week geen wedstrijd en kon ik naar Nederland.”
„Maar goed, dan ga je weer terug naar Bali. En zoals gezegd, het is hier prachtig, hoor. Maar je laat wel álles achter als je weer in het vliegtuig stapt. Ik heb daar een maand heel veel last van gehad.”
Nagenoeg elke ochtend neemt hij, vlak voor de start van zijn werkdag, een filmpje op voor zijn dochter. „Je wenst haar een fijne dag. Vraagt hoe het was op school. Dat soort dingetjes.” Een korte stilte. „Dat ik mijn vrouw en dochter zo weinig zie, dat vind ik hartstikke pittig. Ik wil dit avontuur met hen meemaken.”
Dat ik mijn vrouw en dochter zo weinig zie, dat vind ik hartstikke pittig
Hij gaat binnenkort in gesprek met de clubleiding over zijn toekomst. Jansen wil best bijtekenen. Het zou mooi zijn, zegt Jansen, als de club dan in de scouting investeert. „Onze eigenaar krijgt via zaakwaarnemers continu YouTubefilmpjes van voetballers opgestuurd. Tja. Op zo’n filmpje lijkt zo’n speler natuurlijk heel wat. Jeffrey zei laatst: ‘Misschien mag ik ook meedoen als ik een compilatie van mezelf laat zien’. Of we krijgen beelden van een linksbuiten, terwijl we een spits zoeken.”
Jansen heeft niet de illusie, laat staan de wens, om de voetbalcultuur in Indonesië te veranderen. „Maar ik wil deze club wel verder helpen. We hebben al een slag geslagen. Met video-analyses, individuele programma’s en een manier van voetballen waardoor we jonge spelers ontwikkelen. We maken lange dagen, de spelers ook, en dat wordt allemaal gezien. We moeten alleen meer punten pakken. Daar zijn ze hier ontzettend gevoelig voor.”
Johnny Jansen op de trainingsvelden van Bali United. Foto: Bali United FC
Dipta Stadion
Twee dagen later moet dat startsein worden gegeven, als Persis Solo op bezoek komt in het Kapten I Wanya Dipta Stadion. Persis Solo staat laatste.
Het Dipta Stadion ligt in een groezelige wijk in Gianyar, waar kinderen op blote voeten op straat spelen. Harde rockmuziek beukt uit de speakers voor de huizen, terwijl verkopers shirtjes, sjaals en voedsel aan de man brengen. De geur van wierrook en gegrilde kip vult, ruim een uur voor de wedstrijd, de broeierige steegjes.
De thuishaven van Bali United lijkt met enige verbeeldingskracht op het Olympisch Stadion in Amsterdam: kuipvormig, een atletiekbaan om het veld en met vier kolossale lichtmasten in de hoeken.
Het Dipta Stadion biedt plaats aan zo’n 20.000 mensen, maar is deze avond voor een kwart gevuld. Lawaai maken de Bali United-fans wel. Een paar zwaaien met vlaggen waar NSB op staat. Navraag leert dat deze letters staan voor North Side Bali – de fanatieke supporterskern van de club.
Het Dipta Stadion van Bali United. Foto: Bali United FC
Ze zien hun ploeg hard werken. Ze zien een paar snoeiharde tackles en onvervalst Indonesisch theater, met spelers die zware blessures veinzen en elkaar kaarten willen aansmeren. En ze zien een overijverige scheidsrechter, die het spel steeds stillegt, de gekste beslissingen neemt en minutenlang wezenloos naar een tv-scherm staart als hij door de VAR wordt gecorrigeerd.
Het duel verloopt precies volgens de voorspelling van Jansen, want zo gaat het elke week in Indonesië. Voor de slotfase geldt hetzelfde: een ren-je-rotshow waarin spelers als bezetenen over het veld stormen. Jansen wordt er weleens moedeloos van. „Het laatste halfuur kun je coachen wat je wilt, het helpt niks.”
Toch voetbalt Bali United het gros van de wedstrijd verzorgd. De ploeg krijgt voldoende kansen, maar ontbeert overduidelijk een doelpuntenmaker. Met de 0-0 tegen de hekkensluiter is niemand tevreden. Als de selectie het publiek bedankt kan er bij sommigen een mager applaus vanaf. Anderen fluiten. Jansen vertelt in de klinisch ogende perskamer, waar kippenpoten en rijst worden geserveerd, dat de opbouw van een team tijd kost.
Onbegrip bij Johnny Jansen nadat een van zijn spelers is geveld na een harde tackle. Foto: Bali United FC
Chauffeur Agus brengt de trainers vanuit Gianyar terug naar Sanur. Veel wordt er in de auto niet gesproken. „Zagen jullie die redding van hun keeper in de slotfase?”, zegt Talan opeens. „Sjezus hè.”
Pander leest de tussenstanden in de eredivisie voor. Bij Jansen rolt om de paar minuten een vloek over zijn lippen. Daarna belt hij zijn vrouw en dochter.
„Klote”, zegt Jansen een uur later. „Gewoon klote. Je doet er alles aan. Je bereidt de ploeg voor. Je maakt met elkaar een plan. En dat plan klopt, want we krijgen genoeg kansen en geven zelf bijna niks weg. Alleen: die bal moet erin. Daar ontbreekt het te vaak aan. Met een scouting en iets meer budget spelen we over 2 jaar om de titel. Ik geloof daar heilig in.”
Dit avontuur heeft alles wat ik graag wilde meemaken
Niet veel later is de lach terug bij Jansen. Blijven hangen in teleurstelling heeft immers geen zin. Er wacht altijd een volgende wedstrijd. Wat ook helpt: de zon, de bruisende boulevard en de rit op de scooter naar zijn werk, eindigend aan de boorden van de Indische Oceaan.
Maar wat nóg veel meer helpt? Een onverwachte overwinning op topclub Borneo, leidend tot een uitgelaten directeur Yabes Tanuri, die plots weer in de stellige overtuiging verkeert dat Jansen de juiste man is voor zijn project.
Jansen kijkt na een halfjaar Bali nergens meer van op. „Veel mensen in mijn omgeving zeiden dat ik eens over de grens moest kijken”, besluit de Noordwoldiger. „Dat ik een andere cultuur moest ervaren. Een totaal andere beleving van voetballen ook. Het zal allemaal wel, heb ik lang gedacht. Ik had het goed in Nederland. Maar nu ben ik heel blij dat ik deze stap heb gezet. Dit avontuur heeft alles wat ik graag wilde meemaken.”
Paspoort
Naam Johnny Jansen
Geboren Heerenveen, 2 maart 1975
Opleiding mavo, social work, diverse trainersdiploma’s
Carrière voetballer bij SC Heerenveen en BV Veendam; trainer bij SC Heerenveen, Safa SC in Libanon (2 weken) en PEC Zwolle; sinds dit seizoen bij Bali United
Privé Jansen woont in Sanur (Bali), zijnvrouw en dochter wonen in Assen