Johan Soumeru. Foto: Fotopersbureau D. van der Veen
Johan (Jack, Sjaak) Soumeru is niet meer. Na een slopende ziekte is hij op zaterdag 12 augustus overleden. Oud-sportverslaggever Jan Mennega speelde samen met Soumeru bij ACV en bewaart dierbare herinneringen aan zijn voetbalvriend.
Iedere voetballiefhebber kent de Molukse voetbalhelden Simon Tahamata en Giovanni van Bronckhorst. De bekendste Molukse voetballer van Noord-Nederland was Jack Soumeru.
Voorbeeld
Voor Tahamata was hij een voorbeeld. De kleine dribbelaar keek tegen hem op en gaf een paar jaar geleden in een interview in het maandblad Helden aan als kleine jongen net zo goed te willen worden als zijn lange landgenoot uit Assen.
Jack Soumeru was een sierlijke en creatieve middenvelder. Een elegante speler met flair. Geholpen door een verfijnde techniek durfde hij ook in zijn eigen strafschopgebied tegenstanders te passeren of uit te kappen. Hij zocht zijn heil nooit in de lange lel naar voren, maar probeerde met combinatievoetbal tot succes te komen.
Johan Soumeru – zoals hij officieel heet, maar iedereen noemde hem Jack of Sjaak – werd op 10 januari 1947 geboren in Makassar op het Indonesische eiland Celebes. Begin jaren vijftig kwam hij met zijn familie naar Nederland, eerst naar Kamp Schattenberg, waar het gezin werd ondergebracht.
Glanzende carrière
Jack Soumeru kwam tien jaar uit voor ACV en verdedigde in meer dan 250 wedstrijden de blauw-zwarte kleuren van de Asser zaterdagclub. Hij maakte daarin 49 doelpunten. Daarvoor speelde hij bij Sportclub Assen, dat destijds flink aan de weg timmerde. In maart 1980 zette hij op 33-jarige leeftijd een punt achter een glanzende carrière.
Met ACV werd Soumeru in 1978 algeheel amateurkampioen van Nederland. Ik maakte destijds eveneens deel uit van die ploeg, met Sjaak, zoals ik hem altijd noemde, als slimme strateeg op het middenveld. Hij had oog voor de situatie en stond met geraffineerde passes met grote regelmaat aan de basis van doelpunten.
Meester in het ‘poorten’
‘Poorten’ werd in die tijd nog ‘het door de benen van de tegenstander spelen’ genoemd. Sjaak was daar een absolute meester in. Hij had de bedenker ervan kunnen zijn. En was het hem weer eens gelukt een tegenstander op die manier te verschalken, dan verscheen er steevast een brede grijns op zijn gezicht. Voetballen, vond Sjaak, was ook plezier maken.
In het kampioensjaar van ACV in 1978 selecteerde bondscoach Arie de Vroet hem voor het toenmalige Nederlands amateurelftal Sjaak en ook ik gingen toen mee naar een internationaal toernooi in China. Wij deelden daar een kamer in een hotel gelegen aan het Plein van de Hemelse Vrede in Peking.
Megafoon
De eerste nacht werden wij al vroeg wakker geschreeuwd door een man met een megafoon pal voor ons hotel. In staccato gaf hij bevelen aan een heel peloton van mensen in sportkleding. Zij moesten van hem gymnastiekoefeningen doen en deden dat plichtsgetrouw. De sessie herhaalde zich elke dag en duurde ongeveer een half uur.
Daarna stapte iedereen op zijn fiets en was het plein in een mum van tijd weer leeg. Sjaak moest er om lachen. Was niks voor hem, zei hij. Trainers moesten niet met opdrachten bij hem aankomen en accepteerden dat ook. De rasvoetballer Jack Soumeru kon zich die opstelling permitteren, een elftal zonder hem verloor meteen aan kracht.
Jack Soumeru heeft veel wedstrijden gewonnen, maar wist al geruime tijd dat hij de strijd tegen kanker zou gaan verliezen. Door zijn sterke lichaam kon hij het onvermijdelijke nog wat oprekken. Hij overleed in de vroege ochtend van afgelopen zaterdag in zijn woning in de Molukse wijk in Assen.
De Parel van het Asser voetbal is 76 jaar geworden.