Gelukkig op Kralingen. Voetballer Thijs Dallinga besloot na FC Groningen zijn geluk bij Excelsior te beproeven en is nu topscorer van de eerste divisie
Thijs Dallinga: ,,Ik ben wel gehard bij FC Groningen.'' Foto: Jan de Groen
Bij FC Groningen voelde hij geen vertrouwen, dus besloot Thijs Dallinga elders zijn geluk te beproeven. En hoe! Hij is de revelatie van het seizoen bij Excelsior en prijkt bovenaan de topscorerslijst van de eerste divisie. Op bezoek in het Rotterdamse liefdesstulpje van de Groningse goalgetter en zijn Emmense schone Liz.
Wat hebben ze het lekker voor elkaar in het meest noordelijke puntje van Rotterdam. Een paar weken geleden betrokken Thijs Dallinga en zijn vriendin Liz Otten, volleybalster in de eredivisie bij VCN uit Capelle aan den IJssel, een splinternieuw appartement op negen hoog in de moderne wijk Nesselande. Het ruikt er nog naar vers beton en nieuwe meubelen. Het glazen balkon biedt ruim zicht over de fraaie Zevenhuizerplas, die met zandstrand en al recht voor de deur ligt. Voor de boodschappen hoeven ze alleen maar even de moderne raketlift naar beneden te pakken om bij oom Jumbo de dagelijkse levensbehoeften in te slaan.
Bewijs op teletekstpagina 832
‘t Kon minder zeggen ze dan in het Noorden. Dat geldt zeker voor de sportieve carrière van Dallinga, die in een paar maanden tijd een enorme vlucht heeft genomen. Het bewijs is te vinden op teletekstpagina 832. ,,Die krijg ik wel eens toegestuurd van mijn voormalige trainer Peter Hoekstra’’, grinnikt de spits. Zelf ziet hij zijn naam met regelmaat voorbijkomen op andere apps. Topscorer van de eerste divisie na elf duels voor Excelsior. Wie had dat kunnen denken toen hij eerder dit jaar, toch enigszins verbitterd, de deur achter zich dichtsloeg bij FC Groningen?
Dallinga gaat er eens goed voor zitten aan de hippe eettafel. Nog één keer bespringt de soms wat ondeugende zwarte Labradoodle Tommy de visite. Voor straf zet Liz hem op het balkon met de schuifpui dicht. ,,Ik kan dat niet hoor, ik kan niet boos op hem worden. Zie dat koppie. Ik ben te lief. Voor Tommy wel...’’, verontschuldigt de goaltjesdief, die binnen de lijnen de laatste tijd zo genadeloos is, zich met een glimlach.
Een ezel stoot zich niet telkens aan dezelfde steen
Het was een gokje afgelopen voorjaar. Dallinga mocht bij FC Groningen blijven, er lag al een aanbieding klaar. Misschien had de in Hellum opgegroeide speler alsnog zijn kans kunnen grijpen bij de club die van jongs af aan in zijn hart zit. Maar een ezel stoot zich niet telkens aan dezelfde steen. Overtuigd van zijn eigen kwaliteiten en in het besef dat het aantal kansen om in het eerste te schitteren weer beperkt zou blijven, besloten de Groningse aanvaller en zijn geliefde ergens anders hun heil te zoeken.
Met de Kralingers waren de spits en zijn zaakwaarnemer Edwin Olde Riekerink er vervolgens snel uit. ,,Excelsior heeft misschien niet het hoogste budget van de eerste divisie, zoals De Graafschap, FC Volendam of FC Emmen dat hebben, maar er zit wel een gedachte achter bij de club en de jongens die ze oppikken’’, vertelt Dallinga. ,,Er heerst hier rust. In elke laag weet iedereen wat hij of zij moet doen. Er is niet zo snel sprake van paniek, ook niet als we een paar keer verliezen. De verwachtingen zijn ook niet zo hooggespannen. We staan bovenaan, maar ik denk dat niemand ons op het lijstje had staan voorafgaand aan het seizoen. Wijzelf ook niet.’’
Eén stap terug, twee vooruit
Natuurlijk is het wel een niveau lager dan FC Groningen, maar hij denkt er een stap terug te kunnen doen om er vervolgens twee vooruit te zetten. ,,Zo heb ik het wel voor ogen’’, vertelt de spits. ,,Ik weet dat ik me op dit niveau kan laten zien. In de Keuken Kampioen Divisie krijg je net wat meer ruimte dan in de eredivisie. Voor mij is het ideaal. Ik krijg de kans om wedstrijden te spelen en ben eindelijk fit. Dat is bij FC Groningen ook lang niet altijd het geval geweest. Het pakt tot dusver goed uit.’’
