De Weissensee vanuit de lucht bekeken, met in de verte het grote meer. Foto: Neeke Smit
Veel schaatsers genoten deze en vorige week van wedstrijden en toertochten op de Weissensee, maar de hoge temperaturen geven wel te denken. Wordt ook de Alternatieve Elfstedentocht in Oostenrijk straks iets uit het verleden?
Het is een flink contrast voor passerende voetgangers op de brug bij Techendorf als ze om zich heen kijken. Rechts wordt druk geschaatst, links geen ijs maar water. Het grote meer, met een diepte van maximaal 99 meter, ligt nog grotendeels open.
Het is – hoe je het ook wendt of keert – een gevolg van klimaatverandering. Winters worden grilliger, dooidagen komen vaker voor. De thermometer toont nu ‘s middags zelfs meermaals temperaturen rond de 10 graden.
IJs als Slush Puppie
Dat leidde er donderdag toe dat de toplaag van het ijs waarop de mannen tijdens de Aart Koopmans Memorial moesten schaatsen gedurende de wedstrijd veranderde in een soort Slush Puppie. Daarom werden de starttijden zaterdag en maandag vervroegd. Een goede maatregel, vindt ploegleider Bertjan van der Veen van AH Zaanlander/Royal-Aware. ,,Maar de recreanten hebben er niks aan. Die kun je niet om drie of vier uur ’s nachts laten beginnen zodat ze voor twaalven ’s middags binnen zijn.”
Hendrik-Jan van den Bogaart knikt als hij het hoort. Toch maakt de organisatievoorzitter zich geen zorgen voor de korte termijn, omdat op het kleine meer nog gewoon 20 centimeter ijs ligt en de nachtvorst de dooi overdag compenseert. ,,Het grote meer is sowieso maar eens in de drie, vier jaar berijdbaar. Wat we wel zien: de ijsperiode wordt korter en vooral de neerslag onbestendiger. Veel sneeuw binnen korte tijd vormt nu een grotere bedreiging dan hoge temperaturen.”
Minder ongelukken
Dat de omstandigheden dit jaar vooral na de lunch, als de zon op zijn sterkst is, pittig zijn klopt, zegt Van den Bogaart. ,,Maar veel mensen volbrengen gewoon de 200 kilometer, ondanks het slechtere ijs en de scheuren die erin zitten. Er gebeuren ook minder ongelukken, omdat deelnemers hun snelheid erop aanpassen.”
Toch is de klimaatverandering bij de marathonploeg van Peter de Vries (Jumbo-Visma) wel degelijk onderwerp van gesprek. ,,We hebben het er onderling weleens over. Dan denk je: zouden we hier over tien jaar nog komen?” De Heerenvener reed zelf 30 jaar geleden zijn eerste Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee en won de wedstrijd in zowel 1996 als 1998. Daartussenin moest hij tijdens de echte Elfstedentocht de strijd staken na een val bij Galamadammen.
Minder strenge winters
Inmiddels is De Vries als ploegleider een vaste gast in Oostenrijk. Dat het grote meer nu niet is dichtgevroren, noemt hij ‘een signaal’ dat duidt op minder strenge winters. ,,Maar het heeft wel vaker open gelegen en als je naar de cijfers kijkt met de temperaturen en de keren dat het niet door is gegaan, dan valt het nog wel wat mee.”
Zolang de natuur het toelaat, komen hij en zijn rijders dan ook graag terug. ,,Maar als na verloop van tijd blijkt dat het de helft van de keren afgezegd wordt, dan moet je als organisatie wel naar alternatieven kijken.” Een van de opties zou een tweede trip naar Noord-Scandinavië kunnen zijn. Op het zee-ijs van het Zweedse Lulea wordt jaarlijks in februari al een reeks Grand Prix-wedstrijden afgewerkt.
,,Wat moet dat moet”, zegt Merel Bosma, maar de winnares van het ONK – die na dit seizoen stopt – hoopt dat haar collega’s marathons op de Weissensee kunnen blijven schaatsen. ,,Het is hier fantastisch.” Ze wijst op de schilderachtige omgeving, goede infrastructuur en ontspannen sfeer als belangrijkste redenen waarom het 930 meter hoge bergmeer populair is. ,,Zo’n combinatie vind je niet gemakkelijk op een andere plek, die ook nog eens goed aan te rijden is.”
Flexibelere opzet
Daarom kijken Van den Bogaart en zijn medeorganisatoren ‘nog niet met een scheef oog’ naar een verhuizing van hun evenement, dat nu vier races voor wedstrijdrijders en evenzoveel toertochten omvat. Hij benadrukt dat er in de coronajaren nog gewoon op het grote meer geschaatst kon worden en ziet meer in een flexibelere opzet op dezelfde locatie. ,,Rijden als het kan.”
,,Dat betekent in praktijk dat je in januari en februari het weerbericht in de gaten houdt en als de vooruitzichten gunstig zijn gaat organiseren. Een beetje zoals It giet oan van de echte Elfstedentocht.” Gevolg in dat scenario is dat lang niet iedereen zal kunnen afreizen vanwege andere verplichtingen. ,,En dus wordt het waarschijnlijk kleinschaliger. Maar dat moment stellen we het liefst nog heel lang uit.”
De Vries ziet nog wel wat moeilijkheden voor de organisatie van wedstrijden op de Weissensee met flexibele datum. ,,Want wat doe je als ze begin januari zeggen ‘het kan, kom over twee weken maar hierheen’, terwijl er in datzelfde weekend een cupwedstrijd in Enschede of Alkmaar gepland staat? Daar zul je met alle partijen goede afspraken over moeten maken.”