Het was een enerverende week, die voor mij begon met een reisje naar het Spaanse Estepona. Met een hechte vriendengroep van vier kerels permitteren we het ons daar twee keer per jaar heen te gaan. We hebben er heerlijk gegolfd. Hoewel ik in mijn tijd als directeur van FC Groningen altijd riep: ‘hoe kleiner de bal, des te groter de kwal’, ben ik nu verzot op het spelletje.
In Estepona werd ik tijdens een kopje koffie op de boulevard aangesproken door de uitbater van het etablissement. Ik herkende hem niet, maar het was Gerrie Slagboom, oud-speler van Dordrecht ’90 en Sparta. Hij vertelde me dat Edwin Olde Riekerink ooit zijn neus brak tijdens een wedstrijd in het Oosterparkstadion.
Toen ik het hoorde, heb ik Edwin direct gebeld. Edwin zei me dat hij altijd een zeer sportieve speler was en geen actieve herinneringen aan het moment bewaarde. Het is dezelfde Edwin die de enkel van Marco van Basten een flinke optater heeft gegeven. Ik weet wel beter.
Na mijn tripje in Spanje volgde woensdagavond een lezing bij SV Epe, de club van Marc Overmars. Tijdens Pasen hebben ze daar altijd een jeugdtoernooi waar de oude clubs van Marc aan deelnemen: Go Ahead Eagles, Willem II, Ajax, Arsenal en Barcelona. Dat toernooi droeg altijd de naam van Marc, totdat bekend werd dat hij grensoverschrijdend verdrag had vertoond. Hoewel ik de acties van Marc niet wil bagatelliseren, vind ik het een overtrokken reactie. Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.
Sinds de club de naam van het paastoernooi wijzigde, zijn de club en de familie van Marc gebrouilleerd. Eeuwig zonde. Ik heb me aangeboden als mediator. Ik ben wel zo eigenwijs dat ik denk dat ik dit op kan lossen.
Donderdagavond volgde een lezing voor een groep van tweehonderd advocaten in het Forum in Groningen. De randstedelijke advocaten die ik weleens aan de tafel van talkshows zie, vind ik zelfingenomen en hebben een hoog showbizzgehalte. Daar was van de advocaten in het Forum niets te merken. Zij spraken vol passie over hun vak.
Vrijdagavond sloot ik de week af aan de keukentafel van ons huis in Kropswolde. Daar had ik een sessie met tien jonge ondernemers. Mijn vrouw Marieke kookte, Marianne Timmer deed de bediening. Ik ging onder het genot van een papegaaiensoepie op informele wijze de discussie aan over het ondernemersvak.
Het was een dynamische week, waarin ik veel bijzondere mensen heb ontmoet.