Iemand die daar zeker grote invloed op heeft is Excelsior-trainer Marinus Dijkhuizen. Als oud-spits van onder meer Cambuur, Excelsior, FC Utrecht en FC Emmen weet de oefenmeester precies wat er gevraagd wordt van zijn nieuwe pupil op de Nederlandse velden. ,,Gelijk vanaf het eerste gesprek had ik een goede klik met hem. De trainer was een van de redenen waarom ik op de terugweg, toen ik bij mijn zaakwaarnemer in de auto zat, bijna gelijk zei dat ik dit wilde. Ik kan niet echt verklaren waarom, het was gewoon het gevoel.’’
Zijn intuïtie heeft hem niet in de steek gelaten. Wat Dijkhuizen tot dusver in ieder geval al heeft bewerkstelligd, is dat Dallinga een completere spits is geworden. ,,Danny Buijs legde bij FC Groningen vooral de nadruk op diepgaan en veel rennen. Bij Excelsior wordt dat ook wel gevraagd, maar hier fungeer ik soms ook als rustpunt in de ploeg, iemand die een balletje achter de verdediging kan leggen. Daar is vanaf het begin van de voorbereiding de nadruk op gelegd. Ik ben meer een target, een aanspeelpunt geworden. Zo’n type spits was de trainer zelf ook. Ik merk zelf dat ik moeilijker te verdedigen ben nu ik beide aspecten van het spel beter beheers.’’
Harde leerschool
Vertrouwen doet de rest. Iets wat bij FC Groningen ontbrak. Het aantal minuten in de hoofdmacht bleef bij de Trots van het Noorden beperkt tot zestig, verdeeld over zes wedstrijden. Dat was zeker niet wat Dallinga ervan had gehoopt toen hij in 2018, na lang dubben, koos voor Euroborg in plaats van De Oude Meerdijk van FC Emmen, waar hij het grootste deel van de jeugdopleiding doorliep.
,,Het gevoel dat ik na al die jaren aan FC Groningen overhoud, is dat het een goede, maar ook een harde leerschool is geweest’’, blikt de topscorer terug. ,,Een groot verschil met de situatie bij Excelsior is dat je hier ook fouten mag maken. Misschien had ik wat meer krediet mogen krijgen. Ik denk dat dat wel had geholpen. Eigenlijk moet je als talent over een wat langere periode de kans krijgen om je te bewijzen. Er stroomt genoeg talent door bij FC Groningen, maar vaak blijft het daarbij en komt het niet tot een definitieve doorbraak. Dan blijf je hangen en ga je uiteindelijk ergens anders heen, zoals ik.’’
Toch is Dallinga er niet de man naar om nu een lange neus te trekken. In plaats daarvan steekt hij de hand ook in eigen boezem. ,,Als ik er in mijn eerste jaar bij FC Groningen dertig in had geschoten, was het waarschijnlijk anders gelopen. Maar ik had een moeizame aanloop bij de beloften. Vervolgens kreeg ik te maken met blessures, juist toen ik bij het eerste kwam. Het viel allemaal net niet lekker op zijn plek. Het waren moeilijke jaren.’’
‘Hier wil ik spelen’
Hij is gehard bij FC Groningen. ,,Ook wel door de aanpak van Buijs. Een echte winnaar. Hij zal altijd doen wat het beste is voor FC Groningen. Uiteindelijk ben ik blij dat ik nog wat invalbeurtjes heb gehad. Ik had het niet fijn gevonden als ik was vertrokken zonder ook maar één minuut voor het eerste te hebben gespeeld. Dat gevoel knaagde wel aan me. Daar ben ik Buijs uiteindelijk dankbaar voor. Alleen een doelpunt miste nog.’’
Misschien in de toekomst? ,,Wie weet, wie weet’’, staart Dallinga dromerig naar buiten. ,,FC Groningen speelt wel in het stadion waar ik altijd met mijn opa en mijn vader op de tribune heb gezeten. In die tijd heb ik altijd gedacht: hier wil ik spelen. Ik heb in Euroborg door corona nog nooit voor publiek mogen voetballen. Dat zit nog wel in mijn achterhoofd. Misschien komt dat nog. Later. Eerst wil ik over een langere periode bij Excelsior laten zien wat ik in me heb. We zijn hier nog maar net begonnen. ’’